Met Tom Hofman (organisator van ABE2023) en presentator Harry van Hest.
(toespraak bij opening Antwerp Business Event, Kinepolis, 9 maart 2023)
Goeiemorgen iedereen, dames en heren,
Het is fijn om hier weer te gast te zijn. Het is een weerzien, want een bepaald virus stak stokken in de wielen. De avond van de vorige editie, in 2020, ging het land in lockdown.
Dit is dus de uitgestelde 5de editie, en dat is op zich al een mooi getal. Een lustrum. Maar het is dus ook een terugkeer.
Des te leuker is het om hier bekende gezichten te zien, en om de dynamiek te voelen die dit event altijd gekenmerkt heeft.De A
De basis van de beurs is steeds dezelfde: in een ongedwongen sfeer komen kennis maken met andere Antwerpse ondernemers en bedrijven.
De Antwerp Business Event-vibe, dames en heren!
Dat is de verdienste van 1 jongeman in het bijzonder: Tom Hofman. Het eerste applaus van de dag is voor hem.
Dames en heren,
dat er meer nodig is dan een virus om het Antwerpse ondernemersweefsel onderuit te halen, is mij al langer duidelijk.
Dat merkte ik met name in de manier waarop ik met de ondernemers, in alle sectoren, samengewerkt hebben om de crisis te bekampen.
Dat het Antwerp Business Event nu kan uitpakken met zo’n mooi deelnemersveld, met meer dan 1000 inschrijvingen, met meer dan 60 standhouders en een mooi aanbod gastsprekers, dat spreekt boekdelen.
Proficiat ook aan de partners van het Antwerp Business Event voor hun steun: UNIZO, KBC, VDAB, Caluwaerts-Uytterhoeven en Acerta.
Hier zien we het bewijs wat dit stadsbestuur zo vaak herhaalt, met succes: Antwerpen is open for business!
De stad keurde het ontwerp goed voor een nieuw stuk fietsostrade (FR02) langs de spoorbocht in Ekeren. Dit stuk loopt van de Bist, langsheen de Veltwijcklaan tot aan de Prinshoeveweg. Met de aanleg van dit fietspad is de ‘fietsring’ rond Ekeren bijna compleet, met in een latere fase nog een fietspad langs De Oude Landen tot aan Laar en Salaatweg.
Ook ten noorden van de stad laten de werken aan de Oosterweelverbinding zich stilaan voelen. In en rond Ekeren worden daarom fietsverbindingen aangelegd om het groeiend aantal fietsers het nodige comfort te geven.
Met de goedkeurig voor dit nieuwe stuk fietsostrade wordt een belangrijke missing link in Ekeren weggewerkt. Door de aanleg vervolledigen het district en de stad de Ekerse fietsring. De fietsring volgt dan het hele spoorwegtalud: van de Wilgehoevestraat in het noordwesten tot de Prinshoeveweg in het oosten, achter de huizenrijen door. Het fietspad dwarst daarbij de Bist, de Veltwijcklaan en de Prinshoeveweg.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “We werken in de regio aan een modal shift. Als we meer mensen uit de auto en op de fiets willen krijgen, moeten we comfortabele en veilige fietsinfrastructuur aanleggen, die logische verbindingen maakt. Dat is precies wat stad en district hier doen. Ook in de nabije toekomst plannen we op dat vlak investeringen.”
Toekomstige werken fietsring Ekeren
Stad en district rollen de spreekwoordelijke rode loper uit voor fietsers in Ekeren.
Samen met het spoorwegproject ‘Oude Landen’ zal de fietsostrade aan de Prinshoeveweg doorgetrokken worden tot aan het Laar en Salaadweg, waar het aansluit op het dubbelrichtingsfietspad van het Laar.
“Met dit nieuwe stuk veilig en comfortabel fietspad vervolledigen we een belangrijke missing link in onze fietsring van Ekeren en onderstrepen we dat Ekeren samen met de stad blijft investeren in goede en snelle fietsverbindingen”, zegt Ekers districtsburgemeester Koen Palinckx.
Marc Elseviers, Ekers districtsschepen voor o.a. mobiliteit, vult aan: “We zorgen voor meer fietsmobiliteit in en rond Ekeren. Dit verhoogt de veiligheid en de doorstroming van de fietsers.”
Impact voor de omgeving
Bij de aanleg van het fietspad wordt de wegversmalling onder de brug van de Prinshoeveweg doorgetrokken en de oversteek aan de Veltwijcklaan geoptimaliseerd in functie van de bestaande bomen. Dit zal gedurende een korte periode hinder geven op deze 2 rijbanen.
