Category: Mobiliteit

  • De modal shift aan het Sportpaleis

    (persbericht)
    In het voorjaar 2020 werd de passerelle tussen Spoor Oost en de Sportpaleis-site geopend.
    Stad Antwerpen keurde het aangepaste evenementenvervoersplan voor de Sportpaleis-site, die bestaat uit het Sportpaleis en de Lotto Arena, goed. Dat vervoersplan biedt structurele oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek bij evenementen in beide locaties. Het gaat om een aanpassing van het plan dat in 2013 goedgekeurd is in het college. De nieuwe ambitie van het plan is om 60 % van de bezoekers aan de Sportpaleis-site te laten kiezen voor duurzaam vervoer. Het vervoersplan zal jaarlijks worden geëvalueerd en indien nodig aangepast.

     In 2005 maakte het Sportpaleis een eerste keer een evenementenvervoersplan op. Dit plan bevatte de ambitie om 30 % van de bezoekers met openbaar vervoer naar het Sportpaleis te laten komen en 10 % via collectief vervoer.

     In 2013 ging het Sportpaleis, in samenwerking met de stad, nog een stap verder. Omdat de 50/50-ambities uit dit plan ondertussen werden bereikt, stelden de Antwerps Sportpaleis nv en stad Antwerpen een nog ambitieuzer vervoersplan op.

     

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Dit nieuwe plan past in de modal shift die we voor Antwerpen realiseren. De ambitie nu is om 60 % van de bezoekers de verplaatsing op duurzame wijze te laten maken. De recente opening van de 3 park-and-ride zones rond de stad kunnen hierbij het verschil maken. Vanuit elk van deze park-and-rides is het Sportpaleis eenvoudig met de tram en of bus bereikbaar. Ook moedigen we fietsen aan, zie de upgrade die de Noordersingel de afgelopen jaren kreeg. Op lange termijn plannen we de afbraak van het Ringviaduct en overkapping van de snelweg, zodat de hele site nog beter bereikbaar wordt voor zachte weggebruikers.”

     

    Managing director Antwerps Sportpaleis Jan Van Esbroeck: “Al sinds 2007, bij de opening van de Lotto Arena, werken we ononderbroken aan een verbetering van de mobiliteitssituatie bij evenementen. Wij hebben hier hetzelfde belang als onze buren: als onze bezoekers op een vlotte manier de site kunnen bereiken, betekent het ook dat de buurt weinig of geen overlast heeft. We zijn best trots op de resultaten die we tot nu toe haalden en die motiveren ons om nog verder te gaan en nieuwe ambitieuze doelstellingen te poneren. De algemene belangstelling voor duurzaam vervoer helpt ons. Zo zien we bijvoorbeeld het aantal bezoekers dat met de fiets toekomt (het volledige traject maar zeker ook bezoekers die enkel de laatste kilometers met de fiets afleggen) exponentieel stijgen.”

     

    Via de passerelle kunnen bezoekers van de evenementen conflictvrij oversteken vanop het parkterrein op Spoor Oost.

    Maatregelen voor duurzaam vervoer

    Volgende maatregelen werden al toegepast om duurzame vervoersalternatieven, zoals openbaar vervoer en de fiets, optimaal te promoten en te faciliteren:

    • samenwerking met De Lijn om aanbod openbaar vervoer op elkaar af te stemmen;
    • voorzien van 660 plaatsen in fietsenstallingen;
    • voortdurende opvolging van de mobiliteitssituatie, per evenement, door de mobiliteitsmanager;
    • inzet op communicatie aan bezoekers via de website en infomails met promotie van openbaar vervoer;
    • spreiding aanvangs- en einduur evenementen in het Sportpaleis en de Lotto Arena;
    • voorzien van parkings voor autobussen;
    • voorzien van taxistelplaats;
    • beschikbaarheid van 5.074 parkeerplaatsen op park-and-ride terreinen met verbinding naar de tram;
    • realisatie van enkele parkeergebouwen door Lantis in samenwerking met stad Antwerpen in Merksem, op Linkeroever en op Luchtbal met versterking van openbaar vervoer in overleg met De Lijn;
    • voorzien van lockers.

    Volgende maatregelen zullen in de toekomst worden geïmplementeerd:

    • heraanleg Theunisbrug met voetgangersverbindingen en bewegwijzering, deze werken zijn bijna klaar;
    • uitbreiding aantal fietsenstallingen indien blijkt dat er structurele tekorten zijn;
    • beveiligde fietsenstalling voor elektrische fietsen;
    • aangepaste communicatie over vervoersmogelijkheden aan bezoekers in functie van hun profiel.

    Deze maatregelen worden allen genomen in samenwerking met het Sportpaleis.

    Samenwerking stad Antwerpen en provincie

    De doelen in dit vervoersplan kunnen enkel gerealiseerd worden door een verregaande samenwerking met de stad Antwerpen en de provincie Antwerpen. Deze partners engageren zich dan ook om hier mee de nodige inspanningen voor te leveren.

    Eerste gedeputeerde provincie Antwerpen Luk Lemmens: “Als eigenaar van het Sportpaleis zijn we natuurlijk heel blij met deze belangrijke nieuwe stap naar een duurzame oplossing voor deze mobiliteitsknoop. Intussen zijn we ook al bezig met een volgende stap. Om ervoor te zorgen dat de bedrijven die naast en achter het Sportpaleis gevestigd zijn ook tijdens evenementen zo weinig mogelijk hinder ondervinden, zal het kruispunt aan de voet van de Theunisbrug verbeterd worden en wordt een bijkomende ontsluiting via de zuidelijke kadeweg aan het Albertkanaal onderzocht.”

     

    Samenwerking De Lijn

    Antwerps Sportpaleis nv blijft ook nauw samenwerken met De Lijn via de bestaande samenwerkingsovereenkomst. Bezoekers van het Sportpaleis kunnen met hun toegangsticket gratis gebruik maken van alle vervoersmiddelen van De Lijn om naar de site en terug te geraken op de dag van het evenement. De Lijn zorgt voor voldoende aanbod zodat grote aantallen bezoekers comfortabel het openbaar vervoer kunnen nemen van en naar evenementen. Per evenement bekijken ze samen waar er nog extra aanbod nodig is.

     

     

     

  • 5 jaar Toekomstverbond

    (toespraak n.a.v. 5 jaar Toekomstverbond, persmoment in het Errarahuis in Brussel – voor persbericht scroll naar onder)

     

    Van links naar rechts: Alexander D’Hooghe, Koen Kennis, Jan Jambon, Peter Vermeulen, Lydia Peeters, Bart De Wever, Manu Claeys, Dirk Avonts

     

     

    Dames en heren,

    U kent ongetwijfeld de groepsfoto die op 15 maart 2017 gemaakt werd bij de ondertekening van het Toekomstverbond.

    Een iconisch beeld. Historisch.

    Dat zeg ik niet, dat vertelden mij de krantenkoppen daags nadien. ‘Antwerpen uit de ban van de Ring’ (Knack), ‘Na 21 jaar dan toch het JA-woord’ (De Morgen).

    Een columnist in die krant vergeleek het zelfs met de lente die voor de deur stond.

    Het Toekomstverbond, unaniem erkend als game changer, als motor voor vooruitgang.

    Een aantal van de sterkhouders van toen zijn hier vandaag niet bij. Anderen wel: ouder en wijzer. (mag ik hopen)

    Vandaag ziet u gezichten die er 5 jaar geleden niet bij waren. Ze sloten naadloos aan, in dezelfde geest van samenwerking.

    Er is de afgelopen 5 jaar hard gewerkt.

    De krant De Tijd zat er op 16 maart 2017 wellicht het dichtst bij: ‘Het is een immense stap vooruit, maar niet het einde van de reis’

    Voor sommige mensen gaat het inderdaad niet snel genoeg – voor mij vaak ook niet – maar stilstand werd verruild voor vooruitgang.

    5 jaar geleden zei toenmalig minister voor mobiliteit Ben Weyts ‘We gaan van de rechtbank naar de tekenbank’.

    Vandaag kan ik zeggen: ‘We trokken van de rechtbank naar de werkbank, van de werkbank naar de tekentafel, van de tekentafel naar de werf.’  

    Ook stel ik vast dat de geesten gerijpt zijn de afgelopen jaren.

