Author: koen

  • Borsbeek en Antwerpen starten fusiegesprekken

    (persbericht) 

    De colleges van Borsbeek en Antwerpen hebben beslist om fusiegesprekken op te starten. De intentie is dat Borsbeek op 1 januari 2025 het tiende district van de stad Antwerpen wordt. Tot eind 2023 zal nu een intensief traject lopen waarbij de voordelen voor alle inwoners geanalyseerd worden en de administratieve en juridische voorbereidingen worden getroffen. De Borsbekenaren zullen in dit traject sterk betrokken worden. Het lokaal bestuur zal met hen in alle openheid in debat gaan om de verschillende beleidskeuzes te duiden en te luisteren naar hun bezorgdheden. Dat debat zal erg laagdrempelig verlopen, onder meer op straten en pleinen. Er zullen ook gesprekken opgestart worden met wijkcomités en adviesraden. De uiteindelijke beslissing zal voor 31 december 2023 voorgelegd worden aan beide gemeenteraden.

    Borsbeek is vandaag met een oppervlakte van net geen 4km² de kleinste gemeente van de provincie Antwerpen. Ze is tevens met 11.200 inwoners de tweede meest dichtbevolkte gemeente van Vlaanderen. De Borsbekenaren kunnen rekenen op een gemeentelijke administratie die zich elke dag hard inzet om de beste dienstverlening te bieden. Om nog beter bestand te zijn tegen de groeiende complexiteit van de uitdagingen waar lokale besturen tegenaan kijken, heeft het gemeentebestuur daarom gesprekken aangeknoopt met alle buurgemeenten. Daaruit is nu een duidelijke voorkeur gekomen om Borsbeek  te laten aansluiten bij de stad Antwerpen en zo een district te worden.

    “Onze ambitie is om de voordelen van de schaalgrootte die de stad ons biedt, te laten rijmen op de knusse nabijheid van onze gemeentevoorzieningen,” legt de burgemeester van Borsbeek, Dis Van Berckelaer, uit. “Onze voornaamste intentie bij de gesprekken die we met mogelijke fusiepartners hebben gevoerd, was dat de Borsbekenaar kon blijven rekenen op een eigen dienstverlening met een volwaardig districtshuis. Bovendien komen er een heel aantal verbeteringen bij. We denken daarbij vooral aan de heraanleg van straten en het onderhoud van het openbaar domein, een wekelijkse afvalophaling, en de waaier aan stedelijke werkingen waar Borsbeek als district van zou profiteren. Niet in het minst onze jeugd en senioren. Een expertise ook om ‘u’ tegen te zeggen”.

     

    Van dorp naast de stad naar dorp in de stad

    Als beide gemeenteraden na dit traject van twee jaar hun goedkeuring geven, zal Borsbeek op 1 januari 2025 het tiende district van de stad Antwerpen worden. Het zal het eerste district zijn dat toetreedt tot de stad sinds de grote fusie van 1983, toen zeven andere gemeenten als district toetraden tot de stad: Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk. Ook Berendrecht-Zandvliet-Lillo werd een zelfstandig district.

    Links naar rechts: Koen Kennis, Dis Van Berckelaer, Bart De Wever en Ken Casier.


    “We zien dat de verschillende Antwerpse districten veertig jaar na de fusie nog altijd hun eigen identiteit hebben behouden en zelfs hebben versterkt,”
    benadrukt Antwerps schepen voor decentralisatie en financiën Koen Kennis. “Daarom is een keuze voor de stad ook een positieve keuze voor Borsbeek. Districten blijven dicht bij de burger en behouden een groot aantal bevoegdheden. Dat zorgt ervoor dat beleid op maat van de Borsbekenaar mogelijk blijft.”

     

    Concrete ambities

    De Vlaamse regering biedt financiële impulsen voor gemeenten die ervoor kiezen samen te gaan. Voor de fusie tussen Antwerpen en Borsbeek zou dat een eenmalig voordeel ten belope van 50 miljoen euro betekenen. Middelen die gebruikt worden om alle inwoners van beide gemeenten erop vooruit te laten gaan.

    “Het principe is eenvoudig,” zegt de burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever. “Voor Antwerpenaren en Borsbekenaren zal deze fusie een win-win zijn. Wat goed is, blijft behouden. En wat beter kan, zal beter worden. Daarvoor liggen concrete projecten op tafel.”

    Voor het toetreden van Borsbeek als tiende district van de stad worden volgende uitgangspunten vooropgesteld:

     

    • De heraanleg van de lokale hoofdassen, onder meer de de Robianostraat, Jozef Reusenslei, Lucien Hendrickxlei en
    • De afvalophaling zal wekelijks gebeuren.
    • De Borsbekenaar krijgt alle voordelen van de Antwerpenaren en dezelfde toegang tot jeugdwerking, seniorenzorg, sportinfrastructuur en het cultuuraanbod. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat Borsbekenaren aan voordelig tarief kunnen gaan zwemmen in het gloednieuwe Sportoase Ruggeveld.
    • De gesprekken tussen de twee gemeentescholen, Academia en De Klinker, en het Stedelijk Onderwijs met de bedoeling om deze scholen in te kantelen, zullen verdergezet worden. De beslissing om de gemeentescholen over te dragen, staat overigens los van de fusiegesprekken en werd reeds in 2020 door Borsbeek gemaakt.
    • De expertise en de diverse netwerken die de stad ontwikkelt en uitbouwt, zullen een meer dan waardevolle ondersteuning zijn voor de uitdagingen van (kinder)armoede en tewerkstelling.
    • De deelsystemen, waaronder het Velo-fietssysteem, zullen op termijn uitgebreid worden naar Borsbeek.
    • Fort 3 blijft behouden als groene long en zal deel uitmaken van de groene gordel rond de stad, met de verdere uitrol van het door Borsbeek opgestelde masterplan.
    • Het Tirolerhof zal ten volle verder opgewaardeerd worden als warme ontmoetingsplaats voor alle Borsbekenaren.
    • De bibliotheek blijft en wordt verder uitgebouwd dankzij de uitgebreide stedelijke werking.
    • Borsbekenaren kunnen naar de recyclageparken van Wommelgem en Boechout blijven gaan, maar kunnen voortaan ook terecht in Berchem en andere Antwerpse recyclageparken.
    • De lokale politie en brandweer worden opgenomen in Politiezone Antwerpen en Brandweer Zone Antwerpen, de grootste korpsen van Vlaanderen. Het politiekantoor en de brandweerkazerne blijven behouden, waaronder de inzet van brandweervrijwilligers.
    • Het principe dat de Borsbekenaar erop vooruit moet gaan, wordt ter harte genomen bij het opmaken van de balans van alle financiële beslissingen en gevolgen, waaronder de eenmaking van de gemeentebelastingstelsels en het afwegen van alle financiële baten op vlak van dienstverlening en aanbod (sociale, sportieve en culturele voorzieningen, afvalzakken,…).

