Category: Mobiliteit

  • Stad breidt dropzones voor deelvoertuigen op en rond Meir uit

    (persbericht)

    Eerder werden al dropzones aangeduid op de Grote Markt.

    Stad Antwerpen startte twee jaar geleden met het afbakenen van gebieden waar gebruikers hun deelvoertuig niet mogen parkeren (no park zones) samen met gemarkeerde zones waar gebruikers het voertuig móeten parkeren (dropzones). Uit ervaring blijkt nu dat de combinatie van grote no park zones met daarin voldoende dropzones de hinder van gestalde deelvoertuigen sterk verlaagt. Daarom rolt de stad het komende jaar extra no park en dropzones uit, met de focus op winkelgebieden en wijken die kampen met overlast door deelvoertuigen. Het winkelgebied op en rond de Meir is eerst aan de beurt.

     

    Het gebruik van deelvoertuigen zonder vaste stalplaats, zoals fietsen, bromfietsen en steps, is de laatste jaren sterk gestegen. De exploitatie van deze deelsystemen is gereglementeerd door de stad, om de openbare orde en veiligheid te vrijwaren en een wildgroei en overaanbod te voorkomen. Het reglement voorziet dat de stad zones kan vastleggen waar het verboden is om deelsteps en -fietsen of -bromfietsen te gebruiken (no go zones) of achter te laten (no park zones), of waar het aangeraden is om ze te stallen (dropzones).

    Momenteel is er in de omgeving van het station Antwerpen-Centraal en rond de Grote Markt al een no park zone van kracht. De Meir is momenteel een slow speed zone. De stad zal op en rond de Meir nu bijkomende dropzones markeren, waarna dat gebied ook een no park zone wordt.

    Schepen voor mobiliteit en middenstand Koen Kennis: “Dit is geen maatregel tégen deelvoertuigen, niet tegen fietsers, niet tegen steppers. We doen dit omdat mensen die komen winkelen of flaneren in het hart van de stad dat op hun gemak moeten kunnen doen. Om diezelfde reden plaatsten we recent infoborden op de Meir, waarmee we fietsers en steppers vragen om af te stappen bij grote drukte.”

    Plaatsbepaling van dropzones

    Bij de bepaling van dropzones houdt de stad maximaal rekening met de nabijheid van multimodale knooppunten of belangrijke toeristische trekpleisters. Ze monitort de zones via data van de aanbieders, en evalueert voortdurend op welke locaties er meer moeten komen.

    Ter hoogte van onderstaande locaties worden vanaf april nieuwe dropzones gemarkeerd:

    • Hopland 57 en 45;
    • Schuttershofstraat 47;
    • Suikerrui 13 en 14;
    • Kleine Markt 10;
    • Lombardenvest 2, 14 en 80;
    • Huidevettersstraat 37;
    • Eiermarkt 43;
    • Meirbrug 2;
    • Groenplaats 43;
    • Meir 54 en 84;
    • Jezusstraat 2.

    Verschillende soorten dropzones

    De stad zal op deze plekken verschillende soorten dropzones voorzien: voor gemengd gebruik (step, fiets en/of bromfiets) of per voertuigtype (enkel voor step, enkel voor fiets, enkel voor bromfiets). Ze worden vormgegeven via witte kaders op de grond met het woord ‘dropzone’ en een pictogram van de toegelaten voertuigen, met een infobord ernaast. De zones voor een specifiek voertuigtype hebben verticale vakken om de stallingsrichting en het aangewezen aantal aan te geven.

     

  • Internationale bussen stoppen voortaan op de Rooseveltplaats

    (toespraak bij de aankomst  / vertrek van de 1ste bussen van Flixbus, BlablaCar en de Airport Express vanop de nieuwe halte op de Rooseveltplaats – persbericht onderaan)

    Samenwerken loont! Met Jonas Bosmans (BlaBlaCar), Filip Verbinnen (Airport Express), Karen Vandersype (DeLijn), Athur Kamminga (Flixbus).
    Welkom iedereen,

    en vooral welkom aan de reizigers van de Airport Express, Flixbus en BlaBlaCars.

    Aankomen of vertrekken in Antwerpen doen die reizigers voortaan hier op platform B5 van de halte Rooseveltplaats.