De oversteekplaats aan De Bist zal geen hinder ondervinden omdat hier de oversteek reeds aangelegd werd samen met de aanleg van de fietstunnel onder het station van Ekeren.
Van zodra de werken zullen starten zal hierover naar de directe buurt geïnformeerd worden over de te verwachten hinder. Ook wordt deze informatie steeds op de website van het district aangekondigd.
De fietsostrade Antwerpen – Lier (F11) loopt nu nog tot aan de Vosstraat, aan de luchthaven, maar zal in de toekomst doorgetrokken worden langs het spoor, met een fietsbrug over de Ring tot aan Berchem Station.
(persbericht)
Om het netwerk van fietsostrades uit te breiden en zo nog meer fietsers aan te trekken, is de provincie Antwerpen volop bezig met de aanleg van een nieuwe fietsostrade: de F11. Die zal starten aan het Ringfietspad in Antwerpen ter hoogte van de Saffierstraat, en loopt zo langs de treinsporen tot het station van Lier. Stad Antwerpen en district Berchem slaan de handen in elkaar voor de uitvoering van de verbinding tussen het Ringfietspad en de Vosstraat. Dit project wordt door de provincie Antwerpen en de Vlaamse overheid gesubsidieerd via het fietsfonds. Bovendien grijpt het district Berchem de komst van de fietsostrade aan om een buurtpark te creëren, wordt de Saffierstraat heraangelegd en de riolering vernieuwd. Het definitief ontwerp werd goedgekeurd door het stadscollege. Deze beslissing wordt nog voorgelegd aan het Berchems districtscollege. Als alles vlot loopt, kunnen de werken starten in 2024.
De fietsostrade F11 verbindt het station van Lier met het Ringfietspad in Antwerpen. Het grootste deel van die grote fietsas is intussen aangelegd. Nu wordt ook het laatste stuk, vanaf de Vosstraat, aangepakt.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Het is goed dat de F11 eindelijk afgewerkt kan worden. Fietsostrades spelen een belangrijke rol in het kader van de modal shift voor Antwerpen, en hun bijdrage zal in de nabije toekomst alleen maar groter worden om het toenemende fietsverkeer op te vangen.”
De fietsostrade krijgt een verhoogde aanleg: ze zal zich naast het spoor bevinden. Daardoor krijgen fietsers een directe, comfortabele en conflictvrije route. Aansluitend zal de Edgar Tinelstraat tijdelijk een fietsstraat worden. Zodra het Ringpark Groene Vesten wordt aangelegd, wordt de verhoogde fietsostrade ook in dit laatste stukje afgewerkt.
Buurtpark
De huidige berm tussen de Saffierstraat en de spoorweg wordt omgevormd tot een open park waarin de hele buurt de natuur kan beleven. Samen met de bewoners werden de locaties gekozen voor onder andere de ontmoetingsplekken, speelaanleidingen, zitgelegenheid en een samentuin.
Er komen voornamelijk inheemse plantensoorten, zodat de huidige natuurwaarde maximaal bewaard blijft, onder andere door de 66 nieuwe bomen en een ecologische corridor van struiken. De groendienst neemt maatregelen om de bestaande grote bomen te beschermen.
De lokale aansluitingen op de fietsostrade zullen zich behalve aan de Edgar Tinelstraat ook bevinden aan de Vosstraat en de Pervijzestraat.
Berchems districtsschepen voor publiek domein Bruno De Saegher: “Berchem investeert in een duurzaam, groen en veilig publiek domein. De bewoners van de wijk en de gebruikers van de fietsostrade moeten zich beiden thuis voelen.”
Saffierstraat
De Saffierstraat krijgt een volledige heraanleg. De kasseien op de rijweg worden vervangen door asfalt, en er komen verhoogde verkeersplateaus om de snelheid van het autoverkeer af te remmen. Aan de kant van de huizen worden parkeerstroken aangelegd in kasseien met waterdoorlatende voeg, en aan de kant van het buurtpark in grasdals. Het huidige rondpunt aan de Edelgesteentestraat wordt omgevormd tot een verhoogd kruispunt.
Regenwateropvang
Er komt een wadi aan de Lodewijk van Berckenlaan, zodat regenwater de grond kan insijpelen. Het regenwater van de fietsostrade dringt via poreuze regenwaterbuizen de grond in. Water-link zorgt in samenwerking met Aquafin voor een gescheiden rioleringsstelsel. Het regenwater van de daken en de wegenis wordt ook via poreuze regenwaterbuizen gebufferd en geïnfiltreerd naar het grondwater.
