Author: koen

  • Oneerlijke transfers? Antwerpen is Glabbeek niet.

    (deze tekst verscheen op dinsdag 16 januari als opiniestuk in De Tijd)

    (foto: Philip Verhoeven)

    Dat Antwerpen schuldenvrij is, ligt aan verantwoord beleid en niet aan onterechte transfers. Het komt bovendien heel Vlaanderen ten goede, schrijft de Antwerpse schepen Koen Kennis in een repliek op een opiniestuk van de Glabbeekse burgemeester Peter Reekmans.

    Antwerpen steelt zuurverdiende centjes van brave Vlamingen in plattelandsgemeenten. Dat is samengevat wat de Glabbeekse burgemeester Peter Reekmans onlangs in een opiniestuk in De Tijd schreef. Hoe hij daarbij op meer dan 2 miljard euro uitkomt, is mij een raadsel.

    Ik voelde me als Antwerpse schepen van Financiën enigszins gecharmeerd. Het beeld dat ik met een vingerknip uit het hele land geldzakken kan laten aanslepen, dicht mij een aanzienlijke invloed toe. Gelukkig leven we in een democratie waarin dat fantasie zal blijven. Graag leg ik de ware toedracht uit.

    • De auteur
      Koen Kennis is schepen van Financiën in Antwerpen.
    • De kwestie
      De Glabbeekse burgemeester Peter Reekmans ‘pikt het niet meer dat zoveel subsidies naar Antwerpen vloeien’. Dat gaat ten koste van andere Vlaamse gemeenten, stelt hij.
    • De conclusie
      Door zijn centrumfunctie kan Antwerpen niet vergeleken worden met gemeenten als Glabbeek. Dat de stad schuldenvrij is, ligt aan verantwoord beleid en komt heel Vlaanderen ten goede.

    Steden en kleinere gemeenten vergelijken zich zoals appelen met citroenen. Niet. In de eerste plaats omdat steden een centrumfunctie hebben, nota bene voor de inwoners van die kleinere gemeenten. Die inwoners ontvangen we in onze cultuurhuizen en op onze bruisende evenementen. We verzorgen hen in onze ziekenhuizen – liefst 47 procent van de patiënten van ZNA woont niet in Antwerpen zelf. We onderwijzen hun kinderen. En we zijn de logistieke draaischijf en de motor van de Vlaamse welvaart. Als gesproken wordt over het ‘Antwerpse mobiliteitsprobleem’ dat met de Oosterweelwerken moet verdwijnen, bedoelt men eigenlijk het ‘Vlaamse mobiliteitsprobleem’.

    Bovendien trekt een stad ook veel inwoners aan die het sociaal-economisch moeilijker hebben. Kleine gemeenten zijn vaak rijke gemeenten. De best betaalde havenmedewerkers wonen meestal niet in Antwerpen zelf. Maar in de Scheldestad wonen wel 22.000 asielzoekers en erkende vluchtelingen. Dat is vier keer meer dan er Glabbekenaren zijn. Het zijn er in verhouding ook dubbel zoveel als in Gent. Al die mensen moeten geïntegreerd geraken, naar werk geleid worden, een dak boven hun hoofd krijgen, school lopen en ga zo maar door.

    Antwerpen kun je dus niet vergelijken met Glabbeek. Dan rest de vraag: krijgt Antwerpen te veel geld, zoals Reekmans ten overvloede beweert? Het antwoord is duidelijk: nee.

    Schuldgraad

    De verdeelsleutel van het Gemeentefonds werd vastgelegd in 2002. Je kunt dus bezwaarlijk zeggen dat de Antwerpse burgemeester of ikzelf extra uit die pot hebben gegrabbeld om onze rekeningen te doen kloppen. De Antwerpse begroting is op orde dankzij volgehouden saneringsinspanningen over meerdere legislaturen heen. De laatste twee bestuursperiodes hebben we die inspanningen versneld. Onze historische schulden zijn nu afbetaald en de Vlaamse curatele die van in 1990 was opgelegd, werd enkele jaren geleden al opgeheven.

    Dat die schulden zijn afbetaald omdat Antwerpen te goed bedeeld is, is een absurde suggestie. Hoe verklaart je anders dat Gent, een stad die per inwoner zelfs iets meer uit dat Gemeentefonds krijgt  – 1.477  tegenover 1.472 euro voor een Antwerpenaar – een schuld heeft die vele malen hoger is? Nochtans is een gemiddelde Gentenaar zelfs rijker dan een doorsnee-Belg, terwijl de Antwerpse welvaartsindex ver onder het nationale gemiddelde zit.

    De Antwerpse schuldgraad bedraagt ondertussen 20 procent tegenover de inkomsten. In Gent is dat 82 procent. Een Gentenaar torst gemiddeld 3.577 euro schuld, voor een Antwerpenaar is dat gedaald tot 760 euro (eind 2022). Allemaal met dezelfde middelen uit het Gemeentefonds. Het moet zijn dat de Antwerpse boekhouding in een ketel met toverdrank is gevallen. Of het moet zijn dat Antwerpen gewoon goed en zuinig bestuurd wordt.