    Intensief traject

    “We starten nu een intensief traject met de intentie om te bekijken of de fusie op 1 januari 2025 verwezenlijkt kan worden. Tegen 31 december 2023 zullen we in dat geval een officiële beslissing indienen bij de Vlaamse overheid,” verklaart Borsbeeks schepen van burgerzaken, personeel en financiën Ken Casier. “De komende maanden gaan we alle betrokken diensten betrekken en de administratieve en praktische gevolgen goed analyseren. Het doel is om alles in het werk te stellen om Borsbeek in 2025 als volwaardig district met eigen bevoegdheden en beleidsmiddelen van start te laten gaan.”



  • Ontbrekend stuk fietspad in Ekeren wordt weggewerkt

    (persbericht)

    Met de Ekerse districtsburgemeester Koen Palinckx (N-VA).

    In het Laar in Ekeren ontbreekt een stuk fietspad, tussen huisnummer 22 en de doorsteek naar de Kluislaan. Het district Ekeren keurde nu het definitief ontwerp voor de aanleg van deze ontbrekende schakel goed. De werken staan gepland voor dit voorjaar.

    Door de verkaveling van het project Quadelaar ontstaat er ruimte om dit stuk aan te leggen. Het fietspad krijgt dezelfde afmetingen als het recent aangelegde dubbelrichtingsfietspad tussen de Eduard Waghemansbrug en de doorsteek naar de Kluislaan. De aanwezige gracht wordt in een koker gelegd, en in de bocht wordt de schrikstrook iets breder gemaakt en aangelegd in gras. Dat zorgt voor meer veiligheid voor de fietsers.

    Koen Kennis, Antwerps schepen voor mobiliteit: “Het gaat om een klein stukje dat ontbrak op een veelgebruikte fietsverbinding tussen Merksem, Brasschaat en Ekeren. Dit soort ontbrekende schakels werken we stelselmatig weg, en zo gaat de veiligheid en het comfort voor de fietsers erop vooruit.”

    De aanleg van het fietspad wordt gefinancierd door stad Antwerpen. In een latere fase komt er ook nieuwe verlichting in het Laar tussen de Eduard Waghemansbrug en huisnummer 22. De kost hiervan wordt door het district Ekeren gedragen.

    Districtsburgemeester Koen Palinckx: “Met het aanleggen van deze ontbrekende schakel zetten we opnieuw een belangrijk stap om het fietsen veilig en comfortabel te maken in Ekeren. Dit korte stuk nieuw fietspad is bovendien noodzakelijk om ook het deel tot aan De Oude Landen in een volgende stap te gaan aanleggen. Daarvoor zijn we nu ook gestart met de opmaak van de plannen.”

     

  • Vlaanderen heeft meer doeners nodig, en minder spelers

    (geredigeerde tekst van mijn toespraak bij de opening van de P+R Linkeroever, in aanwezigheid van mevrouw Lydia Peeters, minister van mobiliteit)

     

    Sta mij toe om in eerste instantie alle mensen die hieraan meegewerkt hebben te bedanken. Ik wil daarbij beginnen in 2015, bij het opmaken van het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen, waarin we Park and Rides rond de stad Antwerpen al neergezet hebben als 1 van de belangrijke elementen. De mensen die er toen al bij waren, en ook alle mensen die achteraf mee gebouwd hebben, zorgden er mee voor dat we nu staan waar we vandaag staan, met P+R’s in Merksem, op de Luchtbal en nu op Linkeroever.

    Dames en heren, ik nodig u uit om straks ook eens naar de bovenste verdieping te gaan en rond te kijken, want dit is wellicht de spectaculairste van de 3 P+R’s.

    Spectaculair niet alleen in omvang en afwerking, ook omwille van het geweldige uitzicht en de metamorfose die ruime omgeving heeft doorgemaakt … Probeer u voor te stellen hoe het vroeger was, en wat u nu ziet. Indrukwekkend!

    Ik wil dat illustreren aan de hand van een quote van iemand die wanneer we hier enkele maanden geleden op werfbezoek waren, die toen zei: ‘Wow,  als ik dit zie, dan wordt Antwerpen volwassen, en dan kon dit net zo goed Berlijn of Londen zijn.’ Ik denk dat we best fier mogen zijn op wat hier vandaag staat.

    U weet dat een P+R realiseren zoals die hier staat, vandaag in Vlaanderen geen sinecure is. En wanneer we hier staan dan kunnen we nu allemaal zeggen hoe fantastisch het resultaat is. Maar we moeten ook durven kijken naar hoe dit tot stand gekomen is, en welke lessen we hieruit kunnen leren.  Waar zijn we uiteindelijk beland, en wat kunnen we misschien in de toekomst beter aanpakken?

    In 2015 stond het idee van P+R’s rond A’pen die open, luchtig, veilig, aangenaam moesten zijn reeds in het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen, een mobiliteitsplan opgesteld met alle aanwezige mobiliteitspartners, conform het toenmalige mobiliteitsdecreet.

    Daar stonden trouwens niet enkel de drie plekken waar we nu gebouwd hebben in, daar stonden nog meer plekken in vermeld. Ik wil maar enkele ideetjes opperen; daar stond ook Wommelgem in, of Ranst.  Ik denk dat het belangrijk dat we ook daar nakijken hoe we daar de P+R-capaciteit kunnen opvoeren en die modal shift een impuls te geven. Mevrouw de minister, u komt vaak vanuit die richting, hoe leuk zou het niet zijn moest u daar uw voertuig kunnen stallen en met de tram tot op de plek van het te knippen lintje rijden? Boechout, die P+R staat regelmatig bomvol, misschien geen 5 of 6 verdiepingen, maar ook daar hebben we extra capaciteit nodig. Ter hoogte van de A12 en de E19 Boom / Edegem, dat staat trouwens ook in ons Routeplan 2030 mee opgenomen, het zou mooi zijn om mensen die van Brussel komen ook te kunnen opvangen in kwaliteitsvolle P+R’s.

