(toespraak n.a.v. het bezoek van ‘Citaat Op Straat’ aan het stadhuis op woensdag 30 november 2022)
Welkom bestuur, medewerkers en vrienden van Citaat op Straat, welkom ook districtsburgemeester Paul Cordy.
Fijn om jullie hier in ons gerenoveerd stadhuis te mogen ontvangen. Voor mij een werkplek, maar dit gebouw is natuurlijk zoveel meer. Ik raad u echt een rondleiding aan.
Opletten als Paul Cordy u iets vraagt in deze Trouwzaal, want als je ‘JA’ antwoordt, dan bent u volgens Paul meteen in de echt verbonden.
Beste mensen, ik sta erop hier aanwezig te zijn om ‘Citaat op Straat’ te bedanken voor de meerwaarde die het aan de stad levert, en zeker aan de Linkeroever.
Ik kan dat niet zonder de stichter te noemen, wijlen Hugo De Ridder.
Dankzij jullie is de Linkeroever het meest literaire stadsdeel. Ik had bijna ‘het meest literaire district’ gezegd, maar dat zou een stap te ver zijn.
Jullie straattegels maken van wandelingen echte bloemlezingen.
Als ik goed geïnformeerd ben, ligt er ook tegel met een citaat van Charles De Coster: ‘Het hart van Vlaanderen kan inslapen. Maar sterven? Nooit.’
U begrijpt dat mij dit als Vlaams-nationalist recht naar het hart gaat.
Taal is gemeenschapsvormend, het is geen geheim dat dit voor de N-VA een speerpunt is. Het is de sokkel waarop we onze gemeenschap vorm geven, onze onderwijs organiseren, onze normen en waarden doorgeven.
‘Citaat op Straat’ draagt daar op zijn manier een steentje toe bij. Letterlijk, want wie goed oplet op de Linkeroever kan in de straatstenen een Vlaamse literaire canon herkennen.
Voor jullie is daar geen ingewikkeld decreetgevend werk voor nodig.
Jullie steken de handen uit de mouwen. Ik zou het “cultureel straathoekwerk” willen noemen.
De output van ‘Citaat op Straat’ is indrukwekkend, van straattegels over geleide wandelingen, een wandelrally, fotowedstrijden, muzikale events tot boeken.
En nu dus een infobrochure voor de docenten Nederlands in het Antwerpse secundair onderwijs.
Petje af.
Dank ‘Citaat op Straat’, een goed tegengif tegen cultuurpessimisme en doemdenken.
En dan hef ik nu samen met jullie graag het glas, dat zoals u weet, altijd half vol is.