    Pensioenkosten

    Reekmans verwijst ook naar de responsabiliseringsbijdrage (een extra bijdrage voor het pensioen van een ambtenaar, red.) waarin Vlaanderen voor de helft tussenkomt. Antwerpen krijgt inderdaad een flink aandeel daarvan. Maar dat is geen wonderbonus: dat bedrag staat in verhouding tot werkelijke pensioenkosten. Bijvoorbeeld voor het personeel van de ziekenhuizen waar patiënten van ver buiten de stad verzorgd werden.

    Ook de Vlaamse tussenkomst voor de fusie met Borsbeek is geen jackpot. Pro rata krijgt Antwerpen met 92 euro per inwoner veel minder steun dan pakweg Beveren-Zwijndrecht-Kruibeke, dat 500 euro per inwoner krijgt. Antwerpen heeft bovendien, in tegenstelling tot alle andere Vlaamse gemeenten, nooit kunnen profiteren van de nationale schuldovername voor fusiegemeenten die in 1977 werd verleend. Toen Antwerpen in 1983 fuseerde met de huidige districten, was er door de oliecrisis geen geld meer voor zo’n schuldovername.

    Het is ietwat ironisch dat nu onze stad de rekeningen in de zwarte cijfers heeft geschreven, anderen daar verontwaardigd over zijn. Ik begrijp dat ons gezonde financieel beleid en ons verantwoordelijke beheer afgunst opwekken. Maar heel Vlaanderen heeft baat bij een sterk Antwerpen. Onze stad is de motor van de Vlaamse welvaart, de locomotief die onze economie in gang houdt. Daar wordt elke Vlaming beter van.

     

  • Stad Antwerpen betaalt laatste euro historische schulden af

    (toespraak bij afbetaling laatste euro historische schuld van de stad Antwerpen aan Belfius – persbericht zie onderaan)


    Dames en heren, beste medewerkers van de pers,

    Ook van mijn kant welkom hier op het Schoon Verdiep, een gepast decor voor wat we hier vandaag gaan doen.

    Noem dit gerust een historisch moment.  We betalen vandaag immers de laatste euro van de historische schulden van de stad Antwerpen af.

    Dit is een moment dat de burgemeester en ikzelf willen delen met alle Antwerpenaren, en om die reden hebben we u vandaag uitgenodigd.

    De historiek van de Antwerpse schuldenberg gaat enkele decennia terug.

    Vroeger was het de normaalste zaak van de wereld dat openbare besturen leningen aangingen, niet enkel om te investeren maar ook om lopende kosten te dekken.

    Als een gezin dat doet, komt het eerder vroeg dan laat in de problemen.

    De stadsfinanciën stonden er al niet goed voor toen het in 1983 fuseerde met wat nu de districten zijn. Anders dan andere steden kreeg Antwerpen geen schuldovername van de toenmalige overheid.

    De stad keek op 1 januari 1983 aan tegen een schuld van de openbare leningen van 42,3 miljard Belgische frank, ofwel 1,048 miljard euro.

    We waren virtueel failliet.

    Eind 1988 stonden we zelfs 1,678 miljard euro in het krijt.

    Ik moet er niet aan denken wat dat bedrag zou zijn als we dat vandaag zouden indexeren.
    U kent het vervolg.

    In 1990 werden we onder Vlaamse curatele geplaatst. De fiere stad Antwerpen kon haar eigen broek niet ophouden, meer zelfs: kon zelf niet langer bepalen hoe strak de broeksriem werd aangetrokken.

    Dat duurde tot 2018, toen de burgemeester en ik het einde van de curatele konden bekend maken. Dat deden we samen met toenmalig minister voor binnenlands bestuur Liesbeth Homans.

    Dames en heren,

    Dit is een inspanning van velen, en van vele jaren, van een intensief saneringstraject. Ik heb het over stadsbesturen die ons vooraf gingen.

    Ik zou namen kunnen noemen met het risico mensen te vergeten, dus dat doe ik liever niet. Sommige daarvan zijn hier aanwezig. Ook hen dank ik.

    De belastingcenten van de Antwerpenaar zijn iets waar we zorgvuldig mee moeten omspringen.
    ‘We zijn proper op ons eigen’ geweest. We hebben kritisch naar onszelf gekeken, naar onze eigen organisatie, om de Antwerpenaar zo goed en efficiënt mogelijk van dienst te kunnen zijn.

    De vrijgevige , spilzuchtige stad werd de investerende stad, de stad die zorg draagt voor de toekomstige generaties.

    Vandaag denk ik dat we mogen zeggen dat die operatie geslaagd is.
    Onze betrachting is:  een welvarend Antwerpen voor welvarende Antwerpenaren. Niemand hoeft daarbij achter te blijven.