Volgende stappen
Het definitief ontwerp is nu goedgekeurd door het stadscollege. Binnen enkele weken ontvangen de buurtbewoners een infofolder. Na de aanvraag van de omgevingsvergunning start het openbaar onderzoek. Zodra de aannemer gekend is, krijgen buurtbewoners informatie over de fasering van de werken. Als alles vlot verloopt, kunnen die in 2024 starten.
(woordje ter gelegenheid van de verkoop van de 20 miljoenste diamant praline van chocolatier Del Rey – persbericht zie onderaan)
Met de familie Proot, de drijvende krachten achter het merk Del Rey.
Beste aanwezigen,
Er zijn zo’n paar zaken die onlosmakelijk verbonden zijn met Antwerpen. Het Bolleke, de Velokes, de haven, Rubens, Antwerpse Handjes, de Strangers, de kathedraal, den Beerschot en natuurlijk ook diamant.
Er zijn ook een aantal Antwerpse handelszaken die een begrip zijn in de stad en ver daar buiten. Ze blinken uit in hun vakgebied, zijn uniek in hun aanbod en uitstraling.
Del Rey is daar 1 van.
Dit soort zaken moeten we koesteren, en zeker familiezaken – want ook dat is een kenmerk van Del Rey.
Dat we hier nu te gast zijn in deze salons heeft een goede aanleiding: de verkoop van 20 miljoen chocolade diamanten, 15 miljoen alleen al in Japan.
Fenomenaal, en ik wil de familie Proot hiervoor feliciteren en danken.
Feliciteren met hun zakelijk instinct en hun schitterende product. Een product dat letterlijk naar meer smaakt. Zo meteen zal u horen dat de productlijn nog uitgebreider wordt.
Ik ben ook dankbaar. Dankbaar omdat Del Rey de naam van onze koekenstad wereldwijd op de kaart zet.
De beste reclame is mond aan mondreclame, wél dit is mond aan mondreclame in de meest letterlijke betekenis van de uitdrukking.
Ik hoor ook dat de opvolging al klaar staat, en dat is geweldig nieuws.
Daar doet u mij, en met mij zovele klanten, een groot plezier mee.
Dank!
PERSBERICHT
Chocolatier DelReY maakt 20 miljoenste diamant praline
Op dinsdag 28 februari om 13u heeft zal chocolatier DelReY in aanwezigheid van schepen van middenstand van de stad Antwerpen Koen Kennis de 20 miljoenste diamant praline vervaardigd.
Nadat DelReY Japan veroverde met zijn diamant pralines, zijn ze ervan overtuigd dat ook de Antwerpenaar “zot” zal zijn van hun nieuwe diamant pralines.
Big in Japan
DelReY verkoopt 900.000 diamant pralines per jaar in Japan, het merendeel daarvan tijdens de Valentijnsperiode. Ze hebben 2 winkels in uptown Tokio, maar tijdens de Valentijnsperiode komen daar 75 pop ups bovenop verspreid over heel Japan. Dat is DelReY in Japan in cijfers. Maar de anekdotes die Bernard Proot weet te vertellen over Japan spreken nog veel meer tot de verbeelding. “Op een gebouw in Tokio hing plots een banner van 6 verdiepingen hoog waarop een model onze diamanten aanprees. En het was niet eens onze banner maar reclame voor de Chocolat Promenade in de Valentijnsperiode.” De Japanners zijn echt gek op de DelReY diamantjes en de chocolatiers genieten er een sterrenstatus. Als Bernard of zijn zoon Jan de filialen in Japan bezoekt in de periode van Valentijn, wordt er een grote foto van hen in de etalage gezet met het tijdstip erop dat zij aanwezig zullen zijn. Dan staan de mensen in een lange wachtrij aan te schuiven om hun doosje diamant pralines te kopen, te laten handtekenen en een foto met één van hen te nemen. Het succesrecept
Wat is het geheim van het succes van DelReY in Japan? Japanners zijn dol op Belgische chocolade en houden van kwalitatieve luxe. Dat DelReY een zeer hoogstaande kwaliteit van pralines aanbiedt in de vorm van een diamant, wellicht wereldwijd hét opperste symbool van luxe, is voor hen het summum. Toch is dit eerder een ‘toevalstreffer’ geweest, want de vorm, de diamant, werd niet speciaal voor de Japanse markt ontwikkeld. Die diamantvorm heeft Bernard Proot bedacht in 2003, de smaken werden op punt gezet door chef Gunther van Essche. Bernard en zijn echtgenote Anne Seutin, die verantwoordelijk is voor de verkoop, vonden dat die vorm van praline niet kon ontbreken in het ruime praline assortiment van DelReY omdat de winkel en het atelier sinds het ontstaan van DelReY midden in de diamantwijk van Antwerpen gevestigd zijn. “Toen de diamant pralines een jaar later geïntroduceerd werden via onze eerste winkel in Japan bleek het daar meteen een schot in de roos. Daarop hebben we gretig ingespeeld met aangepaste verpakkingen en smaken voor de Japanse markt met het huidige succes tot gevolg. Doorheen de jaren hebben we heel wat smaken ontwikkeld voor de Japanse markt want daar verkopen we elk jaar 4 andere smaken dan het jaar ervoor.”