    Wie 5 jaar geleden de term ‘modal shift’ in de mond nam, moest uitleggen wat hij daarmee bedoelde. Vandaag kent iedereen die term.

    Ook dat is de verdienste van het Toekomstverbond.

    Sinds het Toekomstverbond is de modal shift de toetssteen van het Antwerps mobiliteitsbeleid.

    Het woon-werkverkeer van bewoners van Antwerpen-stad bestond in 2010 nog voor 52% uit auto’s. In 2020 was dat aandeel auto’s gedaald tot 35%. De verbeterde fietsinfrastructuur is daar debet aan. Dezelfde tendens zien we nu ook uitdijen richting regio, en ik maak me sterk dat die shift zich doorzet.

    Zonder Toekomstverbond geen modal shift, zonder modal shift geen toekomst. Ik geloof vast in mobiliteit als deeltjesversneller voor maatschappelijke ontwikkelingen, voor welvaart en welzijn in Vlaanderen in  Vlaanderen en in de Antwerpse regio.

    Het Antwerpse bestuursakkoord heet niet voor niets De Grote Verbinding.

    Maar we zijn er nog niet, 5 jaar is een verjaardag, maar niet meer dan dat. Een moment om even terug te kijken, maar toch vooral vooruit wat mij betreft.

    Extra inspanningen zijn nodig, en we moeten ervoor zorgen dat niemand achter blijft.

    Ik wil iedereen aan boord van het Toekomstverbond bedanken voor de samenwerking de afgelopen jaren.

    Dames en heren, ik kijk uit naar de volgende jaren, om samen verder te werken aan het pad naar een mobiler en leefbare stad, naar de toekomst van De Grote Verbinding.

     

    —-

    PERSBERICHT

    Vijf jaar Toekomstverbond: de ambities hoog op de agenda houden voor een betere mobiliteit en meer leefbaarheid

    • Inspanningen voor modal shift in Antwerpse Vervoerregio
    • Verdere stappen voor realisatie Haventracé
    • Leefbaarheid en mobiliteit worden zoveel als mogelijk tegelijk gerealiseerd
    • Opstart Forum 2030

    Met de ondertekening van het Toekomstverbond in 2017 kwam er een einde aan 20 jaar discussie over het sluiten van de Antwerpse Ring. Het ontwerp voor de Oosterweelverbinding werd daarop grondig bijgestuurd zodat het snelwegproject met leefbaarheid en andere vervoerskeuzes werd verzoend, de eerste leefbaarheidsprojecten werden geselecteerd en via participatie en intensief overleg werd gebouwd aan verbinding over alle muren heen. Vandaag, vijf jaar later, is het tijd om de balans op te maken van dit ambitieuze samenwerkingsverbond, maar om vooral vooruit te kijken en alle pijlers van het Toekomstverbond verder invulling geven.

    De eerste stappen

    De ondertekening van het Toekomstverbond in 2017 betekende het einde van jaren stilstand, maar was tegelijkertijd een nieuw begin. Het ontwerp van de Oosterweelverbinding werd herdacht naar een aanbod gestuurd ontwerp. Dat wil zeggen dat het ontwerp rekening houdt met de realisatie van een belangrijk deel van de modal shift, een andere pijler uit het Toekomstverbond, en de versterking van de R2 door de realisatie van de Tweede Tijsmanstunnel, de aansluiting op de E34-West en het wegwerken van de bottleneck ter hoogte van de A12/E19.

    Een dik jaar later was de voorkeursvariant voor de Oosterweelverbinding een feit, waarna twee jaar later de vergunning volgde voor het grootste en meest complexe project van Vlaanderen. Vandaag worden de Oosterweelwerken voor het eerst ook zicht- en voelbaar op Rechteroever, met onder meer de heraanleg van de Schijnkoker.

    2018 was ook het jaar waarin de Vlaamse regering het licht op groen zette voor de realisatie van de eerste fase leefbaarheidsprojecten en overkappingen. Een aantal van deze projecten werd ingepast in de reeds lopende uitvoering van de Oosterweelwerken op Linkeroever en in Zwijndrecht. Een huzarenstukje, maar het levert de inwoners van Zwijndrecht vandaag al minder geluidsoverlast op dankzij de realisatie van geluidsbermen en –geluidsschermen. Ook de voorontwerpen voor de andere Ringparken hebben ondertussen de tekentafel verlaten en zijn klaar om goedgekeurd te worden.

    Het regionaal mobiliteitsplan Routeplan 2030 vertaalt de ambitie om een deel van de autoverplaatsingen door duurzame mobiliteit te vervangen. Met de realisatie van de Noorderlijn werd een belangrijke verbinding in gebruik genomen voor het openbaar vervoer. Lantis bouwde intussen de Park and Ride gebouwen op Luchtbal, in Merksem en op Linkeroever. Fietsinvesteringen werden stelselmatig opgedreven en ook het goederenvervoer werd gestimuleerd om de weg in te ruilen voor de binnenvaart.

    De volgende stappen

    Om van het rondmaken van de Antwerpse Ring een succes te maken, moeten we blijven investeren in modal shift. Het snelwegaanbod dat de komende jaren rond Antwerpen wordt gebouwd, rekent er namelijk op dat onze autoverplaatsingen verduurzamen. Daarom werd er recent een studie opgestart voor de ingebruikname van de premetrokoker Kerkstraat-Pothoekstraat en premetrostations onder de Turnhoutsebaan. Bovendien is er nu duidelijkheid over de financiering van dit laatste stuk ongebruikte premetro. Het Routeplan 2030 werd intussen als eerst regionaal mobiliteitsplan door een Vervoerregio goedgekeurd en kan rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak. Belangrijke bouwstenen om de ambitieuze modal shift te realiseren, zijn de verdere transformatie van premetro naar metro, de realisatie van een sneltramnet en nieuwe knooppunten en P+R’s rondom de stad of aan stationsomgevingen.

    Parallel aan deze inspanningen moet ook de realisatie van het Haventracé ‘on track’ zijn wil het huidige Oosterweelontwerp voldoende succesvol zijn. De realisatie van de Tweede Tijsmanstunnel is daarvan de belangrijkste component. Lantis startte hiervoor reeds een haalbaarheidsstudie, waarbij enkele varianten werden onderzocht. Uit deze studie kwam de realisatie van een nieuwe tunnel voor doorgaand verkeer, samen met een renovatie van de bestaande Tijsmanstunnel, als meest logische oplossing naar voor. Na de zomer zal de Vlaamse Regering beslissen over de financiering en de verdere stappen van dit noodzakelijke project.

    In 2018 werd een eerste reeks leefbaarheidsprojecten geselecteerd. Het Toekomstverbond ambieert de maximale overkapping van de ring. In dat kader loopt een traject om te bekijken welke overkappingen op het projectgebied van de Oosterweelverbinding nog in de eerste bouwfase toegevoegd kunnen worden aan de reeds besliste lijst.  De focus van dit traject ligt op die stukken van de noordelijke Ring die op een veilige manier nog extra overkapt kunnen worden.

    Financiering

    Om deze projecten te realiseren en te financieren, heeft de Vlaamse Regering aan Lantis gevraagd haar taakstelling te richten naar deze volgende stappen, en hiervoor de financiering te bekijken via het financieel model op basis van gedifferentieerde tolheffing. Na de zomer zal Lantis duidelijkheid geven over hoe het financieel model dat het Oosterweelproject schraagt, aangewend zou kunnen worden om de noden van de komende 5 jaar Toekomstverbond te financieren. Uiteraard mag dit de robuustheid van het financieel model voor de Oosterweelverbinding niet ondergraven.

    De intendant wordt parallel belast met de taak om prioriteiten te leggen in de overkappingsprojecten en de projecten uit het Routeplan 2030 die de meeste baten opleveren. Hiermee vangen we de zorg op dat een niet-geprioriteerde start van projecten uit het Toekomstverbond – zoals geformuleerd door het Rekenhof – een degelijke projectvoorbereiding in de weg staat bij gebrek aan studiecapaciteit.