    En dan denk ik dat het nu is om finaal die laatste euro schuld over te maken aan ‘onze’ relatiebeheerder bij Belfius, Philip Van Nieuwenhove.

    PERSBERICHT

    Stad Antwerpen betaalde een laatste schijf aan Belfius en werkt daarmee de schuldenberg, die het decennialang meedroeg, volledig weg. Burgemeester Bart De Wever en schepen voor financiën Koen Kennis maakten vandaag op het stadhuis de symbolische laatste euro van de Antwerpse historische schuld over aan de heer Philip Van Nieuwenhove, relatiebeheerder bij Belfius.

    In het begin van de jaren ‘80 verkeerde stad Antwerpen in financiële moeilijkheden en stond haar kredietwaardigheid op een historisch laagtepunt.

    In 2014 bedroeg de uitstaande schuld op de stedelijke saneringsleningen nog 773,1 miljoen euro. Sindsdien werd er in de respectievelijke bestuursakkoorden telkens de nodige aandacht besteed aan de schuldafbouw. Dankzij het stelselmatig afbouwen van de schulden en een gezond financieel beleid betaalt stad Antwerpen nu de laatste schijf en lost daarmee alle historische schulden af.

    Schepen voor financiën Koen Kennis: “De spectaculaire schuldafbouw van de laatste decennia kon enkel dankzij volgehouden budgettaire inspanningen en een gewijzigd mantra. Leningen kunnen enkel aangegaan worden wanneer de financiële draagkracht dit toelaat en ter financiering van investeringen. Het is dan wel winter en we dromen misschien eens van een witte Kerst, een sneeuwbaleffect moeten we vermijden als we onze financiën gezond willen houden. We plukken nu de vruchten van goed bestuur. Sinds 2014 tot nu hebben we voor een bedrag van 2,5 miljard euro geïnvesteerd, we zijn bevrijd van historische schulden, en vanaf 2024 kunnen we de Antwerpenaar belonen met een belastingverlaging.”

    Burgemeester Bart De Wever: “Antwerpen heeft zijn rekeningen op orde. De tijd dat de Antwerpenaren in de woorden van de betreurde journalist Roger Van Houtte een “bedelend knechtjesvolk” waren, is voorbij. Na het goede rentmeesterschap van de afgelopen jaren wordt de Antwerpenaar nu ook beloond. De historische schulden zijn definitief verleden tijd. We zadelen onze kinderen niet meer op met schulden die onze lopende uitgaven moeten dekken. Dat geeft ruimte om te investeren in de toekomst, en om de Antwerpenaar mee te laten genieten van dat zorgvuldige beleid.”

    Historiek

    Het was in de moeilijke financiële context van de jaren ’80, toen de stad al in financiële moeilijkheden verkeerde, dat Antwerpen in 1983 fuseerde met wat nu de districten zijn. Dat deed ze zonder een schuldovername, wat bij andere fusies in die periode wel gebruikelijk was. De stad keek op 1 januari 1983 aan tegen een schuld van de openbare leningen van 42,3 miljard Belgische frank, ofwel 1,048 miljard euro. Antwerpen was de enige grote gemeente van de fusiegolf van 1977 – 1983 die geen schuldovername kreeg. Eind 1988 liepen de Antwerpse schulden op tot 1,678 miljard euro.

    In de jaren ‘80 werd zowel een Nationaal als een Vlaams Fonds opgericht ter herstel van de gemeentefinanciën. Lagere rentevoeten, gedeeltelijke kwijtscheldingen en gedeeltelijke vervroegde afbetalingen verbeterden de kredietwaardigheid van de stad. Hierdoor werd met een waarborg van het Vlaams Gewest een consolidatie van de leningen bij het toenmalige Gemeentekrediet van België mogelijk. Die waarborg hield een verlaging van de rentevoet in, maar impliceerde ook een bijzonder toezicht. De stad werd in oktober 1990 door toenmalig minister Luc Van den Bossche onder curatele geplaatst. Dat bijzonder toezicht werd in juli 2018 door minister Liesbeth Homans beëindigd, na een intensief saneringstraject.

    De historische schuld bestaat echter nog uit een tweede component. Om de oprichting van Ziekenhuis Netwerk Antwerpen (ZNA) mogelijk te maken, moesten in 2003 de historisch opgebouwde thesaurietekorten van 300 miljoen euro van de voormalige OCMW-ziekenhuizen aangezuiverd worden. De stad heeft die tekorten overgenomen door een financiering van 300 miljoen euro bij de bank. De afbetaling hiervan kon pas starten in 2019, nadat het andere deel van de historische schulden was afgelost.

    Het waren burgemeester De Wever en schepen Kennis die de laatste euro van die afbetaling tijdens een persmoment overmaakten aan de vertegenwoordiger van Belfius.