Diamantstad Antwerpen
Vorig jaar besloot Bernard om een selectie te maken uit die succesvolle recepten van de verschillende diamant pralines die ze ooit hadden ontwikkeld voor Japan. Die uitgebreide Diamant Collectie werd door Anne voorzien van een aangepaste luxeverpakking in diamant vorm en gelanceerd in hun thuisbasis, diamantstad bij uitstek! Dit viel meteen in de smaak bij vele diamantbedrijven in de buurt en zo komt het dat de 20 miljoenste diamant praline hier in Antwerpen zal gemaakt en geconsumeerd worden! Na de gekte in Japan, hoopt DelReY de Antwerpenaar even zot te krijgen van hun diamantjes.
Zot van A
Of de liefde wederzijds is, zal blijken, maar dat de familie Proot, de zaakvoerders van DelReY “zot zijn van Antwerpen”, dat staat vast. Toen zich jaren geleden een schaalvergroting opdrong van het atelier en de winkel, had het wellicht makkelijker geweest om buiten het centrum een grotere locatie te kopen, maar Bernard en Anne verkozen om te blijven waar DelReY ontstaan is en geduld te oefenen tot ze daar konden uitbreiden. DelReY is een monument en dat moet daar blijven, vinden ze. En ook met de toekomst van dat monument lijkt het snor te zitten, want inmiddels worden zoon Jan en dochter Julie klaargestoomd voor de opvolging. Jan heeft zijn vakkennis inmiddels meer dan bewezen en is sinds 2018, net als zijn vader, lid van Relais Desserts, het selecte clubje van de honderd beste patissiers ter wereld. Jan neemt de operationele leiding voor zijn rekening, Julie en mama Anne Seutin zorgen voor het vermarkten van de producten en papa Bernard overschouwt het geheel. De fans kunnen op hun 2 oren slapen: DelReY is future proof!
‘Als Antwerpse schepen voor middenstand en toerisme kan ik alleen maar trots zijn op zulke succesverhalen’, klinkt het uit de mond van Koen Kennis. ‘DelRey is een geweldige ambassadeur voor Antwerpen, en voor wat onze stad bekend maakt. Dat het bovendien om een familiebedrijf gaat en de opvolging klaar staat, maakt het verhaal extra waardevol. Kwaliteit drijft altijd boven.’
(opiniestuk in reactie op een op 25 februari 2023 verschenen bijdrage in Gazet van Antwerpen onder de titel ‘De échte subsidieslurper is opgestaan’)
—–
In de bijdrage van Jan Stassijns in Gazet van Antwerpen op zaterdag 25 februari 2023 ‘De echte subsidieslurper is opgestaan’ worden de Vlaamse middelen die de stad Antwerpen ontvangt op een karikaturale manier uit hun context gelicht.
Stassijn zet dat bedrag – in totaal iets meer dan 1 miljard, o.a. uit het Gemeentefonds – af tegen de eerder door het stadsbestuur geschrapte projectsubsidies voor kunstenaars.
Hij verwijst daarmee naar de laatste aanpassingen van het laatste meerjarenplan, waarbij culturele projectsubsidies geschrapt werden. Stassijns schrijft: ‘De stad stond voor een uitdagende besparingsoefening en kon zo jaarlijks 720.000 aan uitgaven elders aan besteden.’
Ik moet hem al meteen op een essentieel punt corrigeren: die 720.000 euro aan uitgaven werden nergens anders aan besteed. Hetzelfde geldt voor de 70 miljoen andere euro’s die in die oefening opgenomen werden. Anders zou het geen besparing zijn.
Een beetje ernst mag je toch wel verwachten van de krant als het over de verdeling van middelen gaat die alle inwoners van deze stad rechtstreeks ten goede komen. Want dat is finaal waar die Vlaamse middelen die Antwerpen ontvangt aan besteed worden.