    Niet langer op het Astridplein, dat aangelegd zal worden als een autoluw plein.

    Van de halte aan de Quinten Matsijslei maken we een wachtlocatie, dat zal dus niet langer een vertrek- of eindpunt zijn.
    Ik zie hier een echte win/win, voor de reizigers, voor de busmaatschappijen, voor de stad.

    Je stapt hier uit in het hart van de stad,  op een knooppunt van mobiliteit.

    Dit plein is trouwens ontworpen als mobiliteitsknooppunt, en is bij de Antwerpenaar ook zo gekend.

    Comfortabeler is het zeker voor de chauffeurs van de bussen, die op het Astridplein toch wel serieus moesten manoeuvreren.

    Hier halteren ze op een plein dat daarop ingericht is. Op het Astridplein stonden ze eigenlijk gewoon op de openbare weg.

    De reizigers komen terecht op een overzichtelijker plein,  makkelijker om te oriënteren.

    Er is plaats voor 2 bussen, die elk 10 minuten krijgen om hun passagiers te droppen of op te pikken.

    Goede afspraken over aanrijroutes en halteer-regimes maken dat het hier allemaal vlot moet kunnen verlopen.

    Dat zijn afspraken die we uiteraard gemaakt hebben met de busmaatschappijen.

    Ik dank specifiek de mensen van De Lijn om mee te werken aan deze oplossing.

    Dat alles gaat in vanaf vandaag.

    Ik zou mijn job niet goed doen, moest ik het ook niet over de lange termijn hebben.

    Dit is een verdere stap in het ‘ontbussen’ van de binnenstad, iets waar we stap voor stap mee bezig zijn.

    We werken aan 3 locaties waar we lange afstandsbussen naartoe gaan leiden:
    de P+R Havana (Luchtbal)
    de voormalige P+R op de Linkeroever (tramhalte Regatta)
    en de kop van Spoor Oost.

    Daar zullen reizigers op termijn kunnen overstappen op het OV, of de daar aanwezige deelmobiliteit.

    Op elk van die 3 locaties zijn nog infrastructuurwerken nodig om dit te kunnen realiseren.

    In afwachting daarvan zijn Flixbus, BlaBlaCars en de Airport Express dus welkom op de Rooseveltplaats.

    PERSBERICHT

    Stad verwelkomt internationale bussen op Franklin Rooseveltplaats

    Op dinsdag 31 januari verhuisde de Antwerpse halte voor internationale bussen naar een voormalig perron van De Lijn op de Franklin Rooseveltplaats, perron B5. Dat betekent het einde van hun huidige halte op het Astridplein, perron 7. De nieuwe halte zal extra bereikbaar en zichtbaar zijn voor de busmaatschappijen en hun passagiers. BlaBlacar, Flixbus en Airport Express zullen gebruik maken van de nieuwe locatie. Stad Antwerpen verwelkomde de eerste reizigers feestelijk met Antwerpse Handjes.

    De vorige halte van de internationale bussen bevond zich op het Astridplein. Vanwege de hoge verkeersdruk daar ging de stad in samenspraak met de sector en De Lijn op zoek naar een nieuwe locatie dicht bij het station Antwerpen-Centraal.

    Uit die gesprekken kwam de Franklin Rooseveltplaats als meest zichtbare en bereikbare plek voor reizigers. De overstapmogelijkheden op trein, tram en bus liggen er bovendien op een boogscheut van het perron.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De voordelen die de halte op de Rooseveltplaats heeft, spreken voor zich: comfortabeler, ruimer, overzichtelijker. Dat is in het voordeel van alle partijen, niet het minst de reizigers.”

    De reguliere havenlijnen van De Lijn zijn ingekort tot Park and Ride Luchtbal, om plaats te maken aan het perron. Dat gebeurde in overleg met stad Antwerpen en Port of Antwerp-Bruges. Om het gebruik van de nieuwe halte op een goede manier te regelen, werd met elke busmaatschappij afzonderlijk een overeenkomst afgesloten.