    Overleg en samenwerking

    Het mag duidelijk zijn dat het samenwerkingsmodel onder leiding van intendant Alexander D’Hooghe voor voortgang en vooruitgang heeft gezorgd in een zeer complexe context. Daarom wordt het samenwerkingsforum verder vormgegeven en opengetrokken. De oproep die Herman Van Goethem, de rector van de Universiteit Antwerpen, recent lanceerde om een breed maatschappelijke reflectiekamer (Forum 2030) op te richten viel niet in dovemansoren. Het Forum kan als klankbordgroep optreden om de voortgang en realisatie van het Toekomstverbond op te volgen, met een samenstelling die het brede maatschappelijke draagvlak in de regio kan vertegenwoordigen.

     

     

    Een rechtszeker kader

    Inspraak leidt ook tot uitspraak. Grootschalige projecten zoals het Oosterweelproject worden soms voor, soms tijdens de uitvoering geconfronteerd met aanpassingen die nodig of wenselijk zijn aan de afgeleverde vergunningen. Nodig omdat de bouwopgave complexer lijkt dan gedacht, wenselijk omdat de impact voor de buurtbewoners tijdens het bouwproces beperkt moet blijven. Een vergunningskader dat hiermee rekening houdt, zonder afbreuk te doen aan een hoog ambitieniveau inzake milieu, is noodzakelijk. De Vlaamse Regering gaat met deze uitdaging aan de slag. Heel specifiek krijgt de minister van Omgeving de opdracht om de vooropgestelde bijsturingen aan de regelgeving met betrekking tot de omgevingsvergunning verder uit te werken.

    PFAS

    Een van de vele uitdagingen in het Oosterweeldossier, is de vastgestelde PFAS-verontreiniging in de omgeving van 3M in Zwijndrecht. Al van bij de start van de werken heeft Lantis gewerkt volgens het stand still-principe: de werkzaamheden aan de Oosterweelverbinding mogen de verontreiniging niet erger maken. Bouwheer en aannemer deden zelfs meer, en zorgden ervoor dat de situatie op sommige plaatsen al verbeterde voor de omgeving.

    De voorbije weken werkte Lantis mee aan het inpassen van de grondverzetswerken in het saneringstraject om zo een geïntegreerde aanpak voor Zwijndrecht en omgeving te verkrijgen. Dat traject moet nog voor de zomer opgestart worden door 3M, zodat de inwoners van Zwijndrecht perspectief krijgen op een duurzame oplossing.

    QUOTES SPREKERS PERSCONFERENTIE

    Jan Jambon, Vlaams minister-president
    De balans van 5 jaar Toekomstverbond is zonder meer positief. En dat ondanks de crisissen en moeilijkheden waarmee we de voorbije jaren geconfronteerd zijn. Denk aan de coronapandemie en de PFOS-problematiek. Ik wil alle partners daarvoor hartelijk danken. Het onderling vertrouwen dat vandaag uitgesproken wordt, geeft energie om op dit elan door te gaan. Iedereen beseft dat we samen een complex, maar schitterend en toekomstbestendig verhaal aan het schrijven zijn. Een verhaal dat niet alleen gaat over mobiliteit, maar ook over leefbaarheid. Daarin blijven we enthousiast investeren.

    Lydia Peeters, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken
    De voorbije twee jaar hebben we voor de Antwerpse regio overduidelijk de lead genomen voor tal van investeringen in fietsinfrastructuur. Dit is meteen een duurzame wijze om de modal shift op te starten. De volgende focus leggen we op het tramnetwerk. Een belangrijke horde die we daarmee genomen hebben, is door eindelijk de laatste premetro van Antwerpen in gebruik te nemen. De studies zijn volop aan de gang en er is een akkoord over de financiering. De modal shift is een shift van samenwerking want enkel door samen te werken zullen we nog belangrijkere stappen vooruitzetten richting 50/50.

    Koen Kennis, schepen voor Mobiliteit stad Antwerpen
    Wie 5 jaar geleden de term ‘modal shift’ in de mond nam, moest uitleggen wat hij daarmee bedoelde. Vandaag kent iedereen die term, en dat is de verdienste van het Toekomstverbond. Sinds 2017 is de modal shift de toetssteen van het Antwerpse mobiliteitsbeleid. De ambitie is om Antwerpen vlotter bereikbaar te maken voor bewoners, bezoekers, bedrijven en brains. Dat moet gebeuren in de context van een veranderend gedrag, waarbij in 2030 50% van alle verplaatsingen gebeuren met andere voertuigen dan de auto. De 5de verjaardag van het Toekomstverbond herinnert ons daaraan, en is een aansporing om daaraan verder te werken.

    Manu Claeys, voorzitter stRaten-generaal
    Het is een straffe dag voor het Antwerpse Toekomstverbond. Bij de lancering van dat verbond voegde de toenmalige regering-Bourgeois samen met het Antwerpse stadsbestuur 1,25 miljard euro overkappingsbudget toe aan het reeds vastgelegde budget voor de Oosterweelverbinding. Vandaag, vijf jaar later, biedt de regering-Jambon het perspectief op nog es het dubbele van dat bedrag voor bijkomende overkappingen van de ring, een heuse schaalsprong van het Antwerpse sneltramnet en de aanleg van de tweede Tijsmanstunnel als onderdeel van het haventracé. De voorbije jaren sleutelden veel mensen in participatieve werkbanken aan al die projecten. Nu ze op punt staan en ook brede politieke steun genieten brengt de overheid het Toekomstverbond financieel op kruissnelheid. We maken de Toekomstbelofte van 2017 waar. Of zoals ze dat in het Engels zeggen: We walk the talk. We zijn definitief vertrokken! 5

    Dirk Avonts, Ademloos
    Het Toekomstverbond krijgt nu het fundament om te realiseren wat 5 jaar geleden in het vooruitzicht werd gesteld: een betere levenskwaliteit voor duizenden inwoners en het perspectief op een gezonde stad.

    Peter Vermeulen, Ringland
    Dat er tegelijk aandacht is voor betere mobiliteit én betere leefbaarheid is zeer goed nieuws. Het feit dat de overkapping van de noordelijke Ring al tijdens de werf voor Oosterweel zal worden gerealiseerd – iets waar Ringland al langer op aandrong – combineert werk met werk. Dat zal veel goedkoper zijn en de levenskwaliteit voor de omwonenenden veel sneller verbeteren. We werken er ook keihard aan om de overkapping van de noordelijke Ring zo ruim mogelijk te maken, dus veel ruimer dan wat in de eerste fase vooropgesteld was. Dat er daarnaast gewerkt wordt aan een consensus over het tramplan, aan betere doorstroming voor het openbaar vervoer en extra voorstadsverkeer per trein in de hele stadsregio (beheersovereenkomst NMBS), zal de modal shift eindelijk ook vooruithelpen. Tegelijk worden immers ook investeringen voorbereid in tramlijnverlengingen en in een betere afstemming van de verschillende vervoersmodi.

    Alexander D’Hooghe, intendant Toekomstverbond
    Dit besluit biedt een perspectief op de realisatie van modal shift, extra overkappingen, en het Haventracé om verkeer rond de stad te leiden. Het Toekomstverbond is een generationeel project. We hebben de voorbije 5 jaar veel gerealiseerd en mogen daar fier op zijn. Het boek ‘5 jaar Toekomstverbond’ en de werven zelf geven het beste bewijs. De publieke steun voor het project is ongezien en bewijst ook dat participatie werkt. Maar we moeten dit ook vasthouden. Daarom zetten we nu een volgende grote stap. Een goed financieringsmodel van het Toekomstverbond brengt de uitvoering van alle prioriteiten van het verbond veel dichterbij. Het bewijst dat het Toekomstverbond zoveel meer is dan Oosterweel. Bovenal is dit een herbevestiging van het verbond. Ja, we gaan samen verder.

  • ‘Verbeter de wereld, begin in Antwerpen’

    (toespraak bij de start van het project CULT (Collaborative Urban Logistics and Transport) op 15/3/22, B Post Antwerpen X, Noorderlaan 295 – voor persbericht scroll naar onder)

    Goeiemorgen iedereen,

    Welkom in Antwerpen mevrouw de minister, beste bedrijfsleiders hier aanwezig, persmedewerkers ook,

    Dames en heren,

    als ik zie wie hier allemaal verzameld is, durf ik zeggen; dit is een topbijeenkomst.

    Ik dank daarvoor Alex Van Breedam van TRI-VIZOR, de drijvende kracht achter CULT.

