(toespraak bij de boekvoorstelling naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de sir Anthony Van Dijck)
Dames en heren,
Ik neem u graag even mee naar mijn kindertijd. Ik herinner me nog heel goed dat ‘de sir Anthony van Dijck’ synoniem was voor sjiek dineren in Antwerpen. Het was een begrip in Antwerpen en ver daarbuiten.
In die zin was deze plek – een unieke plek – een voorloper van de reputatie die onze stad vandaag heeft: die van onbetwistbare culinaire hoofdstad van België.
De jaarlijkse sterrenregen van Michelin en de vermeldingen in de Gault Millaut’s spreken boekdelen.
Antwerpen, waar topchefs thuis zijn.
Allemaal zijn ze schatplichtig aan de ‘sir Anthony’.
Ere wie ere toekomt.
Eer aan Roger Souvereyns en Marc Paesbrugge, die het restaurant op de kaart zetten. Op een unieke, historische locatie.
Onderschat ook niet wat de sir Anthony betekende voor de Vlaaikensgang, dames en heren.
Vandaag mag ik Jöran De Backer en Natalie Wuestenbergs feliciteren voor de 50ste verjaardag van de zaak.
De sir Anthony evolueerde mee met z’n tijd.
Wat bleef was de kwaliteit, de klantenzorg, de passie voor het vak.
Ik spreek uit naam van het volledige stadsbestuur als ik de sir Anthony van Dijck dank voor de enorme bijdrage die de zaak geleverd heeft aan Antwerpen.
Een bijdrage aan onze horeca, aan de reputatie van Antwerpen als culinaire bestemming, aan de uitstraling van Antwerpen als cultuurstad.
Want op dat niveau speelt de sir Anthony.