Category: Mobiliteit

  • De 2de veerboot over de Schelde moet blijven!

    Eind maart verstuurde het Antwerpse college van burgemeester en schepenen een collegiale brief (zie onderaan voor de volledige tekst) naar minister voor mobiliteit Lydia Peeters, in reactie op een beslissing van de minister om de dienstverlening van het veer tussen Het Steen en Linkeroever te halveren. Sinds 1 april vaart de overzet niet langer om het kwartier, maar om het half uur.

    De brief van het stadsbestuur aan de minister laat aan duidelijkheid niets te wensen over, en verklankt de wens van de vele duizenden mensen – niet enkel Antwerpenaren – die dagelijks de veerdienst gebruiken.

    De veerboot is een essentieel puzzelstuk geworden van de mobiliteit voor Antwerpen. Neem die weg – of halveer die zoals nu – en je creëert problemen, zoals tv-maker Tom Waes op Instagram terecht opmerkt. Tom Waes reageert daarmee zelf op een sociale media-campagne van de minister, die hij als ongepast ervaart.

    De minister slaat de bal mis als ze stelt dat het gaat om een ‘extra’ veer. De gebruikers ervaren de veerdienst niet als een extraatje, maar als een noodzaak. De boodschap van de minister staat haaks staat op wat ze deze week zelf via sociale media verspreidt.

    En als minister Peeters diezelfde bal probeert door te spelen naar de Vervoerregio dan schuift ze de verantwoordelijkheid van zich af. De collegiale brief zet wat dat betreft de puntjes op de ‘i’: Vlaanderen kent aan de vervoerregio’s geen budgetten toe voor Scheldekruisende initiatieven.

    De stad vraagt heel duidelijk dat de veerdienst tussen Het Steen en Linkeroever behouden blijft met een gegarandeerde dienstverlening om het kwartier. Het is dàt of een groter verkeersinfarct rond Antwerpen.

    —-

    COLLEGIALE BRIEF 

     

    Mevrouw Lydia Peeters
    Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Graaf de Ferrarisgebouw
    Koning Albert 11 laan 20
    1000 Brussel

    Geachte minister Peeters,

    De stad Antwerpen ontving uw antwoord met betrekking tot de (niet) bestendiging van de capaciteit van de veerdienst tussen linker- en rechteroever in Antwerpen.

    U verwijst naar de beslissingsbevoegdheid van de vervoerregioraden inzake het openbaar personenvervoer over water (hierna ‘PoW’), zeals bepaald in het decreet basisbereikbaarheid van 12 juni 2019. In dat decreet wordt verduidelijkt dat de vervoerregioraad het vervoer op maat bepaalt (art.a §1 3°) en beslist over het PoW (art.a §1 8°). Die bevoegdheid maakt deel uit van de algemene opdracht van alle Vlaamse vervoerregioraden om werk te maken van het voorbereiden, opmaken, opvolgen, evalueren en, in voorkomend geval, herzien van het regionaal mobiliteitsplan. De Vervoerregioraad Antwerpen is aan die opdracht tegemoet gekomen en heeft daarrond de nodige beslissingen genomen.

    Het personenvervoer over water kreeg een volwaardige plaats binnen het regionaal mobiliteitsplan, het Routeplan 2030. De noden inzake PoW werden vervat in de nota personenvervoer over water. Die nota werd goedgekeurd door de Vervoerregioraad Antwerpen op 28 september 2022 en is het resultaat van een grondige voorbereiding vano.a. DMOW, MOK, Lantis, enz.

    Art. 32/1 van het decreet basisbereikbaarheid verwijst naar het gegeven dat het PoW bestaat uit een vervoerslaag, namelijk het vervoer op maat. Het budget voor vervoer op maat (hierna ‘VoM’) is toegewezen aan de vervoerregioraden, uitgezonderd het budget voor het PoW. (Neta aan de Vlaamse Regering bij art. 3 van het BVR tot bepaling van de modaliteiten voor het organiseren van het openbaar personenvervoer over water; 2 september 2022).