    Ik dank ook het team van Slim naar Antwerpen, dat met hun projectoproep rond stedelijke logistiek de aanzet gaf, de aanzet naar een meer leefbare stad, dames en heren, want daar gaat het finaal om.

    Hoewel het aandeel van vrachtvervoer in de stad een relatief klein aandeel in het totale wegverkeer vertegenwoordigt, heeft het een grote impact op de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid binnen de stad.

    Om aan deze spreidstand tegemoet te komen rolt de stad Antwerpen verschillende stedelijke logistieke projecten uit; gaande van tijdelijke proefprojecten om na te gaan of de huidige technologie de gevraagde toepassingen kan ondersteunen, tot structurele maatregelen.

    Zo werken we aan een door de markt gedragen vrachtroutenetwerk.
    We evolueren naar een vrachtrouteplanner die automatisch routes genereert die kwetsbare locaties (scholen, woonstraten…) zoveel mogelijk vermijdt. Dit heeft voordelen op vlak van verkeersveiligheid en efficiëntie. In een eerste fase zijn Comeos, Colruyt en Delhaize hier nauw bij betrokken geweest, maar ook andere sectoren zullen in een vervolgfase worden bevraagd.

    Daarnaast zet de stad ook in op innovatieve proefprojecten.  Denk maar aan het proefproject met sensoren op de laad- en loszone, of aan het project van Intello city waarbij samen met VIL en Imec werd onderzocht of Internet of Things een bijdrage kan leveren aan een efficiëntere stadslogistiek.

    Ik stip ook aan: vervoer over water, daar valt nog winst te behalen. Voor de stad, maar ook voor veel andere steden en gemeenten is de waterweg nog een route die weinig congestieproblemen kent.

    Wat CULT betreft: dit is een exponent van de rol die ik voor de stad weggelegd zie. We stimuleren de markt om zelf, op korte termijn, met innovatieve ideeën te komen.

    De stad doet graag aan matchmaking;  de vraag en het aanbod van mobiliteitsdiensten tussen private marktpartijen koppelen. Op deze manier ontstaat een broeihaard voor initiatieven die de druk op het logistieke systeem verlicht. Als stad willen wij jullie, private marktpartijen stimuleren en ondersteunen om het stedelijke logistieke systeem een meer efficiënte invulling te geven. Waar nodig, kunnen wij optreden als actieve partner.
    De stad Antwerpen heeft de praktische inzichten van de ondernemers nodig.

    Ik wil dan ook graag een nieuwe oproep doen. Dit is een leerproces voor iedereen. Door jullie feedback te ontvangen kan Antwerpen inspelen in de noden en quick wins van de snel evoluerende markt.

    De Marktplaats voor Mobiliteit heeft in het verleden al bewezen dat de projectoproepen kunnen uitrollen tot structurele, permanente en duurzame projecten op lange termijn.

    Ik denk dat CULT een blijver kan worden, meer zelfs: een inspiratiebron kan zijn voor andere bedrijven en sectoren.  Ik zou willen zeggen; ‘Verander de wereld, begin in Antwerpen.’

    —-

    PERSBERICHT 

     

    Kwart minder gereden kilometers en 90% minder uitstoot door gecombineerde stadsleveringen in Antwerpen

    De bedrijven Danone, Delhaize, Jacobs Douwe Egberts, Pro-Duo, Proximus, Telenet en Schoenen Torfs zijn van plan om vanaf vandaag hun bestellingen aan winkelpunten en particulieren in de stad Antwerpen te bundelen en samen te leveren. Het slim bundelen van  goederen aan de rand van de stad vertaalt zich al meteen in een kwart minder gereden kilometers en 90% minder uitstoot. De positieve impact op de mobiliteit en het milieu neemt toe naarmate er meer bedrijven met hun goederenstromen aansluiten bij dit CULT (Collaborative Urban Logistics & Transport) samenwerkingsverband.

    Het World Economic Forum voorspelt een toename van 78% meer leveringen in steden tegen 2030. Ook in onze steden zal door de sterke groei van e-commerce het aantal transportbewegingen alsmaar verder toenemen. Het huidig logistiek systeem heeft vandaag niet meteen duurzame en efficiënte oplossingen klaarliggen. Iedereen heeft zich al wel eens afgevraagd waarom drie bestelwagens gelijktijdig aan het uitleveren zijn in dezelfde straat.

    Met als doelstelling het aantal kilometers en de uitstoot van stadsleveringen te verminderen, kondigden Danone, Delhaize, Jacobs Douwe Egberts, Pro-Duo, Proximus, Telenet en Schoenen Torfs midden 2021 het CULT samenwerkingsverband  aan. Het opzet: het slim bundelen van de goederen aan de stadsrand  om ze vervolgens uitstootvrij uit te leveren in de stad.

    Leveringen in Antwerpen

    Vandaag start het CULT-samenwerkingsverband officieel met de eerste gebundelde leveringen in de stad Antwerpen. bpost werd geselecteerd  om de pakjes van de deelnemende bedrijven te bundelen in Antwerpen-X en vervolgens volledig uitstootvrij uit te leveren aan particulieren en winkelpunten in de stad. bpost zal niet enkel pakjes, maar ook palletten naar winkelpunten verdelen. Het transport van deze palletten zal momenteel  nog gebeuren  met kleine vrachtwagens op HVO (Hydrotreated Vegetable Oil), maar van zodra de technologie praktisch inzetbaar is, zal ook dit transport volledig elektrisch gebeuren.

    “Dit project past volledig in onze Ecozone filosofie van duurzame, innovatieve stadsdistributie waar we uitstootvrije levering combineren met een uitgebreid netwerk van afhaalpunten en lockers. en het is dus logisch dat bpost hier zijn steentje aan bijdraagt. Het is onze ambitie om de meest duurzame e-commerce logistics speler te zijn in Europa tegen 2030, met een CO2-vrije last mile “ aldus Dirk Tirez, CEO van bpost.

    Veelbelovende start

    Op basis van de analyses en de eerste testleveringen van de goederen van de zeven bedrijven in Antwerpen wordt alvast meer dan een kwart bespaard op het aantal gereden kilometers en wordt de uitstoot met bijna een factor tien teruggedrongen. “Hoe meer bedrijven hun stromen bundelen in CULT, hoe minder transportbewegingen en uitstoot in vergelijking tot de situatie waarin bedrijven dit individueel zouden doen. Immers, vijf leveringen per straat is veel duurzamer en efficiënter dan een levering elke vijf straten” zegt initiatiefnemer en CEO van TRI-VIZOR, Alex Van Breedam. “Ook door de goederenstromen van de bedrijven beter op elkaar af te stemmen – zeg maar, de bundeling slimmer te maken –  kunnen vele kilometers en uitstoot uitgespaard worden.”

     Open samenwerking

    De ambitie van CULT reikt verder dan de huidige groep van bedrijven in Antwerpen. TRI-VIZOR heeft als community manager het kaderwerk opgezet waardoor nieuwe bedrijven, maar ook winkeliers in de binnenstad snel en makkelijk kunnen instappen. Binnen deze structuur kunnen bedrijven – zelfs concurrerende spelers – transparant en volledig in lijn met de bestaande regelgeving samenwerken. Bovendien is deze structuur makkelijk overdraagbaar naar andere steden.

     Green Deal Delivery

    CULT gaat voor wat het zelf een ‘Green Deal Delivery’ noemt, met een levering op vaste tijdstippen, volledig emissievrij, met groen transport zoals cargofietsen en elektrische bestelwagens en met koeriers die in sociaaleconomisch verantwoorde arbeidsomstandigheden kunnen werken. Het wilt hiermee actief bijdragen aan de belangrijke mobiliteits- en milieu uitdagingen waarmee de steden vandaag geconfronteerd worden.

    Petra De Sutter, Minister van Post en Telecommunicatie: “Elk pakketje dat naar onze voordeur wordt gebracht zonder een bestelbusje op brandstof verhoogt de leefbaarheid van een stad. De CO2-uitstoot daalt erdoor en er zijn minder files om maar enkele voordelen te noemen. Door pakjes te bundelen aan de rand van de stad Antwerpen, helpt CULT aan die doelen. De bezorgmarkt vergroenen, doen we samen met de sector. In die zin is CULT een mijlpaal. De voortrekkersrol die overheidsbedrijven spelen in de overgang naar een duurzame economie wordt nu in de verf gezet door bpost en Proximus die meedoen aan dit project.”