    Stefan Van den Abbeele, vervoerregiomanager De Lijn: “We zijn tevreden dat er een oplossing is gevonden die voor alle betrokken partijen werkt. Op de Rooseveltplaats zijn de verschillende verkeersstromen beter te organiseren. Ook voor de reizigers van de internationale bussen is dit een verbetering: zij hebben meteen tal van interessante overstapmogelijkheden met bus en tram van De Lijn voor het uitkiezen om zo hun eindbestemming te bereiken.”

    Met de komst van de nieuwe halte zal ook de tijdelijke halte op de Quinten Matsijslei geen dienst meer doen als op- en afstapplek voor reizigers van de internationale busmaatschappijen. De halte blijft dit jaar nog wel bestaan als wachtlocatie voor een te vroege of te late aankomst.

  • Welkom aan de ‘Stadslijner’, een nieuwe tram voor ‘t stad

    (toespraak bij de ingebruikname van de ‘Stadslijner’, een nieuwe tram voor Antwerpen. Persbericht: zie onderaan)

    Met Johan Sauwens (voorzitter De Lijn), minister voor mobiliteit Lydia Peeters, Ann Schoubs (directeur-generaal De Lijn)

    Goeiemorgen iedereen, welkom hier in stelplaats Deurne.
    Ik verwelkom ook deze nieuwe tramstellen in onze stad.

    We kunnen ze immers gebruiken, die nieuwe trams.

    Iedereen heeft de afgelopen dagen kunnen zien welke impact werken op de Antwerpse Ring hebben voor de stad, zelfs voor de ruime regio.

    Tot in de Kempen, tot in het Waasland, tot in het havengebied stond het verkeer aan te schuiven.

    Een Nederlander die op weg naar Frankrijk langs hier moet en een taalcursus opzet, spreekt vloeiend Frans als hij op z’n camping aankomt.

    Die files kosten heel veel mensen heel veel tijd, dat kost de Vlaamse economie bakken geld. Oosterweel zal beterschap brengen, maar we moeten nog door een zware fase heen.

    In de modal shift voor onze stad hebben we al veel bereikt. We zien meer fietsers, minder auto’s, we zien meer mensen overstappen van modi, we bouwen stap voor stap aan een nieuw vervoersmodel voor Antwerpen en de Antwerpse regio.

    Het is geen geheim: wat betreft het openbaar vervoer moeten we echter nog een tandje bijsteken.

    Dat is een nagel waarop ik zal blijven kloppen. (Bijna had ik gezegd: ‘nagel aan mijn doodskist’. )

    Frequenter, betrouwbaarder, stipter openbaar vervoer dat ervoor zorgt dat top of mind wordt voor wie in Antwerpen moet zijn.

    Vier punten wil ik aanstippen.

    1. Nieuwe, ruime trams horen daarbij. Wat dat betreft is vandaag een heugelijke dag.

    2. Wat we ook kunnen gebruiken zijn dubbelrichtingtrams, die zien we dubbel zo graag.
    Goed dat er bij deze lading zulke dubbelrichtingtrams zitten. We gaan die inzetten, o.a. op lijn 12, tot aan de Oosterweelwerf naast het Sportpaleis.
    En mevrouw Schoubs: als er in Gent dubbelrichting PCC’s aan de kant staan: we komen ze desnoods halen.

    3. We moeten ook kijken naar de stelplaatsen: de huidige stelplaatsen staan overvol. Ik geef als voorbeeld de ruimte hier achter het depot. We zouden daar trams kunnen parkeren, alleen er liggen geen sporen.  Laat ons de komende 3 jaar versneld extra rangeersporen aanleggen.

    en

    4. Onderhoud. Laat die oude PCC’s maar rijden, we hebben ze nodig. Voor ons moeten ze niet vervangen worden, we willen uitbreiden. Uiteraard moeten ze dan ook onderhouden kunnen worden.

    En dan ben ik nu net zo benieuwd als jullie naar de naam die de Lijn bedacht heeft voor de nieuwe trams.

    Als het aan mij lag, ik koos Diplodokus: een dinosaurus met een kleine kop, dicht bij de grond en een gigantisch lijf. Alleen is het uiteraard niet de bedoeling dat we hier lucht gaan vervoeren.


    PERSBERICHT
    Lees hier.