    Dat bleek uit de verdeling van de bijkomende middelen voor vervoer op maat, die u in juni 2020 hebt bekendgemaakt. Daarin werden de exploitatiebudgetten voor DeWaterbus en de Scheldekruisende veren niet mee opgenomen in het VoM-budget.

    In de schoot van de Vervoerregioraad Antwerpen werd bijgevolg beslist (nota vervoer op maat van 3 februari 2021) om de toegekende budgetten toe te wijzen aan andere VoM­ oplossingen die broodnodig zijn om de modal shift te realiseren. De budgetbevoegdheid voor het PoW hoort nog steeds toe aan de Vlaamse Regering, zoals dat ender andere ook het geval is voor het bepalen van het tariefbeleid en de exploitatievoorwaarden (art. 35 decreet basisbereikbaarheid). De verwijzing naar VoM-budget voor deze kwestie is bijgevolg in strijd met uw eigen regelgeving en besluitvorming.

    Daarnaast volgt de stad Antwerpen de argumentatie van het onderscheid tussen een ‘basisexploitatie’ en een ‘plus-exploitatie’ niet. Als de Vlaamse overheid stelt dat ze instaat voor de financiering van het veer, lijkt ons het redelijkerwijs logisch dat de Vlaamse overheid ook garant staat voor het voorzien in een voldoende kwalitatief aanbod. Als de Vlaamse overheid, bij wijze van vergelijking, een fietspad aanlegt met minimale maatvoering, kijkt het voor de meerkost van een wenselijke maatvoering ook niet naar de stad Antwerpen.

    Tenslotte is het beheer, de organisatie en de exploitatie van het openbaar personenvervoer over water sinds 16 oktober 2020 de bevoegdheid van Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MOK) als unieke exploitant. Het is de verantwoordelijkheid van de exploitant om voorstellen te formuleren aan de vervoerregioraden (art. 3 van het voorgenoemd BVR). Vanuit de stad Antwerpen zullen we dan ook het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregioraad Antwerpen vragen om het agentschap MDK uit te nodigen om een operationeel plan voor te leggen voor deze kwestie, zoals van hen verwacht mag warden conform de bepalingen in het BVR.

    Om de actieve Scheldekruisende weggebruiker afdoende te faciliteren , is voor de stad Antwerpen het functioneren op basis van de initiële dienstregeling onvoldoende, gezien de reeds toegenomen en verder toenemende modal shift, zoals de stad Antwerpen reeds in haar vorig schrijven van 13 januari 2023 beargumenteerde.

    De stad Antwerpen wenst dat de Vlaamse Overheid de nodige middelen blijft voorzien voor de exploitatie van een hoogkwalitatief veeraanbod. Om die reden verzoekt de stad Antwerpen dat u beslist om het nodige exploitatiebudget te voorzien om het huidige aanbod te behouden aangezien de budgetbevoegdheid voor het PoW toehoort aan de Vlaamse regering en het beheer, de organisatie en de exploitatie de bevoegdheid is van haar unieke exploitant MDK.

    Wij kijken alvast uit naar uw reactie.

    EINDE BRIEF

  • Stad breidt dropzones voor deelvoertuigen uit naar Deurne

    (persbericht)

    Stad Antwerpen startte twee jaar geleden met het afbakenen van gebieden waar gebruikers hun deelvoertuig niet mogen parkeren (no park zones) samen met gemarkeerde zones waar gebruikers het voertuig móeten parkeren (dropzones). Uit ervaring blijkt nu dat de combinatie van grote no park zones met daarin voldoende dropzones de hinder van gestalde deelvoertuigen sterk verlaagt. Daarom rolt de stad het komende jaar extra no park en dropzones uit, met de focus op winkelgebieden en wijken die kampen met overlast door deelvoertuigen. Vanaf komende zomer is het winkelgebied in Deurne-Noord aan de beurt.

    Het gebruik van deelvoertuigen zonder vaste stalplaats, zoals fietsen, bromfietsen en steps, is de laatste jaren sterk gestegen. De exploitatie van deze deelsystemen is gereglementeerd door de stad, om de openbare orde en veiligheid te vrijwaren en een wildgroei en overaanbod te voorkomen. Het reglementvoorziet dat de stad zones kan vastleggen waar het verboden is om deelsteps en -fietsen of -bromfietsen te gebruiken (no go zones) of achter te laten (no park zones), of waar het aangeraden of verplicht is om ze te stallen (dropzones).