    Samenwerking met Slim naar Antwerpen

    Dit samenwerkingsverband en de leveringen in Antwerpen kaderen in de projectoproep stedelijke logistiek van Slim naar Antwerpen. Deze oproep werd gelanceerd in juli 2020. De geselecteerde projecten dragen bij aan vlotte en efficiënte stedelijke logistiek. Het ambitieuze CULT-initiatief krijgt van stad Antwerpen inhoudelijke en financiële ondersteuning.

    Koen Kennis, Schepen van Mobiliteit in Antwerpen ‘We maken onze stad stap voor stap duurzamer, en dat doen we door in zee te gaan met de juiste partners. De projectoproepen van Slim naar Antwerpen zijn prima geschikt om ondernemers met creatieve oplossingen samen te brengen, samen sterker, samen slimmer. CULT is daarvan een mooi voorbeeld’.

    Meer info over CULT: www.cultcitylogistics.be

     

     

  • Eerste publieke laadpalen van TotalEnergies zijn geplaatst

    Buurtbewoner Peter Wils (rechts) maakte graag gebruik van de nieuwe laadfaciliteiten aan het Ekerse districtshuis. Van links naar rechts: Koen Palinckx (districtsburgemeester Ekeren, Stefaan De Ganck (directeur mobility and new energies Total Energies,) Koen Kennis, Marc Elseviers (mobiliteitsschepen district Ekeren), Peter Wils.
    Buurtbewoner Peter Wils (rechts) maakte graag gebruik van de nieuwe laadfaciliteiten aan het Ekerse districtshuis. Van links naar rechts: Koen Palinckx (districtsburgemeester Ekeren), Stefaan De Ganck (directeur mobility and new energies Total Energies,) Koen Kennis (mobiliteitsschepen stad Antwerpen), Marc Elseviers (mobiliteitsschepen district Ekeren), Peter Wils.

    (persbericht)

    De eerste publieke laadpalen voor elektrische wagens van TotalEnergies in Antwerpen zijn geplaatst. De stad sloot hiervoor recent een overeenkomst af met het bedrijf. Burgers kunnen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag indienen voor een paal in hun buurt.

    Het gebruik van de elektrische wagen wordt steeds populairder. Stad Antwerpen heeft daarom sinds september een concessieovereenkomst voor de uitbreiding van de publieke laadinfrastructuur. TotalEnergies plaatst gedurende twee jaar alle nieuwe elektrische (snel)laders op het stedelijk grondgebied. Tot 2034 zijn zij ook verantwoordelijk voor de technische en commerciële exploitatie van het door hen geplaatste netwerk van openbare laadstations. Alle laadpunten leveren groene stroom uit Belgische offshore windenergie. Daarnaast worden in de parkeervakken aan de nieuwe laadpalen sensoren van Geosparc voorzien, waarmee de stad de bezetting in realtime kan monitoren.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Dankzij deze overeenkomst kunnen we snel inspelen op de reële nood aan laadinfrastructuur. We werken momenteel de bestaande lijst met een 600-tal aanvragen weg, waarvan we sommige bundelen. Wat niet verandert, is dat we ons houden aan het principe ‘paal volgt wagen’. Oplaadpunten plaatsen we daar waar er een concrete vraag is. Wat we zeker willen vermijden is een wildgroei, dat zou enkel weerstand oproepen.”

    Eerste laadpalen van TotalEnergies zijn geplaatst

    In Antwerpen zijn er momenteel 428 laadpunten waarvan 156 op het openbaar domein, 207 in (buurt)parkings en 65 in park-and-rides. Daarnaast zijn er 11 snelladers op het openbaar domein en 6 in de park-and-rides. Hiermee kan je een batterij gemiddeld op een half uur volledig opladen. Gebruikers vinden een overzicht van alle laadpalen op de website van Slim naar Antwerpen: https://www.slimnaarantwerpen.be/nl/auto-taxi/opladen-van-elektrische-autos.

    De eerste vijf laadpalen van TotalEnergies zijn begin februari geplaatst, waarvan drie in Ekeren (Veltwijcklaan, Kloosterstraat en Paardenbloemlaan), één in Deurne (Van Notenstraat) en één in Borgerhout (Berchemlei).

    Digitale aanvraag laadpunt

    De laadpunten, die op het openbaar domein komen, worden enkel op aanvraag geplaatst. Om een laadpunt aan te vragen moet je wonen of werken in stad Antwerpen, geen laadmogelijkheden hebben op eigen terrein, en nog geen laadpaal hebben binnen een wandelafstand van 250 meter. Wie voldoet aan die voorwaarden kan sinds 1 september 2021 een publieke laadpaal aanvragen via www.antwerpenlaadt.be  of www.antwerpen.be ( > parkeren en mobiliteit > auto, klik hier voor de rechtstreekse link).

     

  • Grote stijging gebruik autodelen in Antwerpen

    (persbericht)


    De laatste 5 jaar steeg het aantal gebruikers van deelauto’s in Antwerpen met factor 12,3. Dat blijkt uit cijfers van stad Antwerpen. Dat het gebruik van deelwagens doorbreekt, is ook merkbaar in het aantal beschikbare wagens, het gemiddeld aantal afgelegde kilometers per wagen en de uitgebreide parkeerfaciliteiten in de Scheldestad.

    Dat autodelen in ons land in de lift zit, bleek uit de jaarcijfers 2021  die het Netwerk Autodelen enkele weken geleden publiceerde. Autodelen sprak van een verzevenvoudiging van het aantal autodelers in ons land.

    In diezelfde periode tekende Antwerpen een nog grotere groei op. In januari 2017 lag het aantal actieve gebruikers van deelauto’s in de Scheldestad op 3294, en dat aantal steeg in januari van dit jaar naar 40.681 actieve gebruikers, meer dan 12 keer zoveel.

    Tegenover dat groeiend aantal gebruikers staat natuurlijk ook een groter wordend wagenpark. Het aantal beschikbare deelwagens steeg in Antwerpen tussen 2017 en 2022 van 166 naar 752. Het gemiddeld aantal gebruikers per wagen steeg in die periode van 19,8 naar 54,1, wat een intensiever gebruik van het wagenpark aangeeft. Het feit dat deelwagens mee opgenomen worden in MaaS-applicaties en ook de routeplanner van Slim naar Antwerpen realtime-informatie geeft over beschikbare deelwagens werkt ook drempelverlagend voor de gebruiker, die slechts 1 drukknop verwijderd is van mobiliteit.

    Het aantal autodeelplaatsen op het openbaar domein steeg van 129 in 2017 naar 195 in 2022. Daar bovenop werd ook in de recent in gebruik genomen Park and Rides plaats voorzien voor deelwagens, resp. Linkeroever: 15,  Luchtbal: 15, Merksem: 5.

    De Antwerpse schepen voor mobiliteit Koen Kennis: ‘De groeiende interesse voor het gebruik van deelwagens is een goede zaak voor Antwerpen. Een deelwagen vervangt immers de aanschaf van verschillende particuliere wagens, en daarmee komt ruimte vrij in de stad.’

    Opmerkelijk is dat het aantal aanbieders in de stad niet in dezelfde mate steeg. In 2013 waren dat er 2, in 2022 zijn dat er 3. Schepen Kennis: ‘We onderhouden nauwe contacten met de aanbieders van deelmobiliteit in onze stad. De verwachtte groei van deelwagens zullen we nauwlettend opvolgen en begeleiden.’