  • Bruggenbouwers gezocht

    (persbericht)

    Mogelijk toekomstbeeld van de fietsers-en voetgangersbrug over de Schelde. ©Omgeving & SBE


    Start aanbesteding fiets- en wandelbrug over de Schelde in Antwerpen

    De raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg nv en het college van schepenen en burgemeester van de stad Antwerpen keurden deze week de selectieleidraad voor de aanbesteding van de fiets- en wandelbrug goed. Deze beslissing markeert het officiële startschot voor de aanbestedingsprocedure, waarbij via een Europese aanbesteding naar kwalitatieve bouwteams wordt gezocht voor het ontwerp, de bouw en het onderhoud van de brug.

    De aanbesteding omvat niet alleen de Scheldebrug zelf, maar samen met de noodzakelijke stabilisatie van de kaaimuur en de verhoging van de waterkering wordt de kaaivlakte omgevormd tot een bijzondere publieke plek: een nieuwe park- en pleinruimte en een multifunctioneel gebouw zullen van de directe omgeving van de brug een permanent levendige plek maken. Daarnaast maken de bouw van een noodwachtplaats en andere nautische veiligheidsmaatregelen deel uit van het project.

    Vlaanderen heeft van de fiets een echte topprioriteit gemaakt in het beleid. Dat blijkt ook uit de nieuwe Fietsambitie voor Vlaanderen. Deze legislatuur trok minister Peeters maar liefst 1,4 miljard euro uit voor veilige en comfortabele fietspaden.

    “De Scheldebrug is een cruciaal project in het kader van het Toekomstverbond. Het zal niet alleen de mobiliteit voor de actieve weggebruikers o.a. onze fietsers en voetgangers enorm verbeteren, maar ook bijdragen aan een duurzame modal shift in de regio’s Antwerpen en Waasland. Investeringen als deze zijn broodnodig als we zien dat de Vlaming steeds meer fietst en dat de elektrische fiets aan een stevige opmars bezig is. Zo zien we dat 18% van onze verplaatsingen al met de fiets gebeurt. We streven ernaar om in 2029 de Schelde te kunnen kruisen via deze nieuwe brug, waardoor de reistijd voor veel fietsers aanzienlijk wordt verkort” vertelt Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

    Koen Kennis, schepen voor mobiliteit van stad Antwerpen vult aan: “Antwerpen en de Antwerpse regio hebben nood aan meer Schelde kruisende capaciteit. De brug is een belangrijk puzzelstuk voor onze modal shift en zal samen met de nieuwe Scheldetunnel ten noorden van het centrum de fietsring rond de stad compleet maken. De Scheldebrug en de heraangelegde publieke ruimte rond de brug zullen bovendien een hefboom worden voor heel wat ontwikkelingen op het vlak van lokale economie, recreatie, horeca, evenementen, sport en spel en zelfs toerisme. En ze zal een nieuw baken toevoegen aan de rede van Antwerpen.”

    “Via dit DesignBuildMaintain-contract kiezen we voor een geïntegreerde aanpak. Op deze manier wordt de kennis van ontwerpers én aannemers gecombineerd om tot een innovatief en kostenefficiënt ontwerp te komen. ​ Door ook het 25-jarige onderhoud van de brug in de aanbesteding te integreren worden zij eveneens gestimuleerd om tijdens het ontwerpen en de bouw al rekening houden met het latere onderhoud. Zo realiseren we een onderhoudsvriendelijke en betrouwbare brug voor én fietsers én de scheepvaart, en houden we onze rivieren en kanalen steeds bereikbaar.“: stelt Koen Anciaux, voorzitter van de raad van bestuur van De Vlaamse Waterweg nv.

    In de eerste fase, de selectiefase, zal een Europese aanbesteding voor bouwteams worden gepubliceerd. Deze teams, bestaande uit brug- en landschapsontwerpers, aannemers, milieudeskundigen en andere experts, worden uitgenodigd om zich uiterlijk op 12 maart 2024 (13u) kandidaat te stellen. De opdracht wordt na het kerstverlof gepubliceerd.

    Na het ontvangen van de kandidaatstellingen zullen De Vlaamse Waterweg nv en stad Antwerpen gezamenlijk de vier beste bouwteams selecteren. In de zomer van 2024 zullen deze teams de gunningsleidraad ontvangen, het technische lastenboek waaraan de brugontwerpen moeten voldoen. In verschillende rondes zullen de geselecteerde bouwteams hun ontwerpen en offertes indienen en verbeteren, waarna het effectieve brugontwerp dat vervolgens gebouwd zal worden, gekozen wordt.

    De Scheldebrug is het allereerste leefbaarheidsproject van het Toekomstverbond dat wordt aanbesteed. Stad Antwerpen en De Vlaamse Waterweg nv slaan de handen ineen voor deze gezamenlijke aanbesteding, waarbij De Vlaamse Waterweg nv optreedt als de aanbestedende overheid. De definitieve aannemer zal worden geselecteerd in 2025 en als alles goed verloopt, starten de bouwwerkzaamheden in 2026. Het doel is dat we in 2029 voor het eerst over de Schelde kunnen fietsen.