    Vijf dropzones in Deurne-Noord 

    Ter hoogte van onderstaande locaties worden de nieuwe dropzones gemarkeerd:

    • Frank Craeybeckxlaan 5;
    • Turnhoutsebaan 79;
    • Gallifortlei 1;
    • Gallifortlei 63;
    • Te Couwelaarlei 120.

    Van zodra alle dropzones zijn uitgevoerd, wordt het winkelgebied daar een no park zone.

    De stad monitort de zones via data van de aanbieders, en evalueert voortdurend op welke locaties er meer moeten komen.

    Verschillende soorten dropzones 

    De stad zal op deze plekken verschillende soorten dropzones voorzien: voor gemengd gebruik (step, fiets en/of bromfiets) of per voertuigtype (enkel voor step, enkel voor fiets, enkel voor bromfiets). Ze worden vormgegeven via witte kaders op de grond met het woord ‘dropzone’ en een pictogram van de toegelaten voertuigen, met een infobord ernaast. De zones voor een specifiek voertuigtype hebben verticale vakken om de stallingsrichting en het aangewezen aantal aan te geven.

     

  • ‘Verbeter de wereld, begin in Antwerpen’

    (toespraak bij de ingebruikname van 100 elektrische voertuigen in dienst van DHL City Hub Antwerpen)

    Lintje knippen met minister Lydia Peeters, Christophe Vaessen (Shell Belgium), Danny Van Himste (DHL Express BeLux), Peter Bertin (FORD BeLux).

     

    Goeiemorgen iedereen,

    Welkom in Antwerpen mevrouw de minister, beste bedrijfsleiders hier aanwezig, persmedewerkers ook,

    Dames en heren,

    Hoewel het aandeel van vrachtvervoer in de stad een relatief klein aandeel in het totale wegverkeer vertegenwoordigt, heeft het een grote impact op de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid binnen de stad.

    Vandaag ligt de klemtoon op de leefbaarheid. De elektrificatie van het wagenpark van DHL hier is een belangrijk signaal.

    Een signaal dat wij als stad omarmen, in onze tocht naar een CO2-neutrale stad.
    Dames en heren,

    Wat stedelijke logistiek betreft rolt de stad Antwerpen verschillende projecten uit.

    Daarvoor riepen wij wat wij noemen een ‘Marktplaats voor Mobiliteit’ in het leven. Die aanpak heeft in het verleden al bewezen dat tijdelijke projecten kunnen uitgroeien tot structurele, permanente en duurzame projecten op lange termijn.

    Op deze manier ontstaat een broeihaard voor initiatieven die de druk op het logistieke systeem verlicht. Als stad willen wij private marktpartijen stimuleren en ondersteunen om het stedelijke logistieke systeem een meer efficiënte invulling te geven. Waar nodig, kunnen wij optreden als actieve partner.

    Zo werken we ook aan een door de markt gedragen vrachtroutenetwerk.

    We evolueren naar een vrachtrouteplanner die automatisch routes genereert die kwetsbare locaties (scholen, woonstraten…) zoveel mogelijk vermijdt. Dit heeft voordelen op vlak van verkeersveiligheid en efficiëntie. Binnen de Vervoerregio Antwerpen is de stad partner in ‘Scale Up’, nog zo’n interessant project over vrachtroutes.

    De stad doet graag aan matchmaking;  de vraag en het aanbod van mobiliteitsdiensten tussen private marktpartijen koppelen.
    Dames en heren, de stad Antwerpen heeft de praktische inzichten van de ondernemers nodig.

    Dit is een leerproces voor iedereen. Door jullie feedback te ontvangen kan Antwerpen inspelen in de noden en quick wins van de snel evoluerende markt.

    Ik weet dat DHL hier reeds lange tijd werkt met cargobikes voor leveringen in de stad. We zien ook steeds meer particulieren die bakfietsen gebruiken voor boodschappen en personenvervoer,  met deelaanbieder Cangaroo.  Nu zijn er deze E-busjes voor de grotere leveringen.