    Maar dat zijn allemaal ideeën die in een plan staan, en een plan dat is het begin, maar daarna begint het proces van het realiseren. En ik was bijzonder teleurgesteld wanneer wij met dit plan voor P+R’s naar de verschillende partners gingen – en dan zie je hoe moeilijk soms die ‘verkokering’ in Vlaanderen is.

    Toen wij naar De Lijn gingen, kregen we als antwoord ‘Onze opdracht is trams laten rijden, P+R’s bouwen hoort daar niet bij’. Dat hun klanten hier staan, dat speelde niet mee. Bij het Agentschap Wegen en Verkeer kregen we het antwoord ‘Ja maar, wij werken aan carpooling, niet aan P+R’s, overstappen op trams past niet bij ons.’

    En dan sta je toch wel versteld, dat iedereen binnen zijn eigen koker werkt. Gelukkig konden we dan terecht bij Lantis. U zei het, mevrouw de minister, een bedrijf met een ‘can do’-mentaliteit. Wellicht was die mentaliteit er wellicht ook wel omdat we met het Toekomstverbond, met de burgerbewegingen, met Vlaanderen, met de stad, … stevige afspraken hadden gemaakt rond de modal shift, die ongelofelijk belangrijk is zoals u ook aanhaalde. En uiteindelijk heeft Lantis gebouwd.

    In de voorbereiding van de bouw van de P+R’s 3 jaar geleden vraag je dan aan AWV of ze voor bewegwijzering konden zorgen op het moment dat die parkings zouden open gaan, of aan De Lijn, ‘Kunnen we geen combiticket realiseren, iets dat het mensen makkelijk maakt, zoals ook in het buitenland?’, en  wat zie je dan? Dan zie je dat daar aarzelend wordt gereageerd, en dat vind ik jammer. Die intense samenwerking waar u ook naar verwees, mevrouw de minister, die is ongelofelijk belangrijk. Om die modal shift echt te doen slagen. En daar wil ik Lantis toch expliciet bedanken.

    Ik wil Lantis bedanken want behalve met het bouwen van een ‘Oosterweel’ zijn zij toch ook bezig met een modal shift, bouwen zij inderdaad ook fietspaden, zorgen zij dat er hier nu P+R’s staan. Zonder Lantis zou hier geen P+R hebben gestaan, zouden er geen fietspaden liggen richting toekomstige Scheldebrug, geen ecoviaduct, ….

    Wellicht moeten we, mevrouw de minister, en dat is een uitnodiging om toch eens mee over na te denken, moeten we eens gaan kijken, hoe kunnen we in het kader van die modal shift intenser gaan samenwerken. Ik refereer aan een voorstel dat ook vanuit uw partij ooit is gelanceerd: moeten we niet gaan naar een vervoerbedrijf waar we een aantal zaken kunnen samenbrengen? Of het nu gaat over sporen, wegen, P+R’s, fietspaden, bewegwijzering, … waar we alles in 1 project kunnen steken zodat we alles in 1 keer kunnen uitrollen?

    In het licht van wat ook in ons bestuursakkoord van de stad Antwerpen staat, wil ik graag de suggestie doen om van Antwerpen de pilootregio te maken en dat uit te testen, en te zorgen dat die samenwerking veel hechter wordt.

    Want, mevrouw de minister, zoals u zei, in Antwerpen zijn we al sterk bezig met de modal shift. Maar we zijn er nog niet. Dit is een opdracht deels ook buiten de stadsgrenzen ligt, in de rand. Daarvoor hebben we de inzet van alle belangrijke mobiliteitsspelers nodig, en moeten we al die Vlaamse administraties waar nodig liefst gebundeld in 1 verhaal kunnen vastpakken.

    We hebben hier met Lantis een bedrijf met een ‘can do’-mentaliteit het heft in handen zou kunnen nemen. Het is een suggestie, een idee, maar wel een belangrijk idee. De modal shift in Antwerpen moét zich verder zetten.

    Ik ben bijzonder blij, dat deze P+R een voorbeeld is dat door velen in de toekomst kan gevolgd worden. Vlaanderen heeft nood aan kortere lijnen, minder spelers, meer doeners, zoals Lantis. U mag erop rekenen: de stad zal samen met Vlaanderen, met alle spelers die eraan kunnen bijdragen, de schouders blijven zetten om die modal shift te realiseren.

     

  • Groeicijfers voor Velo in 2021

    (persbericht)

    In 2021 klokte Velo, het Antwerpse deelfietsensysteem met vaste standplaatsen, af op 4,482 miljoen ritten. Dat is een stijging van 288.000 ritten tegenover 2020. Ook de dag- en weekpassen vonden meer aftrek, en het abonnementsbestand herstelt zich van de daling sinds de uitbraak van de corona-epidemie.

    Met een totaal aantal ritten van 4,482 miljoen ritten in 2021 herstelt Velo Antwerpen zich duidelijk tegenover 2020, het eerste jaar waarin de impact van de corona-epidemie resulteerde in een daling van de mobiliteit. De Velo-cijfers lagen toen liefst 38% lager dan in 2019.

    Voor 2021 kan Velo opnieuw groeicijfers voorleggen, met een stijging van het aantal ritten met 288.000 tegenover het jaar voordien.

    Ook de afname van het aantal dag- en weekpassen toonde een groei:
    dagpassen: 44.658 (2021) tegenover 33.776 (2020)
    weekpassen: 6.174 (2021) tegenover 3.859 (2020)

    Het aantal abonnees is nog niet op het niveau pre-corona, met 54.940 op 31 december 2021, tegenover 56.825 eind 2020. Daarbij moet opgemerkt worden dat het aantal abonneehouders in de tweede jaarhelft opnieuw toenam.