    Voor meer info over het project: https://www.scheldebrug.be/

  • ‘Oosterweel’ steekt de Schelde over in 2024

    (toespraak bij het persmoment ‘Overzicht werven Oosterweelverbinding’ in de Lotto Arena, dd 21 december 2023)

    Met minister voor mobiliteit Lydia Peeters en Bart Van Camp, directeur omgeving Lantis.

    Mevrouw de minister, dames en heren, goeiemiddag,

    Antwerpen is bezig aan een inhaalbeweging.

    Oosterweel werkt immers een historische achterstand weg in infrastructuur, daar waar onze buurlanden die investeringen wel deden. Decennialang hebben we dat in Antwerpen verwaarloosd.

    Die achterstand speelt ons parten, bedreigt onze welvaart en de leefbaarheid van onze stad en regio.

    Ik ben nu ruim tien jaar schepen van mobiliteit. In die periode is de vraag naar mobiliteit alleen maar toegenomen.

    Links en rechts hoor ik wel eens mensen pleiten voor minder mobiliteit.

    Zelf ben ik ervan overtuigd dat mobiliteit een hefboom is voor welvaart en welzijn.

    Een bereikbare stad is een werkbare stad, een stad waar het goed werken en leven is.

    In een stad waar het goed leven en werken is, waar welvaart gecreëerd wordt, zijn er kansen. Kansen voor mensen.

    Oosterweel is dus ook een sociaal verhaal.

    Dat is precies waar we met het Toekomstverbond zo hard aan werken,  een werkbare en leefbare stad en regio.  Een betere stad en regio voor iedereen.

    Ik geloof niet in asfaltklevers of luchthavenbestormers. Ik geloof wel in bouwers en in samenwerking.

    Oosterweel vormt de aanleiding om onze stad een upgrade te geven.

    We gaan onze mobiliteit beter organiseren. Veiligheid moet daarin prioriteit zijn, leefbaarheid en bereikbaarheid moeten daarbij hand in hand gaan.

    We zien hier een overzicht van erg indrukwekkende infrastructuurwerken, misschien wel de grootste werken van die aard in Noordwest-Europa op dit moment.

    Als ik terugdenk aan waar we 10 jaar geleden stonden, of beter gezegd waar we NIET stonden, dan ben ik trots. En blij.

    10 jaar geleden stonden we nergens. We stonden stil.

    Nu bouwen we aan de toekomst, voor autoverkeer, vrachtverkeer, voor de zwakke weggebruiker.

    Want de fietser in de Antwerpse regio maakt dankzij Oosterweel een kwantumsprong.

    Als straks zowel de Scheldebrug en de Scheldetunnel met bijhorende 6 meter brede fietstunnel er liggen, stel ik voor dat we de Ronde van Frankrijk naar hier halen, voor een tijdrit rond Antwerpen. 

    Ik kan u verzekeren: 10 jaar geleden had ik nog niet zoveel grijs haar.
    Daar zullen er ongetwijfeld nog een paar bijkomen.

    Ik besef: de volgende jaren zijn de uitdagingen voor de Antwerpse mobiliteit groot en accuut. Dat is de boodschap van vandaag.

    Maar ik weet dat we op de goede weg zijn.

    Dames en heren, het  Antwerpen dat in de stellingen staat, zal future proof zijn.
    Dank.

  • Een Boon voor A

    (toespraak bij uitreiking ‘Boon voor A’-awards op het Eiwitfestival in de galazaal van de Hilton, Antwerpen)

    De eerste ‘Boon voor A’-award ging naar ‘Little Bun MAS’ (Sint Aldegondiskaai 44, 2000 Antwerpen)

     

    Dames en heren, beste minister (Jo Brouns), welkom hier in Hilton Antwerpen.

    Wie een award in ontvangst neemt, gaat meestal een rijtje met namen af die hij of zij wil bedanken.

    Voor wie een award mag uitdelen, daarvoor bestaan geen spelregels.

    Toch wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om op mijn beurt wat mensen bedanken.  Eerst en vooral aan onze ondernemers.

    Als schepen voor middenstand en toerisme ben ik blij om te zien hoe Antwerpen zich de afgelopen jaren meer en meer op de kaart heeft gezet als reisbestemming voor culinair toerisme.

    Het regent sterren boven de koekenstad, dames en heren. Nergens in dit land vind je meer culinaire sterren dan in Antwerpen.

    Vorige week nog maakte Michelin bekend dat het Antwerpen kiest als locatie voor de volgende Michelin Gids Award Show editie België en Luxemburg.

    Kijk ook naar de erkenning die onze gastronomische sector krijgt in de laatste editie van Gault Millau.

    Ondertussen kijken we uit naar de komst van Smaakhaven, het Vlaams Culinair Centrum dat we in het Loodswezen gaan onderbrengen.

    Dames en heren, het zijn onze ondernemers die de hoofdrolspelers zijn in deze.

    Hen komt de eer toe.