    Dat is goed, een stad heeft een mix van vervoersopties nodig.

    Verder merken we op dat er testprojecten met waterstof (BMW) bezig zijn in de haven, wat voor grotere vrachtwagens een interessante piste kan zijn.

    Deze mix van vervoerstypen en brandstoffen versterken mijn gevoel dat de stad samen met de sector een duurzame en bereikbare toekomst tegemoet gaat.

    Samen sterk, samen slim. Partners in duurzaamheid.

    Ik zou willen zeggen; ‘Verander de wereld, begin in Antwerpen.’

    En specifiek aan DHL wil ik zeggen: ‘Let’s roll!’

     

  • Slimme schakels: stad zet verdere stappen voor uitrol

    (persbericht)

    Stad Antwerpen wil het gebruiken en combineren van duurzame vervoerswijzen stimuleren, onder meer door de uitbouw van slimme schakels of mobipunten. Het doel is om de eerstkomende jaren verschillende bestaande mobiliteitsknooppunten te verbeteren met onder andere fietsenstallingen, duidelijke bewegwijzering en herkenbare signalisatie, en nieuwe aan te leggen.  

    De vervoerregio, stad Antwerpen en de districten duidden samen circa 130 locaties als slimme schakel aan, verspreid over het grondgebied van de stad. De indeling gebeurt in vier categorieën al naargelang de locatie en de aangeboden verbindingen: interregionaal, regionaal, lokaal en buurt.

    Uniforme en herkenbare bewegwijzering

    Uitdagingen zijn onder andere om de mobiliteitsknooppunten beter in te richten, en de verschillende vervoersmodi zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen. Om de drempel van het overstappen te verlagen en de reiziger duidelijk te maken welke diensten aanwezig zijn, krijgt elk knooppunt bewegwijzering naar waar de verschillende vervoersmogelijkheden zich bevinden.

    Daartoe werden duidelijke ontwerprichtlijnen opgesteld die het stadsbestuur nu goedkeurde. Die zullen voor uniformiteit en duidelijkheid in de bewegwijzering zorgen, wat de herkenbaarheid en het vertrouwen in de knooppunten ten goede moet komen.

    In een eerste fase worden vijf proeflocaties uitgewerkt, namelijk Operaplein, Olympiade, Mediaplein en Antwerpen-Centraal in district Antwerpen en Bist in district Wilrijk. Het voorbereidend werk voor deze locaties is al opgestart. Deze eerste vijf locaties zullen gefaseerd uitgerold worden zodat het project kan worden geëvalueerd en bijgesteld waar nodig.

    Vijf nieuwe, overdekte fietsenstallingen  

    Het fietsgebruik zit in de lift en fietsers kiezen ook steeds vaker voor duurdere modellen. Om fietsen nog verder te stimuleren, zal de stad bij een deel van de slimme schakels afgesloten fietsenstallingen met groendak installeren. Ze zijn in de eerste plaats bedoeld voor reizigers/bezoekers, die op deze strategische locaties kunnen overstappen op een andere vervoersmodus.

    Het Antwerpse college keurde de plannen goed voor de inplanting van al vijf dergelijke fietsenstallingen. Op basis van deze plannen wordt vervolgens een aanvraag van omgevingsvergunning ingediend. De effectieve plaatsing gebeurt ten vroegste in juni. De locaties die voorliggen zijn:

    1. Schoonselhof (20 fietsen)
    2. Station Luchtbal (40 fietsen)
    3. P+R Olympiade (40 plaatsen)
    4. Zwaantjes (10 plaatsen)
    5. Bist (20 plaatsen)

    De stad onderzoekt nog meer locaties waar nieuwe inplantingen mogelijk zijn.

    Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: “Deze fietsstallingen worden handig, veilig en functioneel, en met hun groendaken worden het bovendien echte blikvangers. De locaties hebben we zorgvuldig gekozen om overstappen van vervoersmiddelen te vergemakkelijken.” 

