(toespraak bij ontvangst van voormalige Brugse schepenen en raadsleden in het stadhuis)
Welkom iedereen,
Collega’s en ex-collega’s, beste voorzitter, Jean-Marie (‘mijnheer de voorzitter’, Jean-Marie Bogaert),
Welkom in het gerenoveerde stadhuis van Antwerpen.
Het is me een eer en genoegen om jullie hier te mogen ontvangen, op ’t Schoon Verdiep – zoals de Antwerpenaar zegt.
Ik hoop dat jullie van de rondleiding genoten hebben. Wellicht hebben jullie al meer gezien van het gebouw dan ik, want voor mij is dit toch eerst en vooral een werkplek.
Maar mij hoor je niet klagen, want het is een eer om hier te mogen werken, deel uit te maken van de geschiedenis van dit gebouw en deze stad.
Ik kan u zeggen: de Antwerpenaar is altijd kritisch, heeft een grote mond, maar de reacties op het werk dat hier geleverd is, zijn unaniem lovend. De wachtlijsten voor rondleidingen is ellenlang.
Dames en heren,
De mensen die destijds (datum) dit stadhuis gebouwd hebben, gaven blijk van ambitie. Die ambitie is zoveel eeuwen later intact. Als burgemeester en schepen staan wij hier , zoals ze dat zo mooi zeggen in het Engels – on the shoulder of giants, op de schouders van onze voorgangers.
Die voorgangers hebben Antwerpen gemaakt tot wat het vandaag is; een handelscentrum. Een kunst- en cultuurstad. Een culinaire bestemming. Een toplocatie voor onderwijs en ondernemen. Voor geschiedenis en innovatie. Een trendsettende winkelstad. Een metropool in zakformaat. Een wereldhaven, die we sinds enkele maanden delen, the port of Antwerp – Bruges. Samen sterk!
Vaak wordt gezegd dat Antwerpenaren chauvinistisch zijn, zelfs een dikke nek hebben – denken dat ze het middelpunt van de wereld zijn.
Toegegeven: enige grootspraak heeft hier altijd wel geklonken op het Schoon Verdiep en in de Antwerpse kroegen. De gemeenteraadsbanken en de toog van de cafés op de Grote Markt liggen dan ook in elkaars verlengde.
Ik zie die grootspraak toch vooral als een teken van liefde voor de eigen stad.
En dat is goed. Daar kan je op bouwen. En dat is precies wat we doen met dit stadsbestuur: bouwen.
Bouwen aan een bereikbare en leefbare stad.
Dat dit stadshuis nu gerenoveerd is, daarin zie ik toch ook enige symboliek.
Sinds 2013 zijn we de stad klaar aan het maken voor de toekomst.
Decennialang was er sprake van onderinvesteringen in Antwerpen, zeker op het vlak van infrastructuur. Dat heb ik het vooral over verkeersinfrastructuur. Al te lang stond A’pen synoniem voor stilstand. Letterlijk en figuurlijk.
Nu doen we daar daadwerkelijk iets aan, stropen we de mouwen op. U zal het aan het aantal hijskranen merken; Antwerpen staat in de stellingen. Antwerpen is niet af, is nooit af.
Daarom zeg ik: geniet van jullie bezoek, en plan alvast een volgende datum. Altijd welkom.
Dank voor uw aandacht.