  • Velo scoorde ook in 2022

    (persbericht)

    Het publieke deelfietssysteem Velo is sinds de start in 2011 een groot succes in Antwerpen. Met meer dan 6 miljoen ritten was het afgelopen jaar het op één na meest succesvolle voor de rode deelfietsen. Het aantal dag- en weekpassen is zelfs gegroeid ten opzichte van de pre-corona periode in 2019.

    Velo blijft jaar op jaar enorm populair in de stad, met 6.028.493 ritten vorig jaar. Dat is een stijging van 34,5% tegenover 2021, en het tweede beste resultaat sinds de invoering van de rode deelfietsen in de stad (enkel 2019 scoorde beter). ​ Eind 2022 waren er 58.000 jaarabonnementen in gebruik, dat is 6% meer dan in 2021. Het aantal dagpassen steeg in 2022 met 6,8 % ten opzichte van 2019 of 77,8% ten opzichte van 2021. Het aantal weekpassen in 2022 steeg zelfs nog sterker: met 25,9% ten opzichte van 2019 of 87,4% ten opzichte van 2021.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Als deelfietsensysteem kent Velo zijn gelijke niet, niet in ons land, maar ook niet ver daarbuiten. Knap hoe het nu al langer dan 11 jaar inwoners en bezoekers van Antwerpen vlot doet navigeren door onze stad, bovendien aan een voordelig tarief.”

    Het Velo-station aan de De Keyserlei (station Antwerpen-Centraal) blijft het meest populaire, met 341.398 vertrekkende of toekomende ritten. De meeste abonnees wonen trouwens in het centrum van Antwerpen (postcodes 2000 en 2018). Daaropvolgend zijn Berchem en Borgerhout de districten waar de meeste abonnees wonen.

    Velo introduceerde recent Bancontact/Payconiq als een derde betaaloptie (naast kredietkaart en domiciliëring). Maar liefst 70% van de nieuwe abonnementen en ongeveer de helft van de dag- en weekpassen wordt begin 2023 al via Bancontact afgerekend.

    Het gebruik van de Velo-app steeg verder. 11.000 gebruikers maakten in 2022 minstens 1 melding in de app. Sinds de nieuwe app-release in augustus stuurt de app een push-bericht als je een fiets correct teruggeplaatst hebt, en wanneer je hem langer dan 3 uur in gebruik hebt. Verder kan je in de app je rit afronden wanneer dat niet meteen lukt bij het terugplaatsen van de fiets.

    Ook de Velo-fietsen zijn erop vooruitgegaan vorig jaar. Elke Velo krijgt gemiddeld om de 2,5 maand een volledig onderhoud. Er werden 20.476 fietsen hersteld en onderhouden en er kwamen 300 nieuwe fietsen met kettingaandrijving ​ bij. Ondertussen heeft meer dan een derde van de Velo’s een kettingaandrijving, waarmee het storende ‘doortrappen’ van de fietsen voorkomen wordt.

    2023 belooft nog verschillende verbeteringen voor de werking en gebruikers van Velo:

    • Eerst en vooral wil Velo dit jaar 1000 nieuwe kettingfietsen introduceren, als vervanging van oudere fietsen met cardan-as. De assemblage zal volledig gebeuren in de ateliers van Velo in Antwerpen;
    • Er komen nog enkele nieuwe Velo-stations bij;
    • De app zal uitbreiden met nieuwe functionaliteiten en een eenvoudiger ontleenproces;
    • Velo schakelt over op elektrische voertuigen voor de eigen technische interventies, en er wordt geïnvesteerd in laadinfrastructuur voor die voertuigen.
  • Van Antwerpen naar Londen in 40′

    (speech bij de 1ste LuxAir-vlucht Antwerpen – Londen) )

    Dear friends,

    Let me first of all welcome you all to Antwerp Airport, and a very special welcome to the representatives of LuxAir and London City Airport.

    2022 ended on a high note for Antwerp Airport, and I am happy to see the new year continues to bring us equally good news.
    On December 23, not even one month ago, the Flemish government announced a vision for its 3 regional airports.

    This vision is based on the firm believe these regional airports offer added value to Flanders’ economy.