    Antwerpse Hoppinzuil 

    Op Vlaams niveau worden de mobiliteitsknooppunten Hoppinpunten genoemd. De plaatsing van een herkenbare ‘hoppinzuil’ is door het Vlaams Gewest verplicht om aanspraak te kunnen maken op de gewestelijke subsidies voor de realisatie ervan. Stad Antwerpen deed in samenspraak met het Vlaams Gewest een ontwerpoefening om deze zuil visueel aansluiting te laten maken op de huisstijl van stad Antwerpen. Het resultaat is de Antwerpse Hoppinzuil. Het Vlaams Gewest gaat akkoord met het gebruik van deze Antwerpse Hoppinzuil als alternatief voor de standaard Hoppinzuil.

  • Stad gaat voor maximale overkapping noordelijke Ring

    (persbericht)

    Een mogelijk toekomstbeeld van het Ringpark Het Schijn met bijkomende overkapping Schijnvallei. ©Omgeving en De Urbanisten

    Het Antwerpse stadsbestuur besliste in samenspraak met Vlaanderen om vijf extra overkappingen te voorzien op de Ring, voor de Ringparken Groenendaal, Lobroekdok en Het Schijn. Door deze uitbreiding met een totale lengte van 1,2 kilometer zal er op de noordelijke Ring nog heel wat extra openbare parkruimte bijkomen.

    Stad Antwerpen en Vlaanderen gaven de opdracht aan Lantis om de haalbaarheid van de reserveleefbaarheidsprojecten van De Grote Verbinding te bepalen. De gevraagde onderzoeken werden afgerond en daaruit blijkt dat de extra overkappingsstukken een zeer positieve bijkomende impact zullen hebben op de leefbaarheid in deze zone. Daarom werd beslist om ze effectief uit te voeren.

    Vijf extra overkappingen

    Deze vijf projecten komen er bovenop de 18 leefbaarheidsprojecten die reeds beslist waren in 2018.

    • Kap Groen Hart 
      ​De meest noordelijke overkapping van de R1 verbindt bestaande parken in Merksem en Luchtbal. Deze kap is 450 meter lang en heeft twee passerelles over de treinsporen. Ze zorgt voor aanzienlijke leefbaarheidsbaten: reductie van groentekorten op wijkniveau, reductie van de geluidshinder en een lichte verbetering van de luchtkwaliteit.
    • Verlengde Kap Dam
      ​Een verlenging (50 meter) van de overkapping van de noordwestelijke hoek zorgt vooral voor een betere verbinding binnen het park aan beide zijden van de sleuf.
    • Kap Kalverwei 
      ​Een 60 meter brede overbrugging van de Ring halverwege de sleuf aan het Lobroekdok. Die laat een netwerk van de routes binnen het park toe en verankert de kortste routes tussen de binnen- en buitenzijde van de Ring.
    • Kap Schijnvallei 
      ​Door de noordelijke rijrichting van de Ring hier 590 meter te overkappen wordt de geluidshinder in het ringpark en in de aanpalende woonwijk aan de Ten Eekhovelei. gereduceerd. Deze kap biedt ook een nuttige bijkomende park-oppervlakte langs het smalste segment in het Ringpark en zorgt voor betere fietsverbindingen over de overblijvende bovengrondse wegen.
    • Verlengde Kap Hof Ter Lo
      Een uitbreiding in zuidelijke richting van 90 meter geeft een positief effect op de luchtkwaliteit (2,1 hectare) en geluidskwaliteit (3,2 hectare). Het zorgt ervoor dat Kap Hof Ter Lo bereikbaar wordt vanuit Borgerhout.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “We bewijzen hier dat mobiliteit en leefbaarheid hand in hand gaan, meer zelfs: elkaar kunnen versterken. Een bereikbare stad is een stad waar het goed leven en werken is. Hiermee maken we Antwerpen klaar voor de toekomst.”

