Kort na die vermaledijde vrijdag 13 maart had ik een eerste crisisoverleg met vertegenwoordigers van onze middenstanders en ondernemers in de horeca.
We moesten nog wennen aan online vergaderen, aan termen als ‘social distancing’, en bij het woord ‘bubbels’ dachten we toen nog aan drank die uit de ijskast gehaald om iets te vieren. Corona kwam in maart als een pletwals over ons heen.
Maar ik herinner me, behalve de begrijpelijke ongerustheid, ook een gevoel van samenhorigheid. Beleidsmakers en ondernemers zouden het mijnenveld dat zich voor hen uitstrekte samen moeten navigeren. Nu, zes maanden later, doen we dat nog altijd.
De rol van de stad daarbij is faciliterend. We geven steun waar we kunnen, rolden in het voorjaar een pakket aan fiscale en niet-fiscale maatregelen uit dat we de ondertussen actualiseerden. Net zoals de ondernemers moet ook de stad flexibel zijn, verschillende scenario’s voor wijzigende omstandigheden klaar hebben. Dat is een hele uitdaging voor de stad, maar dat doen we graag voor onze ondernemers.
De vragen, eisen en grieven die ze bij ons neerleggen, komen op de agenda van de hogere overheden terecht. Met succes, zoals recent teruggedraaide of aangepaste maatregelen bewijzen. De druk kwam daarbij telkens van onderuit.
De Antwerpse ondernemers laten de kaas niet van hun brood halen. Ook zij wensen dat verdomde virus zo snel mogelijk de wereld uit, maar willen tegelijk blijven werken. Ik kan als schepen alleen maar blij zijn met zo’n ondernemende ondernemers
Dat de horizon telkens lijkt te verschuiven, maakt de tocht zwaar.
Maar 1 ding dat ik zal onthouden uit deze crisis is het besef dat de Antwerpse ondernemers creatief, weerbaar en veerkrachtig zijn. Het is fenomenaal wat ze de afgelopen maanden gepresteerd hebben om in vaak zeer moeilijke en vaak wisselende omstandigheden. Hun drijfveer is de liefde voor het ondernemen, en een groot hart voor de eigen zaak, hun klanten en bij uitbreiding heel de stad.
Antwerpen heeft door de eeuwen heen altijd een creatief ondernemersklimaat gekend. In die zin zijn onze ondernemers van vandaag rechtstreekse nazaten van Christoffel Plantijn, Peter Pauwel Rubens, Anthony Van Dyck en de Antwerpse Zes, die hun creatieve genie koppelden aan een groot zakelijk instinct.
Dezelfde vonk merk ik bij de huidige generatie Antwerpse entrepreneurs, die niet bij de pakken blijft neerzitten. Ik zie tal van initiatieven die een nieuwe Antwerpse lente aankondigen: ‘We Love Antwerp’ van de hotelsector, campagnes die lokaal shoppen promoten, de start van eshopantwerpen.be om online winkelen te stimuleren, het omarmen van take away-formules, de organisatie van cursussen en begeleidingstrajecten, (horeca)ondernemers die de hand uitsteken naar kunstenaars en artiesten die leegstaande ruimten kunnen gebruiken, ondernemers die hun zaak aanpassen en vertimmeren en op die manier van een nadeel een voordeel maken, …
Daarom: ode aan de Antwerpse ondernemers! Als Antwerpen straalt, dan is het mede dankzij hen.