    Tenslotte wil ik ook de organisatie van het Eiwitfestival in de bloemetjes zetten.
    Niet alleen met dit feestelijke event, maar ook met hun insteek.

    De insteek van innovatie en gezonde voeding, het verzamelen van know  how, het uitwisselen van die know how, de ervaring die hier verzameld is, ….

    Ik zie hier verdere professionalisering, en wat goed is voor de sector, is goed voor Antwerpen.

    Ik vind het dan ook een hele eer dat ik hier de winnaars bekend mag maken van de ‘Boon voor A’-awards.

  • Uitbreiding zone 30 naar omgeving ZNA Cadix

    (persbericht)

    (foto: Frederic Beyens)

    In de zone rond het nieuwe ziekenhuis ZNA Cadix geldt een nieuwe snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur.

    Na de opening van het nieuwe ziekenhuis richt de stad haar aandacht op de toenemende verkeersdruk in de directe omgeving. Om de veiligheid van alle weggebruikers te waarborgen, zal de maximale toegelaten snelheid op de enige toegangsweg voor gemotoriseerd verkeer, de Asiadok-Oostkaai, worden teruggebracht tot 30 km/u. Ook de vrije tram- en busbaan rond het ziekenhuis, die voorbehouden is voor De Lijn, valt onder deze snelheidsbeperking.

    Uitbreiding

    Deze snelheidsbeperking wordt geïmplementeerd via een uitbreiding van de reeds bestaande zone 30 in de Cadixwijk. Alle nodige verkeersborden en grondstickers zijn al geplaatst.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Verkeersveiligheid is prioriteit in ons beleid. Sinds 2018 zijn alle Antwerpse woonwijken reeds zone 30, en hier voeren we het regime in, aangepast aan de nieuwe situatie sinds de opening van het nieuwe ziekenhuis.”

    Zones 30 in Antwerpen

    Antwerpen zet zich actief in voor veiligheid en leefbaarheid door de invoering van zone 30-maatregelen. Hiermee benadrukt de stad haar toewijding aan een veilige omgeving voor voetgangers, fietsers en gemotoriseerd verkeer. Op deze manier streeft Antwerpen naar een geïntegreerde aanpak van mobiliteit, waarbij de focus ligt op het verminderen van verkeersdruk en bevorderen van duurzame vervoersalternatieven.

  • Opening nieuwe fietsverbinding Brilschanspark

    (persbericht)

    Gereden en goedgekeurd (met Bruno De Saegher, districtsschepen mobiliteit Berchem)

    Vandaag is een nieuwe fietsverbinding aan het Brilschanspark geopend. Ze verbindt de Grotesteenweg en de Henri Prostlaan, achter de school Encora. De aanleg ervan past in de tweede fase van de werken aan Park Brialmont. 

    Momenteel wordt de tweede fase van Park Brialmont in Berchem aangelegd. Daar horen onder andere ook comfortabele fietsverbindingen bij. De nieuwe fietsverbinding is een gescheiden fietspad in bruinrode asfalt aan de buitenzijde van het Brilschanspark. Ze verbindt de Grotesteenweg en de Henri Prostlaan, achter de school Encora. Aan de belangrijkste toegangen van het park worden fietsnietjes opgesteld. Het fietsverkeer wordt daardoor zo veel mogelijk uit het park geweerd. Tegelijkertijd loopt ook de heraanleg van de Kanunnik Peetersstraat, Wapenhaghestraat en een deel van de Florent Bauduinstraat. Die straten worden ingericht als woonerf en sluiten aan op het park.

    In de volgende fase van de werken in het Brilschanspark, van januari tot april 2024, wordt nog een tweede nieuwe fietsverbinding aangelegd, namelijk tussen het Ringfietspad en de Berchembrug.

    Bruno De Saegher, Berchems districtsschepen voor mobiliteit: “De nieuwe fietsverbinding past in de andere ingrepen in deze wijk, de fietsconnectie tussen de Ring, de Singel naar de Kanunnik Peetersstraat en zo richting Mortsel via de Berchemboslaan en de Oogststraat. De impact van deze werken is momenteel erg groot. Dit fietspad verbindt op een veilige manier de Grotesteenweg met de Henri Prostlaan en haalt voetgangers en fietsers uit elkaar. Een mooi fietspad door het groen.”

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis vult aan: “Als we mensen op de fiets willen krijgen, moeten we hen veilige en comfortabele infrastructuur kunnen aanbieden. Dat is precies wat we hier aanleggen met dit fietspad en straks ook de heraanleg van de omliggende straten. En we werken tegelijk een missing link weg.” 

  • Stad verlaagt drijfkrachtbelasting bij gebruik schone energiebronnen

    (persbericht)

    Vergroening lasten op drijfkracht om duurzaamheid te stimuleren

    Stad Antwerpen stelde eind oktober de jaarlijkse aanpassing aan haar meerjarenplan voor. Daarin was ruimte voor de verlaging en vergroening van belastingen voor burgers en bedrijven, in het kader van haar ambitieus klimaatplan. Dat doet de stad nu onder andere door de zogenaamde drijfkrachtbelasting te verlagen bij bedrijven die werktuigen elektrificeren en gebruik maken van hernieuwbare energie. Ook inwoners krijgen een belastingverlaging wanneer ze investeren in fossielvrije verwarming. Met deze inspanningen blijft stad Antwerpen inzetten op haar klimaatambities zoals opgenomen in het bestuursakkoord.