    De stilste dag afgelopen jaar was 25 december, met 3.931 ritten, de drukste dag vrijdag 24 september met 22.106 ritten. De drukste dag ooit in de geschiedenis van Velo was goed voor 27.123 ritten (24 oktober 2019).

    De vaakste gekozen route (5.488) was die tussen het station op de de Keyserlei en de Ossenmarkt. Dat eerste station blijft de populairste stelplaats, met 273.265 toekomende of vertrekkende gebruikers. Stelplaats Sorghvliedt werd het minst gebruikt, met 1004 bewegingen. Recordhouder in 2021 is een man / vrouw die afgelopen jaar maar liefst 2.183 ritten deed, een gemiddelde van 6 per dag.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: ‘Velo bleef ook afgelopen jaar 100% operationeel, en is een performant systeem dat we constant monitoren en verfijnen. Ik verwijs naar de Velo-stations die we recent plaatsten aan de P+R’s op de Luchtbal en in Merksem, en naar het tijdelijke station dat we in 2021 openden aan het vaccinatiedorp Spoor Oost. Dit station bewees met 17.096 ritten duidelijk haar nut.  Velo is een ijzersterk merk en is niet meer weg te denken uit ’t stad.’

    Velo telt op dit moment 4200 fietsen op 305 stations binnen en buiten de Singel.

     

     

     

  • Antwerpen UCoin bleek financiële booster voor lokale handelaren

     (persbericht)

    1068 Antwerpse handelaren deden in 2021 zaken met de Antwerpen UCoin, een virtuele munt die de stad lanceerde met de bedoeling de lokale economie te steunen tijdens de uitbraak van het covid 19-virus. Vooral in de sectoren horeca en kleinhandel kregen ondernemers klanten over de vloer om hun UCoins te besteden.

    Om lokale consumptie te stimuleren besliste het Antwerpse stadsbestuur dit voorjaar om onder de naam Antwerpen UCoin een virtuele munt te creëren, exclusief te besteden bij plaatselijke handelaren. De looptijd van die munt, de Antwerpen UCoin, liep af op 31 december 2021, tijd dus voor een eindbalans. ‘De Antwerpen UCoin bleek een financiële booster voor de Antwerpse handelaren’, aldus schepen voor toerisme en middenstand Koen Kennis. ‘Bijna 13 miljoen euro vloeide naar de lokale economie. Geen extra papierwerk, geen commissies voor derde partijen, wel extra klanten en meer consumptie. Een uitbetaling binnen de 2 werkdagen.  Bovendien vertellen heel wat handelaren mij dat ze dankzij de UCoins nieuwe klanten over de vloer kregen. Precies wat ze nodig hadden om een moeilijke periode door te komen.’

    Het stadsbestuur werkte twee initiatieven uit om de UCoins te lanceren. In juni kregen 16.000 stadsmedewerkers een consumptiekrediet ter waarde van 300 euro uitgekeerd. Wie een aankoop deed bij een geregistreerde handelaar kreeg een korting die in een eerste periode kon oplopen tot 66%. Eén derde betaalde de klant uit eigen zak, twee derde met UCoins.

    Om ook het brede publiek aan te zetten lokaal te spenderen was er de wedstrijd ‘Ik koop Antwerps’, waarbij winnaars een soortgelijke korting kregen, mits overnachting in een erkend Antwerps verblijfslogies. Op die manier stimuleerde de stad én lokale consumptie én de lokale hotels en B&B’s.

    Koen Kennis: ‘Tussen juni en eind december bereikten we hiermee 1068 ondernemers. 393 handelaren tekenden een omzet op van meer dan 5.000 euro. 253 handelaren konden zelfs rekenen op een omzet van meer dan 10.000 euro dankzij Antwerpen Ucoins. Maar liefst 112 handelaren zagen meer dan 25.000 euro binnen komen via UCoin-klanten. De extra omzet voor 48 handelszaken lag boven de 50.000 euro en voor 16 Antwerpse zaken liep dat bedrag zelfs op tot meer dan 100.000 euro.  De Antwerpse hotelsector noteerde een extra omzet van meer dan 1.000.000 euro dankzij de wedstrijd ‘Ik koop Antwerps’.

    In totaal vloeide  op die manier 12.434.516 euro naar de ondernemers in meer dan 92.000 transacties. 7,6 miljoen euro daarvan werd uitgegeven in de kleinhandel, met kledij en electronica als uitschieters.  4,1 miljoen werd uitgegeven in de Antwerpse horeca, bijna 3 miljoen daarvan ging naar restaurantbezoek.  Ook de sportsector deed er haar voordeel bij, met meer dan 637.000 euro’s aan uitgaven. De cultuursector noteerde 57.000 euro’s als inkomsten via bestedingen van UCoins.

    Schepen Koen Kennis: ‘Het was een schoolvoorbeeld van hoe je een geslaagd ecosysteem opzet, een win/win voor consument, ondernemer en stedelijk weefsel. Dat was van meetafaan de bedoeling van het stadsbestuur.’

  • Nieuwe fietshelling geopend aan Parkbrug op Eilandje

    (toespraak bij ingebruikname fietshelling Parkbrug – voor persbericht scroll naar onder)

    Beste mensen, geachte aanwezigen,

    Dames en heren, dit stadsbestuur houdt niet van half werk. Ik zou kunnen verwijzen naar de Turnhoutsebaan, maar we staan hier aan de Italiëlei.

    De Parkbrug was ook half werk.

    Dat half werk behoort nu definitief tot het verleden.
    De meest fotogenieke brug van ’t stad legt met deze sierlijke krul de verbinding de link tussen tussen Park Spoor Noord en het Eilandje en de Scheldekaaien.

    Hier passeren elke dag vele honderden fietsers, op een belangrijke fietsas tussen het noorden en het stadscentrum.

    Noem het gerust een ‘missing link’ die we hier wegwerken.

    Dit is ook goed nieuws voor de buurt.

    Het is geen toeval dat ik hier een aantal mensen zie van de bedrijven die hier gevestigd zijn, en van de AP Hogeschool. Het is toch ook een beetje ‘hun’ brug. Welkom en proficiat.

    Ik verwelkom ook de steppers van ‘Make Antwerp Great Again’.