  • Verkeersmaatregelen Beukenlaan voor meer verkeersveiligheid

    (persbericht)

    Om de verkeersveiligheid te verbeteren, plant de stad snelle en tijdelijke verkeersmaatregelen op de Beukenlaan. Het gaat om maatregelen op maat van automobilisten, fietsers en wandelaars. Als alles volgens plan verloopt, worden de werken nog voor de zomer afgewerkt.Om de verkeersveiligheid op de Beukenlaan te verhogen worden een aantal kruispunten compacter gemaakt (met uitzondering van het kruispunt met de Della Faillelaan). Ter hoogte van de kruispunten met de Palmenlaan, Dennenlaan en Acacialaan worden er linksafslagstroken voorzien. Daarnaast worden ook de kruisingsvlakken ter hoogte van de kruispunten compacter en kleiner gemaakt door het inkorten van de oversteeklengte. Hiervoor worden er middeneilanden aangebracht (handig voor overstekende fietsers) of wordt er één rijstrook weggenomen door het plaatsen van markeringen en flexibele verkeerspalen. Daardoor wordt ook de opstelruimte voor fietsers vergroot. Indien nodig, combineert men die twee ingrepen om het kruispunt zo veilig mogelijk te houden.Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ‘De Beukenlaan is een belangrijke doorgangsweg tussen de stad en Wilrijk en vormt een aansluiting met Edegem en Mortsel. Deze drukke verkeersas loopt dwars langs de recreatiegebieden van Park Den Brandt en het Nachtegalenpark, waar nogal wat wandelaars en joggers geteld worden. Deze aanpassingen doen we om al die gebruikers met elkaar in evenwicht te brengen. Door het kruispunt aan de Acacialaan en Beukenlaan aan te pakken, werken we bovendien een zwart punt van op de verkeersveiligheidsaudit van 2018 weg.’

    Verder wordt er enkelrichting ingevoerd van de Della Faillelaan richting de Beukenlaan. Aan de zijde van de woningen tussen de Eglantierlaan en de Middelheimlaan wordt het fietspad aangepast voor tweerichtingsverkeer. Het fietspad aan de parkzijde blijft behouden.

    Snelle en tijdelijke verkeersveiligheidsmaatregelen

    Eenvoudige, tijdelijke ingrepen zorgen ervoor dat er minder snelheidsovertredingen plaatsvinden. Zo wil de stad straten en kruispunten verkeersveiliger maken in afwachting van een uitgebreidere, structurele aanpak. Uiteraard zal de impact van deze snelle en tijdelijke verkeersveiligheidsmaatregelen ook opgevolgd worden.

  • Lantis aan het stuur van een stedelijk vervoerbedrijf?

    Lees onderstaand de volledige tekst van mijn antwoord op de interpellatie* van raadslid Sam Voeten (CD&V) over een stedelijk vervoersbedrijf. 
    —-

    Voorzitter van de raad, gemeenteraad dd 31/02/22, ter vervanging van burgemee
    Voorzitter van de gemeenteraad dd. 31/02/22, ter vervanging van burgemeester Bart De Wever.

    ‘Beste raadslid Voeten,

    Het is zeker niet de eerste keer dat ik heb aangegeven dat ik een stedelijk vervoersbedrijf genegen ben. Dat heb ik bijvoorbeeld in mei 2018 al duidelijk gemaakt. De moeilijkheden die ik zie bij de realisatie van de grote en of complexe infrastructuurprojecten, die ik toen aangaf, zijn vandaag nog steeds dezelfde. Die moeilijkheden hebben voornamelijk te maken met de verkokering van bevoegdheden.

    Binnen de Vervoerregio Antwerpen hebben we een visienota goedgekeurd ‘Samen vooruit. Routeplan 2030’, die tot stand kwam tussen de Vlaamse overheid, de gemeentebesturen, alle stakeholders, mobiliteitspartners en burgerbewegingen. Het plan ligt op tafel, nu moet dit voor alle verkeersmodi verder omgezet worden in concrete uitvoeringsprojecten.

    U citeert terecht lemma 11 van het bestuursakkoord waarin we voorstellen om een Antwerpse Vervoersautoriteit in te richten, die regisseur wordt van de aanbesteding en operationalisering van de stadsregionale mobiliteitsvraagstukken. Met het Decreet Basisbereikbaarheid is de aanzet hiertoe gegeven. Daarin wordt de vervoerregio als taak toebedeeld om, onder andere, regionale mobiliteitsplannen- en projecten te prioriteren, op te volgen en te evalueren; het verknopen van de vervoers- en infrastructuurnetten te bewerken en combimobiliteit te faciliteren.  De Vervoerregio Antwerpen heeft ook haar keuze van het netwerk van het openbaar vervoer op korte en lange termijn al neergelegd. Dus ik kan concluderen dat onze vervoerregio haar taken zeker ter harte heeft genomen. Het is nu tijd om plannen om te zetten naar uitvoerbare projecten.

    Er moet een speler zijn die de projecten uit het Routeplan ook realiseert. De infrastructuur voor het gemotoriseerd verkeer en de zwakke weggebruiker moet verbeterd worden en, de trams en bussen moeten op een efficiënte manier zoveel mensen als mogelijk mobiel maken. Uiteraard liggen die concrete projecten niet alleen op het grondgebied van de stad, dus is een regionale entiteit, die de projecten grensoverschrijdend uitvoert, noodzakelijk. De stad kan dit niet alleen.

    P+R Linkeroever
    P+R Linkeroever (dd. midden november 2021)

    Lantis werkt in onze regio en steekt veel tijd en energie in omgevingsmanagement, communicatie naar lokale overheden en bewoners en bedrijven. Het is niet alleen een uitvoeringsorganisatie die ideeën en plannen omzet naar realisaties, ze exploiteert vandaag ook de Park and Rides en het (toekomstige) regionaal fietsdeelsysteem. Lantis heeft in onze regio bewezen kennis en kunde in huis te hebben om grote infrastructuurprojecten voor verschillende mobiliteitsmodi uit te voeren. Het heeft al tramsporen aangelegd (cfr. het Brabo 1-project, de keerlus P&R Linkeroever), fietspaden, Park and Rides, weginfrastructuur en leefbaarheidsprojecten. Het is dus vandaag al een zeer belangrijke organisatie voor de realisatie van onze lokale en regionale ambitieuze modal shift, die we hebben afgesproken in het Toekomstverbond.

    Ik zie vandaag al de basis voor een vervoersbedrijf binnen Lantis. Uiteraard zal die organisatie zich nog verder moeten organiseren om een regionaal vervoersbedrijf te worden. Ik wil hiermee niet gezegd hebben dat een alle Vlaamse mobiliteitsorganisaties vandaag slecht werk leveren, maar de bestaande structuren functioneren vandaag  niet meer goed. Ik zie al te vaak bijvoorbeeld tijdrovende debatten tussen Vlaamse overheidsdiensten over welke dienst welk budget moet voorzien. Dat hindert een slagkrachtige uitvoering van de projecten en frustreert zowel de betrokken ambtelijke medewerkers als de betrokken politieke verantwoordelijken. Dat kan ik aan de burger niet uitleggen. Ook zie ik dat tussen die Vlaamse organisaties vaak naar mekaar wordt gewezen. Toen ik jaren geleden vroeg wie de Park and Rides rond onze stad zou bouwen, zeiden De Lijn en AWV dat het niet hun taak was. De Lijn zag het als haar taak om enkel trams te laten rijden en AWV had enkel de opdracht om carpoolparkings te bouwen. Resultaat: geen Park and Rides. Hallucinant. Lantis heeft toen haar verantwoordelijkheid genomen en Park and Rides gerealiseerd in samenwerking met de stad. Ook wij hebben daar een behoorlijke cent aan bijgedragen.

    De regie bij één organisatie leggen, zal ons efficiëntie en tijdswinst opleveren en garanderen dat we de ambities van het Toekomstverbond realiseren.  Vandaar de oproep, de aanzet, om te beginnen werken aan dat vervoerbedrijf.’

    * Om de volledige gemeenteraadsessie opnieuw te bekijken, is er deze link:
    https://web-antwerpen.streamovations.be/sessions/category/1

  • Borsbeek en Antwerpen starten fusiegesprekken

    (persbericht) 

    De colleges van Borsbeek en Antwerpen hebben beslist om fusiegesprekken op te starten. De intentie is dat Borsbeek op 1 januari 2025 het tiende district van de stad Antwerpen wordt. Tot eind 2023 zal nu een intensief traject lopen waarbij de voordelen voor alle inwoners geanalyseerd worden en de administratieve en juridische voorbereidingen worden getroffen. De Borsbekenaren zullen in dit traject sterk betrokken worden. Het lokaal bestuur zal met hen in alle openheid in debat gaan om de verschillende beleidskeuzes te duiden en te luisteren naar hun bezorgdheden. Dat debat zal erg laagdrempelig verlopen, onder meer op straten en pleinen. Er zullen ook gesprekken opgestart worden met wijkcomités en adviesraden. De uiteindelijke beslissing zal voor 31 december 2023 voorgelegd worden aan beide gemeenteraden.