    This is most definitely the case for the airport where we are now
    Antwerp is Flanders’ biggest city, the economical powerhouse of Belgium, home of Europe’s second port, a gigantic petrochemical cluster, we are known to be the diamond capital of the world and a fine tourist destination.

    Amongst these 3 Antwerp Airport takes in a special position.

    In the Flemish governements’ vision Antwerp is confirmed as an airport for business and private aviation.

    Antwerp city council truly believes this airport has a bright future in co-ordinance with other regional airports in Flanders, next to Brussels Airport.

    Ladies and gentlemen,

    The way forward for regional airports such as this one is to connect with evolutions which are currently changing the aviation industry:

    – exploring more durable ways of travel
    – usage of new sources of fuel
    – embedding and exploiting airports in respect with its environment

    Maybe smaller airports, regional airports are better equiped to face these challenges, better than larger airports. Smaller, more flexible, more open for change.

    Antwerp being a smart city is most certainly ready  to contribute. We have the skills, the talents, the schools, the entrepreneurs to do this.

    Let me add to this a personal note on the future of travelling.

    On a European level there is a lot of talk on promoting long distance travels by train.

    Fine with me. Nothing against trains, however : they do take in a lot of space. At the same time the capacity of train travel is limited.

    The Belgian railways are not even capable of taking people to work on time on a daily basis.

    Ladies and gentlemen, I believe if  we can overcome issues of durability and the environment the future of aviation looks bright.

    And as far today is concerned: the timing of LuxAir with its flights from Antwerp to London is right. I hope this will be a first new development of others to come.

    So,  good luck to LuxAir and don’t forget: the  only way is up!

     

  • Meir kreeg twee digitale infozuilen voor fietsers en steppers

    (persbericht)

    Moet veiligheid en winkelervaring verbeteren

    Sinds vandaag prijken er vlakbij en op de Meir twee digitale infozuilen, een in de Leysstraat, een andere ter hoogte van de Wapper. Wanneer het te druk is om te fietsen of steppen, springen zij automatisch aan en vragen ze om te voet verder te gaan. Zo wil het stadbestuur de veiligheid in de drukste winkelstraat van Antwerpen verbeteren en een aangename winkelervaring garanderen.Stad Antwerpen is de eerste stad die het fietsen in winkelgebied op drukke momenten met behulp van een Smart City-toepassing aanpakt.

    Dankzij sensoren die anonieme druktemetingen uitvoeren, worden drukkere momenten waargenomen. Dan worden de zuilen ingeschakeld en verschijnt er een duidelijke boodschap op de digitale panelen van elk vier vierkante meter. Die moet het gedrag van fietsers en steppers helpen veranderen, zodat ze hun reis te voet verderzetten. Het gaat om een voorlopige opstelling, bij een positieve evaluatie wordt dit nog verder uitgerold.

    Koen Kennis, schepen voor mobiliteit en middenstand: “Wie in Antwerpen komt winkelen, moet dat in alle comfort kunnen doen. Eerder al beperkten we de maximum snelheid van deelsteps op plekken waar het druk is, onder andere hier op de Meir. Ik verwijs ook naar de dropzones voor deelsteps en –fietsen, zodat die niet meer overal achtergelaten kunnen worden. Om diezelfde reden vragen we aan fietsers om zich aan te passen aan de drukte op de Meir. Wie toch wil fietsen, kan dat doen via de parallelle straten.”

    Dit project is een samenwerking tussen stad Antwerpen en Thomas More hogeschool. Met steun van de Vlaamse (VLAIO) en Europese overheid (EFRO).

  • Antwerpse schepen Koen Kennis looft de samenwerking tussen Lantis, De Lijn en het Agentschap Wegen en Verkeer rond gebruik P+R’s

    (persbericht)

    De Antwerpse schepen voor mobiliteit, middenstand en toerisme Koen Kennis is blij met de inspanningen die De Lijn, het Agentschap Wegen en Verkeer en Lantis doen om de verwachte verkeersdrukte in Antwerpen dit weekend te verwerken. Extra signalisatie vanop de snelwegen en gratis tramvervoer vanuit de Park + Rides maken het bezoekers mogelijk om snel en comfortabel tot in het stadscentrum te geraken. 