    Zij leiden toeristen per step rond in Antwerpen, en kunnen nu eindelijk hun ‘Ronde van Antwerpen’ volledig afwerken zonder om te moeten rijden.

    Ik reken op veel foto’s en hashtags op Instagram, dames en heren.

    Vooraleer het lintje te knippen toch nog een woordje van dank aan de architecten en ontwerpers (Ney & Partners),  AG Vespa, de aannemer en arbeiders die de afgelopen maanden vaak in moeilijke omstandigheden hebben moeten werken.

    Ik weet dat het  geen sinecure was om hier deze helling te plaatsen, maar eind goed, al goed.

    —–

    (persbericht)

    Nieuwe fietshelling geopend aan Parkbrug op Eilandje

    Vandaag is de fietshelling aan de Parkbrug geopend. De fietshelling op het Eilandje ligt in het binnengebied tussen de Italiëlei, Londenstraat en Entrepotkaai. Ze biedt een alternatief voor de lift en de trap met VeloComfort-systeem, die allebei behouden blijven.De Parkbrug is sinds juli 2016 een verkeersveilige verbinding voor voetgangers en fietsers tussen Park Spoor Noord en het Eilandje. Ze overspant de Italiëlei ter hoogte van de Noorderplaats.Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: “Hier passeren elke dag vele honderden fietsers, op een belangrijke fietsas tussen het noorden en het stadscentrum. Hun comfort gaat er nu met sprongen op vooruit. Noem het gerust een ‘missing link’ die we hier wegwerken.”

    Het ontwerp van de fietshelling is, net zoals dat van de Parkbrug, van Ney & Partners. De lusvormige helling is 140 meter lang en is uitgevoerd in een witte, lichte staalstructuur om het gewicht op de bestaande structuur te beperken.

    De fietshelling ligt parallel aan de gevels van de bestaande gebouwen. De start ervan is voldoende breed gemaakt om de toegang vanuit verschillende richtingen mogelijk te maken. Het fietspad is voorzien in gietasfalt en is verlicht.

     

  • Antwerpen bakent 9 sfeergebieden in binnenstad af voor ondernemers en investeerders

    (persbericht) 

    foto: copyright Sigird Spinnox


    Stad Antwerpen heeft 9 unieke sfeergebieden in het toeristisch centrum afgebakend voor investeerders, eigenaars, vastgoedmakelaars en ondernemers. Deze sfeergebieden kunnen hen helpen om een geschikte locatie voor hun handelspand te vinden of om te investeren.

    Als grootste winkelstad van Vlaanderen heeft Antwerpen een gevarieerde mix van mainstream retail, high-end fashion en charmante, originele boetieks. Bovendien is er een groot en divers aanbod van horecazaken en beschikt de stad over een rijk historisch en cultureel patrimonium.

    Koen Kennis, schepen voor middenstand en toerisme: “Antwerpen staat in eigen land en in de buurlanden hoog aangeschreven als winkelstad. Dat is een reputatie die we moeten koesteren. Wie komt winkelen in Antwerpen, besteedt immers vaak ook geld in onze horeca, overnacht hier, of bezoekt een van onze musea of tentoonstellingen. Het stadsbestuur werkt intensief samen met alle betrokkenen om onze Antwerpse troeven goed uit te spelen.”

    Als actiepunt uit de stedelijke beleidsnota detailhandel en in overleg met de vastgoedsector en de handelaars heeft de stad het toeristisch centrum in 9 gebieden onderverdeeld, elk met hun eigen unieke sfeer:

    • Meir Boulevard: bekend als boulevard van ketens tussen Antwerpen-Centraal en de Groenplaats;
    • Schuttershofstraat: de zone waar vooral high-end en luxeshopping te vinden is;
    • Botanique: waar klassezaken gevestigd zijn in een oase van rust;
    • De Wilde Zee: vooral bekend voor speciaalzaken, nicheproducten en ambachten;
    • Modebuurt: met een aanbod van eigentijdse modefilialen;
    • Kloosterstraat: een zeer duidelijke sfeer met een mix van oud en nieuw design en interieur;
    • Historisch Centrum: een mix van handel en horeca omringd door historische trekpleisters;
    • het Eilandje: de voormalige havenbuurt waar heel wat horeca en nachtleven te vinden is;
    • het Zuid: de buurt waar grote musea de trekker zijn van heel wat bezoekers.

    Op twee plaatsen is er een overlap tussen twee sfeergebieden, met een mix van beide sferen: de Groenplaats, op de overgang tussen de Meir Boulevard en het Historisch Centrum; en de Steenhouwersvest, op de overgang van de Modebuurt en de Kloosterstraat.

    Schepen Koen Kennis: “De sfeergebieden bieden een leidraad voor investeerders, eigenaars en vastgoedmakelaars. Doordat ze een duidelijk beeld hebben van de sfeer die een gebied uitstraalt, kunnen ze doelgericht investeren. Stad Antwerpen kan hier zelf gebruik van maken voor toekomstige projecten of bij beleidskeuzes. Handelaars en makelaars krijgen binnenkort materiaal om deze sfeergebieden mee te promoten, zodat bezoekers ook makkelijk hun weg vinden in ons ruime aanbod.”

    Meer informatie over de sfeergebieden staat op www.ondernemeninantwerpen.be. Klik hier voor de rechtstreekse link.

  • Vijf schoolstraten in district Antwerpen definitief ingevoerd

    (persbericht)

    Sinds 2020 zijn de Demerstraat, Duinstraat, Korte Scholierstraat, Louiza-Marialei en Louis Straussstraat in het district Antwerpen tijdelijke schoolstraten. De vijf proefprojecten zijn in samenspraak met district Antwerpen en de scholen positief geëvalueerd, daarom worden deze schoolstraten nu permanent ingevoerd. Het doel is om de verkeersveiligheid aan de school te verhogen.

    Bij een schoolstraat sluit een gemachtigd opzichter of vrijwilliger bij het begin en einde van de schooldag een (deel van de) straat een tijdlang af. Voetgangers, steppers, fietsers en speed pedelecs kunnen dat gedeelte nog wel in, maar gemotoriseerd verkeer wordt geweerd.