    Maximale overkapping noordelijke Ring

    De beslissing om deze reserveleefbaarheidsprojecten mee op te nemen zorgt voor een stabiel en zeker uitvoeringskader van de Oosterweelverbinding en de eerste fase leefbaarheidsprojecten in deze zone. Er is dan nadien geen nood meer aan bijkomende ontwerpwijzigingen, extra leefbaarheidsprojecten of overkappingen in de projectzone R1-Noord. Vlaanderen en stad Antwerpen kunnen op die manier hun engagement nakomen voor de maximale overkapping ter hoogte van de Oosterweelverbinding. Het afsprakenkader tussen overheden en burgerbewegingen is dan voor wat betreft de Ring ter hoogte van de Oosterweelverbinding volledig gehonoreerd. Het project is dan volledig geoptimaliseerd op de balans mobiliteit-leefbaarheid. Samengevat, de uitvoering kan gebeuren volgens de principes van het Toekomstverbond, mét maximale overkapping.

    Deze bijkomende overkappingen geven significante bijkomende leefbaarheidswinsten, zoals hierboven opgesomd (geluid, lucht, groentekorten). Vanuit het standpunt van sociale veiligheid in de parken, zorgen de grote circulatie en verbindingen tussen de verschillende delen voor een belangrijke verbetering, ze versterken de dwarse verbindingen en doen de Ring zo maximaal mogelijk vergeten.

    Alle info over De Grote Verbinding is te vinden op www.degroteverbinding.be.

     

  • Procedure voor Scheldebrug voor fietsers en voetgangers wordt verder uitgewerkt

    Mogelijk toekomstbeeld van de fietsers-en voetgangersbrug over de Schelde. ©Omgeving & SBE

    (persbericht)

    Het Antwerpse stadsbestuur besliste, in navolging van de Vlaamse Regering, om de procedure voor de Scheldebrug verder uit te werken. Dat is de voorkeursvariant voor een bijkomende voetgangers- en fietserskruising van de Schelde in het kader van De Grote Verbinding. Als alles vlot verloopt kan dit najaar het concrete bestek afgerond worden, zodat in de eerste helft van volgend jaar de aanbesteding kan starten.

    Binnen het Toekomstverbond werd in juni 2018 een ‘vaste oeververbinding’ als een van de 18 leefbaarheidsprojecten geselecteerd om zowel de (verkeers)leefbaarheid als de modal shift in de Antwerpse regio te verbeteren.

    De stad werkt, tezamen met De Vlaamse Waterweg nv, de procedure voor de Scheldebrug nu verder uit, volgens de modaliteiten beslist door de Vlaamse regering eind december vorig jaar. Samen met Vlaanderen worden de gunningsprocedure en -documenten opgezet, volgens de aanbestedingsvorm ‘Design Build Maintain’ (DBM). Daarbij worden het ontwerp, de bouw en het onderhoud in één enkel contract aanbesteed en toevertrouwd aan een marktpartij of een consortium van marktpartijen.

    Onderzoeken 

    De keuze van de Scheldebrug als voorkeursalternatief voor de Scheldekruising voor fietsers en voetgangers zorgde voor een aantal bezorgheden bij verschillende stakeholders: zowel fietsersorganisaties, nautische gebruikers als stroomopwaarts gelegen watergebonden bedrijven hadden hun specifieke bedenkingen bij een (deels beweegbare) brug als voorkeursalternatief.

    De Vlaamse Waterweg nv onderzocht, in samenwerking met stad Antwerpen en Team Intendant en in overleg met de stakeholders deze opmerkingen.

    Een mobiliteitsstudie wees uit dat het Scheldekruisend fietsnetwerk met Scheldebrug voldoende robuust is, en ook een hogere bijdrage levert aan de modal shift dan systemen met een veer of kabelbaan. Een aanvaringsrisicoanalyse bevestigde het vooropgestelde brugconcept en het nut van de mitigerende maatregelen voorgesteld door DAB Loodswezen. Een analyse van de scheepvaart van en naar de stroomopwaartse bedrijven leerde dat de brug een operationele en economische impact heeft. Die kan echter gedeeltelijk opgevangen worden door onder meer het voorzien van een uitneembaar brugdeel.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De Scheldebrug zal een enorme bijdrage leveren voor de modal shift van stad en regio. Ze zal aantakken op een reeks nieuwe fietsverbindingen in alle windrichtingen, en tegelijk het sluitstuk zijn van een heuse fietsring rond Antwerpen.”

