Uit een bevraging in opdracht van de Gazet van Antwerpen blijkt dat de Antwerpenaar het stadsbestuur uitstekende punten geeft voor de aanpak van de coronacrisis. Bijna 80% is daarover best tevreden.
Lees het volledige artikel hier.
Wie in het vaccinatiedorp in Spoor Oost een spuitje liet zetten, zal zich zeker de bijna prettige sfeer herinneren die daar hing, met dank aan de vele tientallen vrijwilligers.
Vanuit mijn bevoegdheden heb ik tijdens de pandemie nauw contact gehouden met onze toeristische ondernemers en onze zelfstandigen. Voor mij was het essentieel om het toeristische – en winkelaanbod van de stad te proberen beschermen.
Op 20 maart 2020, 2 dagen na het begin van de eerste lockdown in België, keurde het college van burgemeester en schepenen een aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed. Met die beslissing reserveerde het college 50 miljoen euro voor maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus. Op dat ogenblik was uiteraard nog niet duidelijk hoe lang de maatregelen zouden moeten aangehouden worden, en een tweede aanpassing van het meerjarenplan volgde dan ook toen duidelijk werd dat de gevolgen van de pandemie zich ook in 2021 zouden doen voelen. In totaal trok het stadsbestuur voor het coronafonds tot nu toe 65 miljoen euro uit.
Dit fonds hebben we opgezet om het sociaal-economische weefsel van Antwerpen zo intact mogelijk door de crisis te loodsen. We hebben het fonds ook in die zin beheerd, met oog op de vaak veranderende ontwikkelingen op het veld. Ook sport, onderwijs, integratie en inburgering, jeugd, gezondheids- en seniorenzorg, enz … kregen uiteraard middelen toegewezen uit het coronafonds, maar mijn uitdaging was om de ondernemers in de sectoren toerisme, horeca en detailhandel door de crisis te loodsen.
Die ondernemers zijn essentieel voor de beleving in de stad. Ik denk dat niemand de doodstille straten van tijdens de lockdowns mist. Bovendien zijn genoemde sectoren goed voor flink wat tewerkstelling. Alleen al in het toerisme werken in Antwerpen 16.000 mensen.
Het zogenaamde ‘coronafonds’ werd en wordt aangewend voor 3 doeleinden.
– steunmaatregelen voor de economische impact op de getroffen sectoren en ter sociale bescherming van de getroffen groepen
– het opvangen van gederfde inkomsten voor de stad Antwerpen
– het opvangen van meerkosten voor de stad
Deels ging dat om fiscale maatregelen zoals aanpassingen van belastingreglementen en retributies.
Van meetafaan lag de nadruk op het stimuleren van de consumptie bij Antwerpse ondernemers. Een belangrijke stimulans werd gegeven door het ter beschikking stellen van een consumptiekrediet voor stadsmedewerkers en in 2de instantie via deelname aan een online wedstrijd ook voor het brede publiek, uitgekeerd in de digitale munt Antwerpen UCoin. Binnen het ‘coronafonds’ werd daarvoor 9 miljoen euro opzij gezet. De lancering van de UCoin werpt vruchten af, want sinds 1 juni 2021 vloeide al meer dan 9,1 miljoen euro naar de ondernemers. Dat bedrag zal zeker nog oplopen, want de UCoins blijven besteedbaar tot 31 december.
Aanvullend rolde de stad ook de campagne ‘Ik koop Antwerps’ uit, ter promotie van de consumptie in eigen stad. De campagne mikte niet enkel op de Antwerpenaar, maar specifiek ook bezoekers van buiten de stad. Zo konden de hoteleigenaars opnieuw meerdaagse bezoekers ontvangen.
Ook in het coronafonds opgenomen: uitgaven voor handhaving van het naleven van de hygiënische voorschriften op markten, in winkelstraten en evenementen. Het ging daarbij over signalisering voor crowd control, de inzet van extra personeel, plaatsing van bijkomende publieke toiletten en ook animatie. 1 voorbeeld? De massaal bijgewoonde Bollekesfeesten midden september speelden een belangrijke rol in het beeld van de heroplevende stad. Dat ze zo’n succes werden, was mee het gevolg van de extra controles door de implementatie van het CovidSafeTicket.
Vanuit het besef dat de crisis een erg moeilijke periode was voor heel wat Antwerpse ondernemers, trok de stad voor mentale coaching van ondernemers in de detailhandel 50.000 euro uit. De stad steunde ook graag de eigen ondernemingen in hun zoektocht naar slimme oplossingen voor de problematiek die zich voordeed, en voorzag daarvoor in het fonds de nodige middelen.
Eens de crisis op het vlak van volksgezondheid beheersbaar werd, putte het stadsbestuur uit het coronafonds middelen in het kader van de relance, de normalisering van het openbare leven.
Conclusie? Het stadsbestuur heeft sinds maart 2020 steeds de ogen op de bal gehouden, ook al hadden we er geen idee van hoe lang de wedstrijd zou duren. Dat heeft vruchten afgeworpen. De relance zet zich door op toeristisch en economisch vlak, en we zien een stad die snel heropleeft, precies het gewenste resultaat.
Er zijn weinig zaken positief te noemen aan de pandemie, maar de veerkracht en de creativiteit van onze ondernemers, en de intensieve, vruchtbare samenwerking met de meest getroffen sectoren zijn toch zaken waar ik een blijvende herinnering aan overhoud, en die maken dat ik met vertrouwen naar de toekomst kijk.