    Met de kerstmarkt Winter in Antwerpen en het laatste winkelweekend voor Kerstmis belooft het een druk weekend in Antwerpen te worden. Dit valt samen met noodzakelijke werken op het viaduct in Merksem in de nabijheid van het Sportpaleis, die ongetwijfeld voor verkeershinder zullen zorgen.

    Vorige week vrijdag verzond het Antwerpse schepencollege een brief aan het Agentschap Wegen en Verkeer en De Lijn met het verzoek een extra inspanning te doen om de verwachte toeloop naar Antwerpen te verwerken.  ‘Dat verzoek werd gehonoreerd’, aldus schepen Kennis.

    De P+R’s Merksem en Luchtbal liggen perfect voor wie vanuit het noorden komt om de stad te bezoeken, en zullen gratis toegankelijk zijn. Extra signalisatie op de snelwegen A12 en E19 zal het verkeer naar de parkeergebouwen leiden. We voeren ook extra communicatie, ook voor de Nederlandse bezoekers die we verwachten.’

    Behalve het Agentschap Wegen en Verkeer reageerde ook De Lijn positief op de vraag om een extra inspanning te doen. Koen Kennis: ‘Gebruikers van de P+R’s Linkeroever, Merksem en Luchtbal zullen gratis bus en tram kunnen nemen van en naar de parkeergebouwen. De Lijn zal ook het tramaanbod versterken, maximaal uitrijden met de grootste voertuigen en extra gelede bussen inzetten.’

    Koen Kennis is Lantis, het Agentschap Wegen en Verkeer en De Lijn dankbaar voor de samenwerking. Kennis: ‘Dankzij hen blijft Antwerpen dit weekend bereikbaar. Dit is niet alleen goed nieuws voor de bezoekers, maar ook voor onze middenstand, die voor het belangrijkste winkelweekend van het jaar staat. Ik zie hier graag ook een structurele oplossing in voor de toekomst, met blijvende extra signalisatie en ook een combiticket voor de gebruikers van de P+R’s en het aanbod van De Lijn’.


    Verantwoordelijke schepen: Koen Kennis, schepen voor mobiliteit, middenstand en toerisme
    Meer informatie: Dirk Vermeiren, woordvoerder Koen Kennis, telefoon 0477 234 764, dirk.vermeiren@antwerpen.be

  • 1ste ‘slimme’ autodeelplaats

    (toespraak bij inhuldiging eerste ‘slimme’ autodeelplaats. Locatie: Michel Willemslaan in Wilrijk)

    Met van links naar rechts: Steve Van Avermaet (Green Mobility), Reshad Khalil (Poppy), Koen Kennis en Kristof Bossuyt (districtsburgemeester Wilrijk).

    Goeiemiddag iedereen,

    .. en welkom in het district Wilrijk, welkom op de inhuldiging van de eerste ‘slimme’ autodeelplaats in de stad Antwerpen.

    We maken Wilrijk dus een stukje slimmer. Dat is graag gedaan, districtsburgemeester Kristof Bossuyt.

    Wie mobiliteit in Antwerpen volgt, weet dat de stad inzet op deelmobiliteit. Ook op deelauto’s.

    Dat doen we door in zee te gaan met een aantal goed aanschreven aanbieders, mensen die kwaliteit brengen, en met wie we duidelijke afspraken maken.

    Dat gaat om afspraken rond verplichte MaaS-integratie, sociale wetgeving, het delen van data, verzekeringen, we eisen ook dat klanten in het Nederlands behandeld worden, enz. enz.

    Goede afspraken maken goede vrienden. Ons uiteindelijke doel is vraag en aanbod bij elkaar brengen en zorgen dat autodelen in Antwerpen vanzelfsprekend wordt.

    We doen dat als stad omdat we er zelf belang bij hebben. Elke deelauto vervangt immers een aantal privé-wagens, en zorgt op die manier voor een meer leefbare omgeving, en draagt bij aan de modal shift.

    Ik verwelkom daarom ook de mensen van Poppy en van Green Mobility, twee namen die in Antwerpen al ingeburgerd zijn. Cambio laat zich excuseren.

