Bij het begin van de coronacrisis besloot het stadsbestuur 50 miljoen euro vrij te maken voor steunmaatregelen aan inwoners en ondernemers die het nodig hadden.
Met de versoepeling van de coronamaatregelen breekt nu een tweede fase aan. Het stadsbestuur heeft besloten om de rest van de financiële middelen in een compensatiefonds te bundelen dat aangewend kan worden voor een relance van het economische en sociale leven in Antwerpen.
Blikvanger van de genomen maatregelen is het consumptiekrediet met een waarde van 300 euro dat de stad zal verstrekken aan de 20.000 medewerkers van de groep stad Antwerpen, binnen een nader te bepalen tijdsperiode te besteden bij een Antwerpse zaak of instelling die door de corona noodgedwongen de deuren moest sluiten , en volgens het principe 1 euro voor 1 euro.
De maatregel is niet bedoeld als een persoonlijk geschenk voor de stadsmedewerkers, ook al hebben die zich de naad uit de broek gewerkt tijdens de coronacrisis. Een groot aantal van hen stond de voorbije 3 maanden in de frontlijn van de bestrijding van het virus, zoals het zorgpersoneel van ZNA en het zorgbedrijf, de vuilnisophaaldiensten, recyclageparken, de politiediensten, onze leerkrachten, poetsdiensten en de mensen die de triageposten voor covid-patiënten bemanden,… Wellicht vergeet ik er nog enkele.
Het gaat ook niet om een subsidie. Het is niet de taak van de overheid om sectoren, naast de bestaande economische steunmaatregelen (vrijstelling van belastingen en retributies, stelsel van tijdelijke werkloosheid, hinderpremies,…) met subsidies uit de nood te helpen, dat is niet duurzaam.
De consumptiebonnen zijn dan bedoeld als een rechtstreekse injectie in het hart van de Antwerpse economie. Een stad met een bloeiende middenstand, horeca, culturele en sportieve scène is een immers levende stad, waar het goed wonen is. Bewoners, bezoekers en ondernemers hebben elkaar nodig.
In dat Antwerpse relanceplan spelen de sectoren handel, horeca, ontspanning en toerisme daarom een belangrijke rol. Ze zijn de ideale hefbomen om de consumptie aan te zwengelen en Antwerpen een snelle doorstart te laten maken. ‘Geld moet rollen’, zo klinkt het cliché, en dat klopt. Bovendien zijn het zichtbare sectoren. Ze zorgen voor leven en beleving in de stad. Onze middenstanders en horecaondernemers maken deel uit én van het economische én van het sociale weefsel van Antwerpen.
De economische ketting op gang trekken, zorgen voor consumptie en investeringen, moet ervoor zorgen dat de economie terug opveert, voor toename in productie, in logistiek en dienstverlening. Dat is noodzakelijk om jobs te houden en te creëren. De campagne ‘Ik koop Antwerps’ krijgt met het consumptiekrediet een praktisch verlengstuk.
De volgende dagen zullen we hard werken aan de praktische uitwerking van deze maatregel.