    Er zijn momenteel nog een aantal technische voorbereidende studies lopende; andere worden nog opgestart met het oog op de realisatie van het brugproject.

    Gunningsprocedure/aanbestedingsvorm 

    Voor de Scheldebrug werd een taakstellend budget van 254 miljoen euro vastgelegd, dat jaarlijks met maximaal 2% geïndexeerd wordt. De bouw van de brug vormt een project met een aantal grote uitdagingen. Daarom is het belangrijk om de aanbestedingsvorm te kiezen die het best tegemoetkomt aan het beheersen van deze uitdagingen.

    Een uitgebreide afweging van de mogelijke procedures wees uit dat een geïntegreerde aanpak via een DBM-vorm binnen het financiële model voor de leefbaarheidsprojecten en de globale marktsituatie te verkiezen is.

    Verder traject  

    De komende maanden zullen stad Antwerpen en De Vlaamse Waterweg nv de krijtlijnen van het bestek verder co-creatief vastleggen, binnen de werkbank Scheldebrug. Om vervolgens, als alles vlot verloopt, dit najaar de synthese naar een concreet bestek af te ronden. In de eerste helft van 2024 kan de aanbesteding dan starten.

    Alle info over De Grote Verbinding is te vinden op www.degroteverbinding.be.

     

     

     

  • Nieuw fietspad maakt Ekerse fietsring bijna compleet

    (persbericht)

    De stad keurde het ontwerp goed voor een nieuw stuk fietsostrade (FR02) langs de spoorbocht in Ekeren. Dit stuk loopt van de Bist, langsheen de Veltwijcklaan tot aan de Prinshoeveweg. Met de aanleg van dit fietspad is de ‘fietsring’ rond Ekeren bijna compleet, met in een latere fase nog een fietspad langs De Oude Landen tot aan Laar en Salaatweg.

    Ook ten noorden van de stad laten de werken aan de Oosterweelverbinding zich stilaan voelen. In en rond Ekeren worden daarom fietsverbindingen aangelegd om het groeiend aantal fietsers het nodige comfort te geven.

    Met de goedkeurig voor dit nieuwe stuk fietsostrade wordt een belangrijke missing link in Ekeren weggewerkt. Door de aanleg vervolledigen het district en de stad de Ekerse fietsring. De fietsring volgt dan het hele spoorwegtalud: van de Wilgehoevestraat in het noordwesten tot de Prinshoeveweg in het oosten, achter de huizenrijen door. Het fietspad dwarst daarbij de Bist, de Veltwijcklaan en de Prinshoeveweg.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “We werken in de regio aan een modal shift. Als we meer mensen uit de auto en op de fiets willen krijgen, moeten we comfortabele en veilige fietsinfrastructuur aanleggen, die logische verbindingen maakt. Dat is precies wat stad en district hier doen. Ook in de nabije toekomst plannen we op dat vlak investeringen.”

    Toekomstige werken fietsring Ekeren

    Stad en district rollen de spreekwoordelijke rode loper uit voor fietsers in Ekeren.

    Samen met het spoorwegproject ‘Oude Landen’ zal de fietsostrade aan de Prinshoeveweg doorgetrokken worden tot aan het Laar en Salaadweg, waar het aansluit op het dubbelrichtingsfietspad van het Laar.

    “Met dit nieuwe stuk veilig en comfortabel fietspad vervolledigen we een belangrijke missing link in onze fietsring van Ekeren en onderstrepen we dat Ekeren samen met de stad blijft investeren in goede en snelle fietsverbindingen”, zegt Ekers districtsburgemeester Koen Palinckx.

    Marc Elseviers, Ekers districtsschepen voor o.a. mobiliteit, vult aan: “We zorgen voor meer fietsmobiliteit in en rond Ekeren. Dit verhoogt de veiligheid en de doorstroming van de fietsers.”

    Impact voor de omgeving

    Bij de aanleg van het fietspad wordt de wegversmalling onder de brug van de Prinshoeveweg doorgetrokken en de oversteek aan de Veltwijcklaan geoptimaliseerd in functie van de bestaande bomen. Dit zal gedurende een korte periode hinder geven op deze 2 rijbanen.