    Het autopark evolueert natuurlijk ook, en wij evolueren mee.

    Dat doen we bijvoorbeeld door slimme autodeelplaatsen aan te leggen.

    En dat doen we meteen stadsbreed, in de districten Antwerpen, Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren en hier in Wilrijk.

    In cijfers uitgedrukt: we kozen 19 nieuwe locaties, met plaats voor 35 elektrische en 58 gewone autodeelplaatsen. In totaal komen er in de stad zo 93 extra parkeerplaatsen voor autodelen bij.

    Op al die locaties plaatsen we een laadpaal met twee voorbehouden parkeerplaatsen voor elektrische wagens.

    We kiezen die locaties natuurlijk niet lukraak. We kiezen die in functie van multimodaliteit, plaatsen waar we in de toekomst investeren in overstapfaciliteiten. Hier om de hoek aan de Zwaantjes gaan we bouwen aan een slimme schakel.

    Elke parkeerplaats voorzien we ook van een sensor, zodat we het gebruik ervan kunnen monitoren. Op die manier kunnen we handhaven:
    uitbreiden als het gebruik verhoogt
    of
    inkrimpen als het gebruik achter blijft

    Als ik zie dat het aantal gebruikers van elektrische deelwagens in Antwerpen in 2019 op 24.000 lag, en vandaag op 48.000, dan spreken we van een verdubbeling.

    Het aantal gebruikers per wagen: 63. Ik maak me sterk dat die hun weg zullen vinden naar deze slimme autodeelplaatsen.

    Dank.

  • Nieuwe buurtparking in de Lange Elzenstraat

    (welkomstwoordje bij opening nieuwe buurtparking in de Lange Elzenstraat – persbericht zie onderaan)

    Goeiemiddag iedereen, welkom in de Lange Elzenstraat,

    Ik begroet zeker ook de mensen van Colruyt Groep.

    Ik weet dat onze medewerkers de afgelopen maanden intensief samengewerkt hebben met Colruyt om deze buurtparking te realiseren.

    Ik wil jullie daarvoor hartelijk bedanken.

    Parkeren dicht bij huis is immers de vrome wens van veel stadsbewoners. Dat geldt trouwens zowel voor auto’s als voor fietsen.

    De vraag is wat dat betreft groter dan het aanbod, dat merken we telkens we zo’n parking openen. Voor de opening al zijn alle plaatsen ingenomen, vaak zijn er wachtlijsten.

    Buurtparkings zijn een echte win/win. Een win voor wie zijn auto kwijt wil, een win voor de buurt: minder zoekverkeer, minder parkeerdruk.
    Vaak is het voor de stad zelf heel erg moeilijk om plek te vinden, geschikt om een buurtparking of buurtfietsenstalling in onder te brengen. We hebben daar een aparte tool voor, mensen en bedrijven kunnen er zich aanmelden. Ik wil aan de mensen van de pers vragen om dat zéker in hun berichtgeving mee te nemen: de stad is altijd op zoek naar nieuwe ruimtes om buurtfietsenstallingen in onder te brengen.

    Dank aan Colruyt om mee te denken met stad en buurt.

    —-

    PERSBERICHT

    De vraag naar buurtparkings is groot in Antwerpen. Daarom opent de stad op 1 december een nieuwe in de ondergrondse parking van een supersmarkfiliaal in de Lange Elzenstraat. Ondertussen telt Antwerpen 36 buurtparkings met in totaal plaats voor 1309 auto’s.

    Buurtparkeren is een van de initiatieven waarmee stad Antwerpen de parkeerdruk op straat wil verminderen en meer ruimte op straat wil creëren. Bewoners kunnen aan een voordelig tarief een parkeerplaats huren voor hun auto of motor. Enkele parkings laten ook werknemers of eigenaars van omliggende winkels of bedrijven toe. De nieuwe buurtparking is uitsluitend voor buurtbewoners gedomicilieerd in de bewonerszone Harmonie-Brederode-Markgrave.

    Wie een abonnement neemt in een buurtparking en een parkeervergunning voor bewoners inlevert, betaalt minder.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: ‘Buurtparkings zijn een goede manier om parkeerdruk in de buurt te verminderen. Ook vermijden we daarmee zoekverkeer, een bonus voor de leefbaarheid van de buurt.’