    Borsbeek is vandaag met een oppervlakte van net geen 4km² de kleinste gemeente van de provincie Antwerpen. Ze is tevens met 11.200 inwoners de tweede meest dichtbevolkte gemeente van Vlaanderen. De Borsbekenaren kunnen rekenen op een gemeentelijke administratie die zich elke dag hard inzet om de beste dienstverlening te bieden. Om nog beter bestand te zijn tegen de groeiende complexiteit van de uitdagingen waar lokale besturen tegenaan kijken, heeft het gemeentebestuur daarom gesprekken aangeknoopt met alle buurgemeenten. Daaruit is nu een duidelijke voorkeur gekomen om Borsbeek  te laten aansluiten bij de stad Antwerpen en zo een district te worden.

    “Onze ambitie is om de voordelen van de schaalgrootte die de stad ons biedt, te laten rijmen op de knusse nabijheid van onze gemeentevoorzieningen,” legt de burgemeester van Borsbeek, Dis Van Berckelaer, uit. “Onze voornaamste intentie bij de gesprekken die we met mogelijke fusiepartners hebben gevoerd, was dat de Borsbekenaar kon blijven rekenen op een eigen dienstverlening met een volwaardig districtshuis. Bovendien komen er een heel aantal verbeteringen bij. We denken daarbij vooral aan de heraanleg van straten en het onderhoud van het openbaar domein, een wekelijkse afvalophaling, en de waaier aan stedelijke werkingen waar Borsbeek als district van zou profiteren. Niet in het minst onze jeugd en senioren. Een expertise ook om ‘u’ tegen te zeggen”.

     

    Van dorp naast de stad naar dorp in de stad

    Als beide gemeenteraden na dit traject van twee jaar hun goedkeuring geven, zal Borsbeek op 1 januari 2025 het tiende district van de stad Antwerpen worden. Het zal het eerste district zijn dat toetreedt tot de stad sinds de grote fusie van 1983, toen zeven andere gemeenten als district toetraden tot de stad: Berchem, Borgerhout, Deurne, Ekeren, Hoboken, Merksem en Wilrijk. Ook Berendrecht-Zandvliet-Lillo werd een zelfstandig district.

    Links naar rechts: Koen Kennis, Dis Van Berckelaer, Bart De Wever en Ken Casier.


    “We zien dat de verschillende Antwerpse districten veertig jaar na de fusie nog altijd hun eigen identiteit hebben behouden en zelfs hebben versterkt,”
    benadrukt Antwerps schepen voor decentralisatie en financiën Koen Kennis. “Daarom is een keuze voor de stad ook een positieve keuze voor Borsbeek. Districten blijven dicht bij de burger en behouden een groot aantal bevoegdheden. Dat zorgt ervoor dat beleid op maat van de Borsbekenaar mogelijk blijft.”

     

    Concrete ambities

    De Vlaamse regering biedt financiële impulsen voor gemeenten die ervoor kiezen samen te gaan. Voor de fusie tussen Antwerpen en Borsbeek zou dat een eenmalig voordeel ten belope van 50 miljoen euro betekenen. Middelen die gebruikt worden om alle inwoners van beide gemeenten erop vooruit te laten gaan.

    “Het principe is eenvoudig,” zegt de burgemeester van Antwerpen, Bart De Wever. “Voor Antwerpenaren en Borsbekenaren zal deze fusie een win-win zijn. Wat goed is, blijft behouden. En wat beter kan, zal beter worden. Daarvoor liggen concrete projecten op tafel.”

    Voor het toetreden van Borsbeek als tiende district van de stad worden volgende uitgangspunten vooropgesteld:

     

    • De heraanleg van de lokale hoofdassen, onder meer de de Robianostraat, Jozef Reusenslei, Lucien Hendrickxlei en
    • De afvalophaling zal wekelijks gebeuren.
    • De Borsbekenaar krijgt alle voordelen van de Antwerpenaren en dezelfde toegang tot jeugdwerking, seniorenzorg, sportinfrastructuur en het cultuuraanbod. Dat wil bijvoorbeeld zeggen dat Borsbekenaren aan voordelig tarief kunnen gaan zwemmen in het gloednieuwe Sportoase Ruggeveld.
    • De gesprekken tussen de twee gemeentescholen, Academia en De Klinker, en het Stedelijk Onderwijs met de bedoeling om deze scholen in te kantelen, zullen verdergezet worden. De beslissing om de gemeentescholen over te dragen, staat overigens los van de fusiegesprekken en werd reeds in 2020 door Borsbeek gemaakt.
    • De expertise en de diverse netwerken die de stad ontwikkelt en uitbouwt, zullen een meer dan waardevolle ondersteuning zijn voor de uitdagingen van (kinder)armoede en tewerkstelling.
    • De deelsystemen, waaronder het Velo-fietssysteem, zullen op termijn uitgebreid worden naar Borsbeek.
    • Fort 3 blijft behouden als groene long en zal deel uitmaken van de groene gordel rond de stad, met de verdere uitrol van het door Borsbeek opgestelde masterplan.
    • Het Tirolerhof zal ten volle verder opgewaardeerd worden als warme ontmoetingsplaats voor alle Borsbekenaren.
    • De bibliotheek blijft en wordt verder uitgebouwd dankzij de uitgebreide stedelijke werking.
    • Borsbekenaren kunnen naar de recyclageparken van Wommelgem en Boechout blijven gaan, maar kunnen voortaan ook terecht in Berchem en andere Antwerpse recyclageparken.
    • De lokale politie en brandweer worden opgenomen in Politiezone Antwerpen en Brandweer Zone Antwerpen, de grootste korpsen van Vlaanderen. Het politiekantoor en de brandweerkazerne blijven behouden, waaronder de inzet van brandweervrijwilligers.
    • Het principe dat de Borsbekenaar erop vooruit moet gaan, wordt ter harte genomen bij het opmaken van de balans van alle financiële beslissingen en gevolgen, waaronder de eenmaking van de gemeentebelastingstelsels en het afwegen van alle financiële baten op vlak van dienstverlening en aanbod (sociale, sportieve en culturele voorzieningen, afvalzakken,…).

    Intensief traject

    “We starten nu een intensief traject met de intentie om te bekijken of de fusie op 1 januari 2025 verwezenlijkt kan worden. Tegen 31 december 2023 zullen we in dat geval een officiële beslissing indienen bij de Vlaamse overheid,” verklaart Borsbeeks schepen van burgerzaken, personeel en financiën Ken Casier. “De komende maanden gaan we alle betrokken diensten betrekken en de administratieve en praktische gevolgen goed analyseren. Het doel is om alles in het werk te stellen om Borsbeek in 2025 als volwaardig district met eigen bevoegdheden en beleidsmiddelen van start te laten gaan.”



  • Ontbrekend stuk fietspad in Ekeren wordt weggewerkt

    (persbericht)

    Met de Ekerse districtsburgemeester Koen Palinckx (N-VA).

    In het Laar in Ekeren ontbreekt een stuk fietspad, tussen huisnummer 22 en de doorsteek naar de Kluislaan. Het district Ekeren keurde nu het definitief ontwerp voor de aanleg van deze ontbrekende schakel goed. De werken staan gepland voor dit voorjaar.

    Door de verkaveling van het project Quadelaar ontstaat er ruimte om dit stuk aan te leggen. Het fietspad krijgt dezelfde afmetingen als het recent aangelegde dubbelrichtingsfietspad tussen de Eduard Waghemansbrug en de doorsteek naar de Kluislaan. De aanwezige gracht wordt in een koker gelegd, en in de bocht wordt de schrikstrook iets breder gemaakt en aangelegd in gras. Dat zorgt voor meer veiligheid voor de fietsers.

    Koen Kennis, Antwerps schepen voor mobiliteit: “Het gaat om een klein stukje dat ontbrak op een veelgebruikte fietsverbinding tussen Merksem, Brasschaat en Ekeren. Dit soort ontbrekende schakels werken we stelselmatig weg, en zo gaat de veiligheid en het comfort voor de fietsers erop vooruit.”