    Stad Antwerpen telt ondertussen al 40 schoolstraten(, waarvan er met deze 5 bij ondertussen 14 permanent zijn ingevoerd. De overige schoolstraten worden nog verder geëvalueerd.)

    De Demerstraat (vrije basisschool ’t Spoor) wordt afgesloten ter hoogte van de Lange Lobroekstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.05 tot 8.35 uur en van 15.00 tot 15.30uur. Op woensdag tussen 8.05 en 8.35 uur en tussen 11.55 en 12.25 uur.

    De Duinstraat (stedelijke basisschool Het Atelier) wordt afgesloten ter hoogte van de Diepestraat en Lange Zavelstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 8.45 uur en van 15.20 tot 15.35 uur. Op woensdag tussen 8.30 en 8.45 uur en tussen 12.20 en 12.35 uur.

    De Korte Scholiersstraat (stedelijke kleuterschool De Musjes) wordt afgesloten ter hoogte van de Wilgenstraat en de Lange Scholiersstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.00 tot 9.00 uur en van 15.00 tot 16.00 uur. Op woensdag tussen 8.00 en 9.00 uur en tussen 12.00 en 13.00 uur.

    De Louiza-Marialei (Onze-Lieve-Vrouwecollege) wordt afgesloten ter hoogte van de Rubenslei, voor het gemotoriseerd verkeer. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30 tot 8.45 uur en van 15.10 tot 15.45 uur. Op woensdag tussen 8.30 en 8.45 uur en tussen 12.05 en 12.35 uur.

    De Louis Straussstraat (basisschool De Tandem) wordt vanaf de scheiding vanaf de kerk tot aan de Volhardingstraat, voor het gemotoriseerd verkeer. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.15 tot 8.45 uur en van 15.15 tot 15.45 uur. Op woensdag tussen 8.15 en 8.45 uur en tussen 12.00 en 12.30 uur.

    Met deze ingrepen willen stad Antwerpen, district Antwerpen en de vijf scholen de verkeersveiligheid aan de scholen en in de buurt verbeteren.

     

     

  • Welkom in Antwerpen: parkeren voor 1 euro / 24u

    (toespraak door de burgemeester bij de opening van de P+R Merksem)

    Geachte mevrouw Peeters, beste minister, beste aanwezigen,

    Laat me beginnen met schepen voor mobiliteit Koen Kennis te verontschuldigen. Ik weet dat hij heel graag hier aanwezig zou geweest zijn, en hij hoort hier ook. Van hieruit wens ik hem veel beterschap toe.

    Vandaag is een belangrijke dag voor het Antwerpse mobiliteitsbeleid. De opening van de 1ste P+R hier in Merksem, 1ste van in totaal 3 soortgelijke gebouwen.

    Vlot en goedkoop naar het stadscentrum, daarover gaat het.

    Voor 1 euro parkeer je hier je wagen een hele dag, en stap je over op tram of bus, of op deelmobiliteit.

    We mogen bijzonder fier zijn op de inrichting / afwerking van de parkeergebouwen.

    Geen betonnen bunkers, maar aangename, open, goed verlichte, goed verluchte omgevingen, ruim bemeten, met groenvoorzieningen en afgewerkt met hout.

    Alles is gericht op gebruiksgemak en veiligheid. Dat is de expliciete wens van de stad.

    Dames en heren, dit verhaal stopt niet aan de slagbomen.

    De P+R’s zijn een deel van de belofte die we maakten in het kader van het Toekomstverbond en onze ambitieuze modal shift 50/50 in het Vlaams Regeerakkoord.

    Een belofte aan de Antwerpenaar, om de stad leefbaar en bereikbaar te houden, de belangrijkste uitdaging voor dit decennium.
    De deelmobiliteitsaanbieders zijn hier talrijk aanwezig. Zij hebben de boodschap alvast begrepen, zien de opportuniteiten om de P+R’s uit te bouwen tot levendige overstappunten.

    Om die beloften na te komen moeten alle randvoorwaarden vervuld zijn , en daarom ben ik blij dat de minister hier aanwezig is.

    Ik hoef er geen tekeningentje bij te maken dat Antwerpen grote bezoekersstromen uit het noorden ontvangt. Die dreigen zich de volgende jaren vast te rijden in de Oosterweelwerf.

    Om die verkeersstromen naar onze P+R’s te leiden ontbreekt op dit moment de signalisatie op de A12 vanuit Bergen-Op-Zoom en op de E-19 vanuit Breda. Dat is natuurlijk jammer. Ik ben ervan overtuigd dat Vlaanderen hier snel werk van zal maken.

    En dan is er het openbaar vervoer.

    De Antwerpse P+R’s kunnen alleen maar een succes worden als de gebruikers kunnen rekenen op een performant openbaar vervoer.

    Trams en bussen waarvan je weet dat ze komen opdagen, en wanneer. Voldoende frequentie, voldoende capaciteit, snelle doorstroming, goede informatie voor de gebruikers, en aansluiting / aansluiting / aansluiting, ge-ga-ran-deerd. Ook daarvoor kijken wij in de richting van de minister.

    De noden zijn hier en nu, en ze zijn hoog. De oplossingen zijn gekend en liggen klaar.

    Enkele weken geleden kwam in Antwerpen het eerste van 58 nieuwe tramstellen toe.  Het gaat om een nieuw type, capaciteit 180 plaatsen, meer comfort. Dat is goed.

    Maar willen we de modal shift realiseren, is meer nodig. Berekeningen wijzen dat uit.

    We kijken uit naar de levering van de volledige bestelling, 66 trams in totaal.

    Ook kunnen we de huidige PCC-trams nog altijd niet missen, in tegenstelling tot wat in de krant stond. Als er ergens in Vlaanderen PCC’s aan de kant staan, laat ze maar naar Antwerpen komen. Dan pimpen wij ze wel, klaar voor gebruik.

    Ik wil dan ook graag een voorafname doen op de toekomst, en aandringen op de aankoop van bijkomend 40 nieuwe trams richting 2026. Alleen op die manier is de modal shift 50/50 voor de Antwerpse regio haalbaar.

    Met de bouw van de P+R’s hielden Lantis en de stad Antwerpen zich aan hun woord.  Mevrouw de minister, laat ons alle engagementen van het Toekomstverbond nakomen. Dank!