    13 extra plaatsen

    De ondergrondse buurtparking in de Lange Elzenstraat biedt plaats aan 13 auto’s, in een formule van 10 deeltijdse en 3 voltijdse abonnementen. Bij een deeltijds abonnement kan men enkel ’s avonds vanaf 18u parkeren, tot 9u de volgende ochtend – in de weekends wel volledige dagen.

    Bewoners die een deeltijdse plaats willen huren betalen per maand 41,47 euro, of 21,47 euro (na inlevering bewonerskaart). Voor een voltijdse plaats betalen ze per maand 77,02 euro of 57,02 euro (na inlevering bewonerskaart).

    Meer info over tarieven en buurtparkeren is te vinden op www.parkereninantwerpen.be. Wie een plaats wil huren kan daarvoor mailen naar buurtparkeren@antwerpen.be. Aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst.

     

  • Missie geslaagd (deel 1)

    (toespraak op het dankmoment voor lokale besturen voor hun medewerking aan de lancering van het netwerk deelfietsen Donkey Republic in de Vervoerregio Antwerpen)

    Goeiemorgen iedereen, in het bijzonder aan onze buitenlandse gasten,

    a very warm welcome to our visitors from Danmark, Erdem, Chloé, Taco, Arnaud… 

    En ik begroet ook graag de burgemeester van Beveren, Marc van de Vijver, dank voor de gastvrijheid in dit prachtige gemeentehuis.

    Dames en heren, op 9 augustus lanceerden Lantis, Donkey Republic en de Vervoerregio Antwerpen de uitrol van een netwerk deelfietsen op grote schaal.

    Een schaal nog niet vertoond in Vlaanderen, in België, en als ik het team van Donkey mag geloven, niet eens in Europa.

    32 steden en gemeenten nemen deel, een fijnmazig netwerk van meer dan 2000 fietsen wordt gesponnen.

    Vandaag ronden we de eerste fase van die uitrol af. Een logistiek huzarenstuk, en ik wil iedereen die er zijn schouders mee onder gezet heeft van harte bedanken.

    Als ik zie hoe dit project zich langzaam maar zeker als een olievlek over de regio verspreidt, tot zelfs over provinciegrenzen heen, dan denk ik dat iedereen heel trots mag zijn.

    En ik denk nog niets anders…

    Dit is de modal shift voor de Antwerpse regio in de praktijk gebracht.

    Dames en heren, het is geen toeval dat we hier in Beveren staan. Ook hier in het Waasland is een groot stuk van het woon-werkverkeer in overgrote mate gericht op de Antwerpse haven en stad. Ook hier voelen ze de aantrekkingskracht van de metropool. Ook hier kennen ze de mobiliteitsproblemen van Antwerpen.

    Ook hier is het besef doorgedrongen dat de modal shift niet start of eindigt bij een gemeentegrens, niet bij een provinciegrens.

    Ik weet wel dat het werken aan een modal shift begint bij samenwerking, over grenzen heen, over instanties heen. Alle neuzen moeten in dezelfde richting staan. 

    Als voorzitter van de Vervoerregio Antwerpen zag ik het enthousiasme van onze lokale besturen, velen hier vertegenwoordigd, om in te stappen in dit deelfietsennetwerk.

    Ik ben ook blij met de interesse van de bedrijvenparken Blue Gate in Antwerpen en het Wetenschapspark in Niel. Ook zij tekenden in.

    Als schepen merkte ik de gretigheid waarmee onze districten Ekeren en Berendrecht-Zandvliet-Lillo het netwerk omarmden. Zij hadden immers nog geen deelmobiliteit op hun grondgebied.

    Samen vormen deze steden en gemeenten, deze bedrijven het economische kloppend hart van Vlaanderen en België. Logisch dat we hen bereikbaar en leefbaar willen houden.

    De Antwerpse Vervoerregio pioniert hier op grote schaal. Onze ervaringen willen ze zeker delen met andere vervoerregio’s, van wie een aantal al signaleerden dat ze eens over het muurtje willen komen kijken.

    Samenwerking loont, dat bewijst dit project bij uitstek.