Het stuk van Stassijns sluit aan bij een aantal commentaren die deze week lieten uitschijnen alsof Antwerpen een hold up op Vlaamse middelen pleegt.
De verdeling van die middelen – o.a. van het Gemeentefonds – gebeuren op basis van reële noden van lokale overheden, en worden verdeeld volgens objectieve parameters.
Dat gaat uiteraard over aantallen inwoners, maar net zo goed over het profiel van die inwoners en de specifieke diensten die daarvoor nodig zijn. Wat is de werkloosheidsgraad, de scholingsgraad, de graad van kansarmoede in de stad, het aantal leefloners en de aanwezigheid van sociale huurappartementen? Wat is het gemiddelde belastbaar inkomen van de bewoners, het gemiddelde kadastraal inkomen?
Al die zaken hebben een enorme invloed op de dienstverlening die een lokale overheid moet verstrekken, vraag maar aan onze loketmedewerkers, onderwijzers, ons verplegend personeel. In 2019 ontving Antwerpen 5 keer meer asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiaire beschermden dan Gent, vorig jaar nog was er de toevloed van Oekraïense vluchtelingen. De grootste concentratie vind je in Vlaanderen bij ons. Goed dat Vlaanderen Antwerpen ook daarin ondersteunt.
Er is zoiets als de notie ‘centrumstad’: de stad Antwerpen trekt de hele regio mee op het vlak van onderwijs, cultuur, sport, zorg en werk. Het Gemeentefonds houdt ook daar rekening mee.
Antwerpen krijgt van Vlaanderen, net als alle andere steden en gemeenten, wat het decretaal toekomt, niets meer, niets minder. Al die middelen worden generiek ingezet voor alle noden die leven in onze stad. Dat het stadsbestuur daarin prioriteiten legt, kan moeilijk als verwijt gebruikt worden.
Dat de journalist daar een cultuurstrijd van maakt en meegaat in een discours dat kunstenaars een uitzonderingspositie toekent in verhouding tot andere burgers is voor zijn rekening. De gewone Antwerpenaar weet wel beter.
Op 1 punt geef ik Jan Stassijns gelijk: het bedrag dat aan Antwerpen overgemaakt wordt volstaat niet. De uitdagingen die we tegemoet gaan, worden immers alleen maar groter. Dit stadsbestuur zal dan ook in de toekomst blijven opkomen voor een welvarende en leefbare stad, voor àlle Antwerpenaren.
De Bervoetstraat als schoolstraat (foto: Frederik Beyens).
De Grotebeerstraat in Zurenborg en de Van Steenlandstraat in Deurne-Zuid worden als proefproject een schoolstraat, vanaf respectievelijk half maart en half april. Het doel is om de verkeersveiligheid aan de aanwezige scholen te verhogen.
Bij een schoolstraat sluit een gemachtigd opzichter of vrijwilliger bij het begin en einde van de schooldag een (deel van de) straat een tijdlang af. Voetgangers, steppers en fietsers kunnen dat gedeelte nog wel in, maar gemotoriseerd verkeer wordt geweerd.
Twee proefprojecten schoolstraten voor basisscholen
De Grotebeerstraat in Zurenborg heeft eenrichtingsverkeer. Ze wordt vanaf 13 maart afgesloten aan haar begin, ter hoogte van de Arendstraat. De schoolstraat loopt tot aan de Kleinebeerstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 7.55 tot 8.30 uur en van 15.10 tot 15.40 uur. Op woensdag tussen 7.55 en 8.30 uur en tussen 11.55 en 12.25 uur.
Een stuk van het Deurnese deel van de Van Steenlandstraat wordt vanaf 17 april afgesloten, tussen de Herrystraat en de Van Lissumstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.15 tot 8.35 uur en van 15.30 tot 16.00 uur. Op woensdag tussen 8.15 en 8.35 uur en tussen 12.05 en 12.25 uur.
Met deze ingrepen willen de stad en de districten Antwerpen, Deurne en Borgerhout de verkeersveiligheid aan de basisscholen De Brug en De Linde verbeteren. Het gaat om proefprojecten van minimaal zes maanden, die nadien geëvalueerd zullen worden. Dan wordt beslist om de ingrepen permanent te maken, eventueel bij te sturen of stop te zetten.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De ervaring leert ons dat bijna elke aangevraagde schoolstraat zijn weg vindt naar een definitieve schoolstraat. Onze stadsdiensten staan in elk geval klaar om de geïnteresseerde scholen te begeleiden.”