    Dankzij inkomsten uit belastingen kan stad Antwerpen de algemene uitgaven financieren én de doelstellingen uit het bestuursakkoord realiseren. Als Antwerpse bedrijven energiezuiniger en duurzamer te werk gaan, helpen ze om de klimaatgerichte doelstellingen uit dat akkoord te bereiken. Een fiscaal doordacht beleid, zoals het vergroenen van de lasten op drijfkracht, beloont de ondernemers voor hun inspanningen.

    Eind oktober stelde stad Antwerpen haar aangepaste meerjarenplanning voor, waarin er ruimte was voor de verlaging en vergroening van belastingen voor burgers en bedrijven. Zo wil de stad bedrijven en inwoners extra stimuleren om duurzame keuzes te maken.

    Schepen voor financiën Koen Kennis: “Antwerpen is een ondernemersvriendelijke stad, en we willen bedrijven helpen om de omslag te maken naar gebruik van meer duurzame energiebronnen. Ook onze burgers staan we daarin bij door een aantal gerichte maatregelen.”

    Vergroening drijfkrachtbelasting

    Een van de pijlers van de gemeentebelastingen is de drijfkrachtbelasting, een bestaande fiscale last op de drijfkracht, hefkracht en de motoren ongeacht de energiebron die deze in beweging brengt.

    Stad Antwerpen besloot om bedrijven vrij te stellen van drijfkrachtbelasting voor werktuigen op elektriciteit of groene waterstof. Zo vergroent de stad deze belasting en stimuleert ze bedrijven om te investeren of gebruik te maken van milieuvriendelijke energiebronnen.

    Schepen voor leefmilieu Tom Meeuws: “Deze maatregel is belangrijk voor de vergroening van de haven en de Antwerpse industrie. We motiveren ondernemingen om hun motoren fossielvrij te laten draaien. Dit draagt bij aan de leegloop van het stikstofbad.”

    Concreet voert de stad deze vermindering in door vrijstellingen voor rollend materieel in te werken in het belastingreglement op de drijfkracht, de hefkracht en de motoren, op voorwaarde dat ze worden aangedreven door elektriciteit (al dan niet via een batterij of brandstofcel).

    Ook motoren die technisch geschikt zijn om te draaien op hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (zogenaamde “RFNBO’s” waaronder groene waterstof) en voldoen aan de strengste Fase V uitstootnormen* ​ worden van belasting vrijgesteld.

    *vastgelegd in Verordening (EU) 2016/1628 inzake voorschriften met betrekking tot emissiegrenswaarden voor niet voor de weg bestemde mobiele machines

    Vergroening voor burgers

    Ook voor inwoners is er een vergroening van belasting voorzien. Wie zijn woning of gebouw fossielvrij verwarmt met een warmtepomp of een aansluiting op het warmtenet, kan namelijk rekenen op een vrijstelling van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing gedurende zes jaar.

    Schepen voor leefmilieu Tom Meeuws: “Energetisch renoveren kost veel geld. Wie zo’n renovatie aangaat, krijgt nu al hulp via onder meer een voordelige Mijn Verbouwlening. Toch willen we Antwerpenaren nog een extra financieel duwtje in de rug geven om hen aan te moedigen om duurzame keuzes in hun eigen woning te maken. Mensen die het milieu sparen, gaan wij sparen.”

    Daarmee wil de stad onder meer de (tijdelijke) meerkost van verwarmen met warmtepompen compenseren en zo ook verhuurders stimuleren om op warmtepompen over te stappen.

     

  • Het beste schoonheidssalon ter wereld ligt op het Hopland

    (toespraak bij de onthulling van de plakkaat ‘World Spa Award’ voor welnesszaak Cocon, Hopland 47)

    Met manager Jody Morcus bij het onthullen van de plakkaat World Spa Award aan de gevel van Cocon (Hopland 47).

     

    Dames en heren,

    Onlangs maakte ik me de bedenking dat ik als schepen geregeld lintjes mag doorknippen van handelszaken die open gaan, vernieuwen, uitbreiden…

    Dat is natuurlijk leuk, maar de echte sterren zijn natuurlijk onze ondernemers. Ik knip lintjes, zij leggen een strik rond de stad.

    Ook vandaag moet ik bescheiden zijn. De erkenning die Cocon krijgt in de vorm van de World Spa Award, daar gaat het om.
    Als schepen voor middenstand van deze stad voel ik mij fier met wat Cocon betekent voor Antwerpen.

    Antwerpen is beleving.