    PERSBERICHT

    Park and Rides Merksem en Luchtbal klaar voor gebruik

    Voor wie de stad in moet en opkijkt tegen de zoektocht naar een betaalbare en comfortabele parkeerplaats, is er goed nieuws! Vanaf 1 december komen er aan de rand van de stad bijna 2400 parkeerplaatsen bij waar je voor 1 euro je auto een ganse dag veilig achterlaat. De stad bereiken doe je nadien via het openbaar vervoer of via een (elektrische) deelfiets of step. Op die manier ben je eventuele files naar de stad ook te slim af. Handig toch? 

     

    Vlaams Minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters:

     

    De nieuwe P+R-gebouwen bieden pendelaars de zekerheid op een parkeerplaats in een van de gloednieuwe bewaakte parkeertorens. Via de uitbouw van onze Hoppinpunten kunnen pendelaars na het parkeren van hun wagen, hier gemakkelijk overstappen op het openbaar vervoer of gebruik maken van een (elektrische) deelfiets of step om zich zo richting de stad te verplaatsen. Zo stimuleren we ook hier weer combimobiliteit, wat bijdraagt aan het realiseren van de modal shift naar 50/50. Vlaanderen investeerde hier 45 miljoen euro, wat ongeveer de helft is van de totale investeringskost“.

     

    Park and Rides

     

    De extra parkeerplaatsen vind je terug in twee gloednieuwe en hypermoderne Park and Ride gebouwen. Geen grijze, saaie gebouwen die je zo snel als mogelijk wil verlaten, maar lichte en open constructies waar houten balken de hoofdrol spelen en waar het, onder meer dankzij de aanwezigheid van groen, aangenaam vertoeven is. Het grootste gebouw, met plaats voor 1700 wagens, staat vlak naast de afrit van de A12 aan de Noorderlaan. Bouwheer Lantis is overigens nog op zoek naar een aantrekkelijke invulling voor de commerciële ruimte op het gelijkvloers. In Merksem biedt het Park and Ride gebouw aan de Bredabaan onderdak aan 685 wagens.

     

    Op beide locaties kan je je wagen vandaag nog parkeren op tijdelijke parkings, maar die zullen op termijn verdwijnen of een andere invulling krijgen. Behalve voor bewoners, voor wie in de omgeving bewonersparkeren werd ingevoerd, bieden de Park and Ride gebouwen hiermee veruit de goedkoopste parkeeroplossing voor wie van buiten de stad komt. 

     

    Koen Kennis, Antwerps mobiliteitsschepen:

     

    De P+R’s zullen de volgende jaren tijdens de werken aan de Oosterweelverbinding garant staan voor een duurzaam alternatief voor wie in de stad wil zijn. Ook nadien zullen ze een belangrijke rol spelen in de modal split voor Antwerpen. De stad en Lantis bouwen de P+R’s uit tot aangename en aantrekkelijke omgevingen waar overstappen van het ene op het andere vervoermiddel vanzelfsprekend is. Op die manier houden we Antwerpen bereikbaar en leefbaar.

     

    Ook op Linkeroever

     

    Vanaf maandag 17 januari 2022 zal ook het Park and Ride gebouw aan de Blancefloerlaan op Linkeroever de slagbomen openen voor gebruik. Het aanbod “parkeerplaatsen voor 1 euro aan de rand van de stad” krijgt er vanaf dan nog eens 1500 parkeerplaatsen bij.

    Slimme mobiliteit hubs

     

    Niet alleen tijdens, maar ook na de werken aan de Oosterweelverbinding zullen de Park and Rides hun rol vervullen in de manier waarop we ons naar de stad begeven. In de gebouwen staat het comfort voor de gebruiker dan ook voorop. Je elektrische wagen opladen, je fiets stallen in een afgesloten stalling… het kan er snel en makkelijk. Eens geparkeerd stap je over een vervoermiddel naar keuze: tram of bus, of een (elektrische) deelfiets, een step of een deelwagen. Meer dan gebouwen zijn de Park and Rides hubs voor een slimme mobiliteit naar de stad.

    Meer info: https://www.oosterweelverbinding.be/vlot-door-de-werken/extra-park-and-rides

     

  • Voorontwerpen noordelijke Ringparken en conceptontwerp Ringpark Zuid afgerond

    (persbericht)

    (niet-bindende visual ringpark)
    Terreinen langs en rond de Ring die tot nu toe ontoegankelijk zijn of onderbenut bleven, zullen in de toekomst een nieuwe invulling krijgen.

     

    De voorontwerpen voor de Ringparken Noordkasteel, Groenendaal, Lobroekdok en Het Schijn en het conceptontwerp voor Ringpark Zuid zijn afgerond. Deze plannen zijn het resultaat van een intensief co-creatief proces dat de ontwerpteams doorliepen met de omwonenden en de vele betrokkenen. Deze ontwerpen gaan nu naar de betrokken districten, team intendant, de burgerbewegingen en partners die instaan voor de uitvoering van De Grote Verbinding. Zij bekijken onder andere de technische afstemming tussen de parken en andere projecten in de buurt, en de fasering van de volgende stappen richting uitvoering.

    In de zomer van 2020 zijn de ontwerpteams aan de slag gegaan om de gekozen leefbaarheidsprojecten voor de vier noordelijke Ringparken verder uit te werken tot uitvoerbare voorontwerpen. Sinds begin 2021 is ook het ontwerpteam voor Ringpark Zuid aan de slag. Net als in de vorige fases van De Grote Verbinding werkten de ontwerpteams samen met heel wat Antwerpenaren, stakeholders en partners: de Vlaamse overheid, stad, haven, burgerbewegingen, Lantis en het team van intendant Alexander D’Hooghe.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De opdracht was van bij de start: hoe verzoenen we mobiliteit en leefbaarheid? Door iedereen mee aan boord te nemen in de ontwikkeling van de Ringparken zetten we hierin beslissende stappen voor Antwerpen.”