De afgelopen jaren zag het district Hoboken opvallend veel investeringen in fietsstraten, fietso-strades en fietspaden. Die investeringen werpen vruchten af, getuige het aantal gestegen tweewielers in het district. Met de recente oplevering van het nieuwe fietspad op de Krijgsbaan (zie bovenstaande video) krijgt het district er opnieuw een belangrijke fietsverbinding bij.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ‘Ik wil er geen wedstrijdje van maken, maar je kan jezelf afvragen of Hoboken niet op weg is om het meest fietsvriendelijke district te worden. Het gaat niet enkel over gestegen fietscomfort binnen Hoboken zelf. Ook de verbindingen met de stad zijn er voor fietsers met rasse schreden op vooruit gegaan. Dat zal elke fietser die vanuit Hoboken over Blue Gate naar het stadscentrum rijdt beamen.’
De voorbije jaren kwamen er in Hoboken heel wat fietsstraten bij met de Fodderiestraat, de Antverpiastraat en de Vinkenveldstraat , terwijl de Walstraat als fietsstraat in heraanleg is en klaar moet zijn half maart. De werken om de Karel Duboislaan, de Commandant Van Laethemstraat en de Salesianenlaan definitief als fietsstraat in te richten moeten dit jaar nog starten.
Nieuw fietspad op de Krijgsbaan in Hoboken.
Ook zag het district de uitrol van 2,8 km fietssnelweg F13 tussen Boom en Antwerpen. Die F13 levert getuige het drukke gebruik een flinke bijdrage aan de modal shift, met name voor woon-werkverkeer. De laatste 2 stukken worden tegen de zomer opengesteld: de Kruger-fietsbrug en het stuk fietsostrade langsheen het fort van Hoboken.
Het district zag ook heel wat fietspaden gerealiseerd worden, zoals op de Kioskplaats (350 meter), en meer recent de Krijgsbaan met 960 meter. Aan de grens met het district Antwerpen, in de Hendriklei, gaat het om 780 meter aangelegd vers fietspad, en in de Weerstandslaan om 500 meter. Ook aan het veer naar Kruibeke kwam 500 meter fietspad bij. Samen maakt dat iets meer dan 3 km nieuw fietspad voor Hoboken.
De Sint Bernardsesteenweg zal in 2024 1,9 km nieuw fietspad krijgen, dit aan beide zijden van de weg. Samen met de vernieuwing van de tramsporen zullen ook op de Antwerpsesteenweg nieuwe fietspaden gerealiseerd worden.
Koen Kennis: ‘En stad en district blijven verder investeren. Eerder al kondigden we de omleidingsweg voor UMICORE aan, waar 1,7 km fietspad zal aangelegd worden rond de industriezone. De opening van de Krugerbrug dit voorjaar zal goed zijn voor 620 meter nieuw fietspad.’
Deze legislatuur nog komen er fietspaden bij in de Van Praetstraat (300 meter), de Adolf Greinerstraat (470 meter), de Lenaert De Landrelaan (100 meter), de Leo Bosschaertlaan (200 meter), de Harold Rosherstraat (vernieuwing over 330 meter) , in totaal goed voor1400 meter. In de Boombekelaan / Maccabilaan zullen over 890 meter fietspadmarkeringen en een fysieke scheiding met het gemotoriseerd verkeer voorzien worden. In de industriezone van de Smallandlaan (Zone 30) gaat het over een afstand van 1 km met fietslogo’s.
Carine Leys, districtsschepen voor openbaar domein: ‘Als district kunnen we alleen maar trots zijn op deze cijfers. Hier maken we door samenwerking met de stad echt het verschil. De investeringen dragen bij aan de leefbaarheid van Hoboken, en aan de oplossing voor mobiliteitsproblemen, ook buiten onze districtsgrenzen. Na de opening van de Krugerbrug kunnen we zonder verkeerslicht vanuit het centrum van Hoboken naar het Steenplein rijden, zalig toch. Samen met de scholen starten we na de zomer met een fietsproject om nog meer mensen op de fiets te krijgen.’
De slagboom voor de schoolstraat in de Hertoginstraat werd voorjaar 2022 reeds in gebruik genomen.
Met de goedkeuring van 4 nieuwe definitieve schoolstraten in Deurne / Borgerhout en Antwerpen in januari dit jaar stijgt het aantal schoolstraten op het grondgebied van de stad tot 43, waarvan 32 definitief en 11 in proefopstelling. Van de definitieve schoolstraten zijn er 11 ook uitgerust met een slagboom.