    De aanleg van het fietspad wordt gefinancierd door stad Antwerpen. In een latere fase komt er ook nieuwe verlichting in het Laar tussen de Eduard Waghemansbrug en huisnummer 22. De kost hiervan wordt door het district Ekeren gedragen.

    Districtsburgemeester Koen Palinckx: “Met het aanleggen van deze ontbrekende schakel zetten we opnieuw een belangrijk stap om het fietsen veilig en comfortabel te maken in Ekeren. Dit korte stuk nieuw fietspad is bovendien noodzakelijk om ook het deel tot aan De Oude Landen in een volgende stap te gaan aanleggen. Daarvoor zijn we nu ook gestart met de opmaak van de plannen.”

     

  • Vlaanderen heeft meer doeners nodig, en minder spelers

    (geredigeerde tekst van mijn toespraak bij de opening van de P+R Linkeroever, in aanwezigheid van mevrouw Lydia Peeters, minister van mobiliteit)

     

    Sta mij toe om in eerste instantie alle mensen die hieraan meegewerkt hebben te bedanken. Ik wil daarbij beginnen in 2015, bij het opmaken van het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen, waarin we Park and Rides rond de stad Antwerpen al neergezet hebben als 1 van de belangrijke elementen. De mensen die er toen al bij waren, en ook alle mensen die achteraf mee gebouwd hebben, zorgden er mee voor dat we nu staan waar we vandaag staan, met P+R’s in Merksem, op de Luchtbal en nu op Linkeroever.

    Dames en heren, ik nodig u uit om straks ook eens naar de bovenste verdieping te gaan en rond te kijken, want dit is wellicht de spectaculairste van de 3 P+R’s.

    Spectaculair niet alleen in omvang en afwerking, ook omwille van het geweldige uitzicht en de metamorfose die ruime omgeving heeft doorgemaakt … Probeer u voor te stellen hoe het vroeger was, en wat u nu ziet. Indrukwekkend!

    Ik wil dat illustreren aan de hand van een quote van iemand die wanneer we hier enkele maanden geleden op werfbezoek waren, die toen zei: ‘Wow,  als ik dit zie, dan wordt Antwerpen volwassen, en dan kon dit net zo goed Berlijn of Londen zijn.’ Ik denk dat we best fier mogen zijn op wat hier vandaag staat.

    U weet dat een P+R realiseren zoals die hier staat, vandaag in Vlaanderen geen sinecure is. En wanneer we hier staan dan kunnen we nu allemaal zeggen hoe fantastisch het resultaat is. Maar we moeten ook durven kijken naar hoe dit tot stand gekomen is, en welke lessen we hieruit kunnen leren.  Waar zijn we uiteindelijk beland, en wat kunnen we misschien in de toekomst beter aanpakken?

    In 2015 stond het idee van P+R’s rond A’pen die open, luchtig, veilig, aangenaam moesten zijn reeds in het mobiliteitsplan van de stad Antwerpen, een mobiliteitsplan opgesteld met alle aanwezige mobiliteitspartners, conform het toenmalige mobiliteitsdecreet.

    Daar stonden trouwens niet enkel de drie plekken waar we nu gebouwd hebben in, daar stonden nog meer plekken in vermeld. Ik wil maar enkele ideetjes opperen; daar stond ook Wommelgem in, of Ranst.  Ik denk dat het belangrijk dat we ook daar nakijken hoe we daar de P+R-capaciteit kunnen opvoeren en die modal shift een impuls te geven. Mevrouw de minister, u komt vaak vanuit die richting, hoe leuk zou het niet zijn moest u daar uw voertuig kunnen stallen en met de tram tot op de plek van het te knippen lintje rijden? Boechout, die P+R staat regelmatig bomvol, misschien geen 5 of 6 verdiepingen, maar ook daar hebben we extra capaciteit nodig. Ter hoogte van de A12 en de E19 Boom / Edegem, dat staat trouwens ook in ons Routeplan 2030 mee opgenomen, het zou mooi zijn om mensen die van Brussel komen ook te kunnen opvangen in kwaliteitsvolle P+R’s.

    Maar dat zijn allemaal ideeën die in een plan staan, en een plan dat is het begin, maar daarna begint het proces van het realiseren. En ik was bijzonder teleurgesteld wanneer wij met dit plan voor P+R’s naar de verschillende partners gingen – en dan zie je hoe moeilijk soms die ‘verkokering’ in Vlaanderen is.

    Toen wij naar De Lijn gingen, kregen we als antwoord ‘Onze opdracht is trams laten rijden, P+R’s bouwen hoort daar niet bij’. Dat hun klanten hier staan, dat speelde niet mee. Bij het Agentschap Wegen en Verkeer kregen we het antwoord ‘Ja maar, wij werken aan carpooling, niet aan P+R’s, overstappen op trams past niet bij ons.’

    En dan sta je toch wel versteld, dat iedereen binnen zijn eigen koker werkt. Gelukkig konden we dan terecht bij Lantis. U zei het, mevrouw de minister, een bedrijf met een ‘can do’-mentaliteit. Wellicht was die mentaliteit er wellicht ook wel omdat we met het Toekomstverbond, met de burgerbewegingen, met Vlaanderen, met de stad, … stevige afspraken hadden gemaakt rond de modal shift, die ongelofelijk belangrijk is zoals u ook aanhaalde. En uiteindelijk heeft Lantis gebouwd.

    In de voorbereiding van de bouw van de P+R’s 3 jaar geleden vraag je dan aan AWV of ze voor bewegwijzering konden zorgen op het moment dat die parkings zouden open gaan, of aan De Lijn, ‘Kunnen we geen combiticket realiseren, iets dat het mensen makkelijk maakt, zoals ook in het buitenland?’, en  wat zie je dan? Dan zie je dat daar aarzelend wordt gereageerd, en dat vind ik jammer. Die intense samenwerking waar u ook naar verwees, mevrouw de minister, die is ongelofelijk belangrijk. Om die modal shift echt te doen slagen. En daar wil ik Lantis toch expliciet bedanken.

    Ik wil Lantis bedanken want behalve met het bouwen van een ‘Oosterweel’ zijn zij toch ook bezig met een modal shift, bouwen zij inderdaad ook fietspaden, zorgen zij dat er hier nu P+R’s staan. Zonder Lantis zou hier geen P+R hebben gestaan, zouden er geen fietspaden liggen richting toekomstige Scheldebrug, geen ecoviaduct, ….

    Wellicht moeten we, mevrouw de minister, en dat is een uitnodiging om toch eens mee over na te denken, moeten we eens gaan kijken, hoe kunnen we in het kader van die modal shift intenser gaan samenwerken. Ik refereer aan een voorstel dat ook vanuit uw partij ooit is gelanceerd: moeten we niet gaan naar een vervoerbedrijf waar we een aantal zaken kunnen samenbrengen? Of het nu gaat over sporen, wegen, P+R’s, fietspaden, bewegwijzering, … waar we alles in 1 project kunnen steken zodat we alles in 1 keer kunnen uitrollen?

    In het licht van wat ook in ons bestuursakkoord van de stad Antwerpen staat, wil ik graag de suggestie doen om van Antwerpen de pilootregio te maken en dat uit te testen, en te zorgen dat die samenwerking veel hechter wordt.

    Want, mevrouw de minister, zoals u zei, in Antwerpen zijn we al sterk bezig met de modal shift. Maar we zijn er nog niet. Dit is een opdracht deels ook buiten de stadsgrenzen ligt, in de rand. Daarvoor hebben we de inzet van alle belangrijke mobiliteitsspelers nodig, en moeten we al die Vlaamse administraties waar nodig liefst gebundeld in 1 verhaal kunnen vastpakken.

    We hebben hier met Lantis een bedrijf met een ‘can do’-mentaliteit het heft in handen zou kunnen nemen. Het is een suggestie, een idee, maar wel een belangrijk idee. De modal shift in Antwerpen moét zich verder zetten.

    Ik ben bijzonder blij, dat deze P+R een voorbeeld is dat door velen in de toekomst kan gevolgd worden. Vlaanderen heeft nood aan kortere lijnen, minder spelers, meer doeners, zoals Lantis. U mag erop rekenen: de stad zal samen met Vlaanderen, met alle spelers die eraan kunnen bijdragen, de schouders blijven zetten om die modal shift te realiseren.