    Ontwerpen klaar voor volgende stap

    De voorontwerpen voor de vier noordelijke Ringparken en het conceptontwerp voor Ringpark Zuid zijn nu afgerond en klaar voor een volgende stap. Alle ontwerpen worden de komende maanden zowel door het team intendant, de betrokken districten en partners als door Lantis, de bouwheer voor de Oosterweelverbinding, grondig nagekeken op hun onderlinge samenhang en aansluiting op de  aangrenzende wijken en projecten in de buurt. Ook de verdere technische afstemming met de onderliggende of aanpalende infrastructuur komt hier aan bod.

    De burgerbewegingen en betrokkenen, die gedurende het volledige ontwerpproces hebben meegewerkt aan de plannen, kunnen net zoals bij de vorige fases van het proces hun advies over de voorliggende plannen meegeven aan de beleidsmakers.

    Na het bundelen van alle adviezen worden de voorontwerpen voor de noordelijke Ringparken in het voorjaar van 2022 definitief goedgekeurd. Vanuit de adviezen kunnen er bijkomende opdrachten aan de ontwerpteams gegeven worden om bijvoorbeeld een deel verder uit te werken of verder technisch af te stemmen met de lopende infrastructuurwerken of projecten in de buurt. Voor Ringpark Zuid worden de adviezen meegenomen in het uitwerken van het conceptontwerp naar een voorontwerp, dat eveneens in het voorjaar van 2022 zal worden goedgekeurd.

    Ook in deze volgende fases zullen alle Antwerpenaren nauw betrokken worden bij de verdere uitwerking van de plannen of tijdelijke invullingen langs of op de werken.

    Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “Vanuit Vlaanderen investeren we in Antwerpen, niet enkel in de haven en in infrastructuur maar ook in de leefbaarheid van elke Antwerpenaar. Met de Grote Verbinding, waar deze Ringparken deel van uitmaken, zijn we geëvolueerd van een puur infrastructuur- en mobiliteitsverhaal naar een innovatief, participatief leefbaarheidsproject.”

    Schepen voor stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening Annick De Ridder: “De leefbaarheidsprojecten zorgen voor een historische kans om van de Ringzone een volwaardig stadsdeel te maken. De nieuwe Ringparken hebben sterke en levendige stadsranden nodig om veilig, levendig, bruikbaar en beheersbaar te zijn. Daarom zullen we parallel met de uitwerking van de Ringprojecten ook een ambitieus stadsontwikkelingstraject opstarten. Daar maken we plaats voor nieuwe woningen, voorzieningen en bedrijvigheid maar ook voor sterke verbindingen tussen de bestaande wijken aan beide zijden van de Ring.”

    De Ringparken in een notendop:

    Ringpark Noordkasteel
    In Ringpark Noordkasteel, op en rond het nieuwe Oosterweelknooppunt, kan men komen uitwaaien, genieten van het groen of kennismaken met de historische restanten van deze bijzondere site. De vijver aan het voormalige fort blijft het hart van het toekomstige Ringpark. Het SAMGA-plein, ter hoogte van de 19de-eeuwse silo, is de toegang naar het nieuwe park en de verhoogde wandeldijk langs de Schelde. De Oosterweelsteenweg wordt een groene parkweg en nieuwe fietspaden en -bruggen zorgen voor een snelle en comfortabele fietsverbinding tussen de stad, de haven en de Scheldetunnel.

    Ringpark Groenendaal
    Even verderop maakt Ringpark Groenendaal de verbinding tussen Luchtbal en Merksem. Een deel van het park komt bovenop de tunnels van de vernieuwde Ring te liggen en wordt een belangrijke ontmoetingsplek voor Merksem en Luchtbal. Ook langs de vernieuwde Ring komen nieuwe parken met elk een eigen sfeer, waaronder de Merksemse tuinen en Luchtbal natuurtuinen. Rondom de openingen in de tunnel komt de blikvanger: een stadsserre die zich richt naar het Ringpark. Een groene brug over het Albertkanaal zorgt voor de verbinding met Ringpark Lobroekdok.

    Ringpark Lobroekdok
    Water is overal in het nieuwe Ringpark Lobroekdok, dat tussen Schijnpoortweg en Noorderlaan ligt. Ook hier ligt een deel van het park bovenop de tunnels van de vernieuwde Ring. Tijdens warme zomerdagen kan men zich hier verfrissen in een zwemdok en een waterspeeltuin. Samen met het opnieuw zichtbare Schijn, de ecologische vooroever aan het Albertkanaal en het water van het Lobroekdok wordt dit gebied een groot waterpark voor de hele stad. Naast water heeft het Ringpark ook vele uiteenlopende groene plekken zoals het park tussen het Lobroekdok en de spoorwegbrug, waar ligweides, sportvelden en groen elkaar afwisselen. Op de kap langs het Sportpaleis komt een schaduwrijke ligweide die aansluit op het zwemdok.

    Ringpark Het Schijn
    In Ringpark Het Schijn krijgt de Schijnvallei achter de Ten Eekhovelei en Lakborslei een volledige herinrichting, met nieuwe zijtakken voor de rivier, twee eilanden en glooiende oevers. De bestaande toegangen tot het park worden uitgebouwd tot buurtpleinen en een overkapping aan Hof ter Lo verbindt Deurne en Borgerhout voor fietsers en voetgangers. Het Ringfietspad komt tussen de Ring en het Schijn te liggen en maakt met een nieuwe fietsbrug over de Schijnpoortweg de verbinding met het Ringpark Lobroekdok. Aan de andere kant van het park zorgt een fietstunnel onder de Turnhoutsebaan, langs de buitenkant van de Ring, voor de verbinding met het Rivierenhof.

    Ringpark Zuid
    Ter hoogte van de Kennedytunnel zorgt Ringpark Zuid voor heel wat nieuwe groene ruimte tussen het Kiel, de Tentoonstellingswijk, de Brederodewijk en Nieuw Zuid. Door een compactere inrichting van het op- en afrittencomplex aan Antwerpen-Zuid en de overkapping van de aansluiting met de A12 kan het bestaande groen tussen de huidige snelwegen natuurlijker ontwikkeld en toegankelijk gemaakt worden. Een promenade in de vorm van een hoefijzer maakt de verbinding tussen het centraal gelegen parkdeel en drie (ver)nieuw(d)e buurtparken. Aan de rand ervan zorgen twee ecologische corridors voor de verbinding met het natuurgebied de Hobokense Polder.