Sinds 2015 kunnen scholen op het Antwerpse grondgebied zich aanmelden bij de stad voor de aanvraag van een schoolstraat. Schoolstraten zijn straten die tijdens bepaalde uren afgesloten worden voor het verkeer om de leerlingen toe te laten veilig de school te bereiken en verlaten. In een schoolstraat wordt, aan het begin en het einde van de schooldag, de straat een half uur afgesloten. Auto’s kunnen er dan even niet in, fietsers en voetgangers wel. De al aanwezige wagens mogen de straat wel uitrijden.
In de meeste straten gebeurt dat door een gemachtigd opzichter die een hek aan de toegangen van de straat plaatst, maar waar het kan plaatst de stad slagbomen die tijdelijk neergelaten kunnen worden.
De meest recent toegevoegde definitieve schoolstraten zijn de Van Den Hautelei in Deurne, de Oudstrijdersstraat in Borgerhout en de Jacob Jordaensstraat en Begijnenvest in Antwerpen.Daarmee komt het totale aantal op het Antwerpse grondgebied op 43 schoolstraten te liggen. 11 daarvan zijn in de vorm van een proefopstelling, evenveel zijn uitgerust met een slagboom.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis ziet een groeiend engagement bij de schoolgemeenschappen: ‘In 2020 stond de teller op 5, we zijn blij te zien dat de laatste jaren de animo van de scholen om hieraan deel te nemen sterk toegenomen is. Schoolstraten komen steeds op aanvraag van de school zelf. Zij gaan op zoek naar vrijwilligers om bij aanvang en afsluiten van de schooldag de hekken te plaatsen of de slagboom te bemannen.’
Overzichtskaart locaties schoolstraten in Antwerpen.
Koen Kennis vervolgt: ‘Schoolstraten maken onze schoolomgevingen veiliger, gevrijwaard van gemotoriseerd verkeer. De voordelen spreken voor zich.Tijdens de proefperiode vragen we feedback aan de school en de omgeving, waarna het bij een positieve evaluatie een blijvende afspraak wordt. We zijn blij te merken dat bijna elke aangevraagde schoolstraat zijn weg vindt naar een definitieve schoolstraat. Onze stadsdiensten staan in elk geval klaar om de geïnteresseerde scholen te begeleiden.’
Antwerpen krijgt twee snellaadpleinen voor elektrische voertuigen. Die komen er langs de Singel: op de parkings aan de Uitbreidingstraat 180 en aan het einde van de Plantin en Moretuslei. Ze zullen elk acht snelle oplaadpunten hebben en worden gebouwd zodra de vergunning is verleend, ten vroegste dit najaar. De stad onderzoekt momenteel ook bijkomende locaties voor dergelijke pleinen langs de grote verbindingswegen.
Elektrische voertuigen worden steeds populairder. Stad Antwerpen heeft daarom sinds september 2021 een concessieovereenkomst met TotalEnergies voor de uitbreiding van de publieke laadinfrastructuur.
De stad zet daarbij in op 3 laadsnelheden:
De traagladers ziet de stad vooral op privaat domein: bij mensen thuis en bij bedrijven.
Op strategische plaatsen in de stad worden gewone laadpalen voorzien, volgens het paal volgt wagen en paal volgt paal principe. Die zijn vooral gericht op bewoners zonder eigen laadmogelijkheid en mensen die voor een korte periode in de stad verblijven. Hier kan men op een beperkt aantal uren de wagen goed bijtanken.
Ten derde zijn er de snelladers. Aan een dergelijke paal kan een elektrisch voertuig (afhankelijk van het type) binnen de 20 à 30 minuten een aanzienlijke hoeveel kWh en dus rijbereik bijladen om verder te kunnen rijden. Dit evenaart het gebruiksgemak van een klassiek tankstation.
Snellaadpleinen
Als aanvulling op de gewone laadpalen zal de stad langs de grote verbindingswegen ook dergelijke snelladers plaatsen. Zo kunnen de gebruikers elektriciteit bijtanken zonder extra verkeer in de woonwijken te creëren. Antwerpen kiest er daarbij voor om ‘snellaadpleinen‘ met meerdere palen op één locatie in te richten, zodat er meer zekerheid is.
De eerste twee van deze snellaadpleinen worden ingericht langs de Singel, op de parking aan de Uitbreidingstraat 180 (district Berchem) en de parking aan het einde van de de Plantin en Moretuslei (Vlijtstraat, district Antwerpen). Op beide plaatsen komen 8 oplaadplekken (vier palen met elk twee oplaadpunten), 16 in het totaal dus. Om elk snellaadplein van voldoende stroom te voorzien, wordt er telkens een hoogspanningscabine geïnstalleerd. Die krijgt een kwalitatieve afwerking met houten bekleding, en fietsnietjes ernaast. Om de herkenbaarheid te vergroten wordt er ook een totem geplaatst.