    Antwerpen is ook luxe. Luxe in ons winkelaanbod. Luxe in ons hotelaanbod. De voorbije jaren maakten we op dat vlak een inhaalbeweging.

    Antwerpen is ook verwennerij. Culinair uiteraard, maar ook fysieke verwennerij. En met Cocon hebben we een naam die op het hoogste niveau speelt, én scoort.

    Cocon zit hier goed in het hart van Antwerpen, hier een in een buurt voor high end en luxeshopping.

    Er staan deze buurt trouwens heel wat mooie ontwikkelingen te wachten.

    De Schutterhofstraat wordt heraangelegd: de uitstraling als sjieke winkelstraat zal verhogen, we gaan groen aanplanten, ze wordt autoluw, krijgt een eye catcher van Martin Margiela en een aangepast lichtplan.

    De Schuttershofstraat wordt de Schittershofstraat.

    Ook de Wapper krijgt van ons een upgrade – allemaal topnieuws voor deze buurt.


    Cocon vond niet enkel een plek in het hart van de stad, maar vooral een plek in de harten van zovele klanten, en dat is uiteraard het belangrijkste.

    De toegevoegde waarde van Cocon voor Antwerpen is groot, dat is echt datgene waar wij als stadsbestuur naar op zoek zijn.

    Daar kan ik het Cocon-team alleen maar dankbaar voor zijn.

  • Antwerpen is een autodeelstad

    De ‘Elke buurt deelt’-Award van Autodelen.net

    Op donderdag 7 december ontving Antwerpen de ‘Elke buurt deelt’-Award van Autodelen.net, een erkenning als stad die autodelen succesvol toepast.

    In Antwerpen werken wij al enkele jaren aan een ambitieuze modal shift. Dat doen we omdat we de stad leefbaar en bereikbaar willen houden, en daarvoor is het aangewezen om niet iedereen in de wagen te doen stappen.

    We rammen niemand iets door de strot, we gaan ook niets verbieden of in de ban slaan, neen: we laten iedereen de vrije keuze. Maar we verleiden wel, want tenslotte willen we resultaten van ons beleid zien.

    Dat doen we door alternatieven aan te bieden, en deelmobiliteit is zo’n alternatief voor het eigen bezit van de wagen. Een steeds aantrekkelijk alternatief, dat blijkt uit de cijfers.

     

    De laatste 5 jaar is het aantal gebruikers van commercieel autodelen in Antwerpen x 15 gegaan, van 3.000 naar meer dan 40.000.

    Sinds 2020 steeg het aantal deelwagens in Antwerpen met 41%. Aantal voertuigen nu: 1274 (Miles en particuliere deelwagens niet meegerekend)
    Cambio: 364 deelwagens

    Poppy: 670 deelwagens

    Green Mobility: 240 deelwagens

    MILES: nog geen data aangeleverd

    Gaan we vervolgens kijken naar het aantal kentekens en vergunningen die onze systemen staan, dan krijgen we ook een zicht op de particuliere spelers:

    • Gemeenschappelijk gebruik: 217 groepen, 481 deelnemers
    • Gesloten groep: 8 groepen, 50 deelnemers
    • Particulier autodelen: 243 groepen, 601 deelnemers

    Samen goed voor: 468 groepen, 1.132 deelnemers

    Wij als stad werken graag met een select groepje aanbieders, binnen strikte kaders. Goede afspraken maken immers goede vrienden.

    Sinds vorig jaar hebben we een nieuw reglement voor autodelen. Dat bevat regels voor zowel commercieel als particulier autodelen. Die gaan over het delen van data, emissienormen, erkenningsvoorwaarden en parkeervergunningen. Bedoeling is de bijdrage van autodelen aan de modal shift en het verduurzamen van de mobiliteit aan te moedigen. Zo moeten commerciële en coöperatieve autodeelorganisaties die na 1 juli 2023 erkend werden meteen beschikken over een volledig emissieloze vloot. Bestaande organisaties kregen wat meer respijt, maar moeten vanaf 2028 een volledig emissievrije vloot inzetten.

    Voor particulier autodelen zijn we gaan kijken hoe we het aanbod kunnen faciliteren. Dat gaat dan bijvoorbeeld over het verstrekken van parkeervergunningen voor autodeelgroepen.

    Stad Antwerpen zal in de toekomst overigens ook extra inzetten op slimme autodeelplaatsen. Dat zijn locaties met meerdere autodeelplaatsen die door alle autodelers gebruikt kunnen worden, en dus niet voorbestemd zijn voor één specifieke organisatie.

    Dat is de rol die voor de stad is weggelegd: facilitator.

    Think global, act global, zo vullen wij dat in: onze ambitie is niet de wereld te redden, maar om Antwerpen leefbaar en bereikbaar te houden. Deelmobiliteit is daarbij een deel van de oplossing.

    Daarom is de ‘Elke buurt deel’-Award van Autodelen.net een vorm van erkenning voor deze gezamelijke inspanning van de stad, haar inwoners en autodelers.