Stad Antwerpen onderzoekt momenteel bijkomende locaties voor de installatie van snellaadpleinen.
“Het is belangrijk dat we de juiste laadinfrastructuur op de juiste plaats inplannen. Publieke ruimte is een schaars goed, en daar springen we zorgvuldig mee om”, stelt schepen voor mobiliteit Koen Kennis.
Aantal laadpunten in Antwerpen
In Antwerpen zijn er momenteel 870 gewone laadpunten, waarvan 442 op het openbaar domein, 298 in (buurt)parkings en 130 in de nieuwe park-and-ridegebouwen. Daarnaast zijn er 20 snellaadpunten op het openbaar domein. Gebruikers vinden het overzicht van alle laadpalen op de website van Slim naar Antwerpen.
Digitale aanvraag gewone laadpaal
Snellaadpunten worden door de stad strategisch ingepland en kunnen niet door burgers aangevraagd worden.
De gewone laadpalen voor het openbaar domein worden wel op aanvraag geplaatst, en na goedkeuring. Meer info en de voorwaarden zijn te vinden op www.antwerpenlaadt.be en www.antwerpen.be (> parkeren en mobiliteit > auto, klik hier voor de rechtstreekse link).
Eerder werden al dropzones aangeduid op de Grote Markt.
Stad Antwerpen startte twee jaar geleden met het afbakenen van gebieden waar gebruikers hun deelvoertuig niet mogen parkeren (no park zones) samen met gemarkeerde zones waar gebruikers het voertuig móeten parkeren (dropzones). Uit ervaring blijkt nu dat de combinatie van grote no park zones met daarin voldoende dropzones de hinder van gestalde deelvoertuigen sterk verlaagt. Daarom rolt de stad het komende jaar extra no park en dropzones uit, met de focus op winkelgebieden en wijken die kampen met overlast door deelvoertuigen. Het winkelgebied op en rond de Meir is eerst aan de beurt.
Het gebruik van deelvoertuigen zonder vaste stalplaats, zoals fietsen, bromfietsen en steps, is de laatste jaren sterk gestegen. De exploitatie van deze deelsystemen is gereglementeerd door de stad, om de openbare orde en veiligheid te vrijwaren en een wildgroei en overaanbod te voorkomen. Het reglement voorziet dat de stad zones kan vastleggen waar het verboden is om deelsteps en -fietsen of -bromfietsen te gebruiken (no go zones) of achter te laten (no park zones), of waar het aangeraden is om ze te stallen (dropzones).
Momenteel is er in de omgeving van het station Antwerpen-Centraal en rond de Grote Markt al een no park zone van kracht. De Meir is momenteel een slow speed zone. De stad zal op en rond de Meir nu bijkomende dropzones markeren, waarna dat gebied ook een no park zone wordt.
Schepen voor mobiliteit en middenstand Koen Kennis: “Dit is geen maatregel tégen deelvoertuigen, niet tegen fietsers, niet tegen steppers. We doen dit omdat mensen die komen winkelen of flaneren in het hart van de stad dat op hun gemak moeten kunnen doen. Om diezelfde reden plaatsten we recent infoborden op de Meir, waarmee we fietsers en steppers vragen om af te stappen bij grote drukte.”
Plaatsbepaling van dropzones
Bij de bepaling van dropzones houdt de stad maximaal rekening met de nabijheid van multimodale knooppunten of belangrijke toeristische trekpleisters. Ze monitort de zones via data van de aanbieders, en evalueert voortdurend op welke locaties er meer moeten komen.
Ter hoogte van onderstaande locaties worden vanaf april nieuwe dropzones gemarkeerd:
Hopland 57 en 45;
Schuttershofstraat 47;
Suikerrui 13 en 14;
Kleine Markt 10;
Lombardenvest 2, 14 en 80;
Huidevettersstraat 37;
Eiermarkt 43;
Meirbrug 2;
Groenplaats 43;
Meir 54 en 84;
Jezusstraat 2.
Verschillende soorten dropzones
De stad zal op deze plekken verschillende soorten dropzones voorzien: voor gemengd gebruik (step, fiets en/of bromfiets) of per voertuigtype (enkel voor step, enkel voor fiets, enkel voor bromfiets). Ze worden vormgegeven via witte kaders op de grond met het woord ‘dropzone’ en een pictogram van de toegelaten voertuigen, met een infobord ernaast. De zones voor een specifiek voertuigtype hebben verticale vakken om de stallingsrichting en het aangewezen aantal aan te geven.