    De oversteekplaats aan De Bist zal geen hinder ondervinden omdat hier de oversteek reeds aangelegd werd samen met de aanleg van de fietstunnel onder het station van Ekeren.

    Van zodra de werken zullen starten zal hierover naar de directe buurt geïnformeerd worden over de te verwachten hinder. Ook wordt deze informatie steeds op de website van het district aangekondigd.

     

     

  • Schoolstraat als proefproject in Grotebeerstraat en Van Steenlandstraat

    (persbericht)

     

    De Bervoetstraat als schoolstraat (foto: Frederik Beyens).

    De Grotebeerstraat in Zurenborg en de Van Steenlandstraat in Deurne-Zuid worden als proefproject een schoolstraat, vanaf respectievelijk half maart en half april. Het doel is om de verkeersveiligheid aan de aanwezige scholen te verhogen.

    Bij een schoolstraat sluit een gemachtigd opzichter of vrijwilliger bij het begin en einde van de schooldag een (deel van de) straat een tijdlang af. Voetgangers, steppers en fietsers kunnen dat gedeelte nog wel in, maar gemotoriseerd verkeer wordt geweerd.

    Twee proefprojecten schoolstraten voor basisscholen

    De Grotebeerstraat in Zurenborg heeft eenrichtingsverkeer. Ze wordt vanaf 13 maart afgesloten aan haar begin, ter hoogte van de Arendstraat. De schoolstraat loopt tot aan de Kleinebeerstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 7.55 tot 8.30 uur en van 15.10 tot 15.40 uur. Op woensdag tussen 7.55 en 8.30 uur en tussen 11.55 en 12.25 uur.

    Een stuk van het Deurnese deel van de Van Steenlandstraat wordt vanaf 17 april afgesloten, tussen de Herrystraat en de Van Lissumstraat. Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.15 tot 8.35 uur en van 15.30 tot 16.00 uur. Op woensdag tussen 8.15 en 8.35 uur en tussen 12.05 en 12.25 uur.

    Met deze ingrepen willen de stad en de districten Antwerpen, Deurne en Borgerhout de verkeersveiligheid aan de basisscholen De Brug en De Linde verbeteren. Het gaat om proefprojecten van minimaal zes maanden, die nadien geëvalueerd zullen worden. Dan wordt beslist om de ingrepen permanent te maken, eventueel bij te sturen of stop te zetten.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De ervaring leert ons dat bijna elke aangevraagde schoolstraat zijn weg vindt naar een definitieve schoolstraat. Onze stadsdiensten staan in elk geval klaar om de geïnteresseerde scholen te begeleiden.”

  • Hoboken steeds fietsvriendelijker

    (persbericht)

    De afgelopen jaren zag het district Hoboken opvallend veel investeringen in fietsstraten, fietso-strades en fietspaden. Die investeringen werpen vruchten af, getuige het aantal gestegen tweewielers in het district. Met de recente oplevering van het nieuwe fietspad op de Krijgsbaan (zie bovenstaande video) krijgt het district er opnieuw een belangrijke fietsverbinding bij.

    Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ‘Ik wil er geen wedstrijdje van maken, maar je kan jezelf afvragen of Hoboken niet op weg is om het meest fietsvriendelijke district te worden. Het gaat niet enkel over gestegen fietscomfort binnen Hoboken zelf. Ook de verbindingen met de stad zijn er voor fietsers met rasse schreden op vooruit gegaan. Dat zal elke fietser die vanuit Hoboken over Blue Gate naar het stadscentrum rijdt beamen.’

    De voorbije jaren kwamen er in Hoboken heel wat fietsstraten bij met de Fodderiestraat, de Antverpiastraat en de Vinkenveldstraat , terwijl de Walstraat als fietsstraat in heraanleg is en klaar moet zijn half maart. De werken om de Karel Duboislaan, de Commandant Van Laethemstraat en de Salesianenlaan definitief als fietsstraat in te richten moeten dit jaar nog starten.

    Nieuw fietspad op de Krijgsbaan in Hoboken.

    Ook  zag het district  de uitrol van 2,8 km fietssnelweg F13 tussen Boom en Antwerpen. Die F13 levert getuige het drukke gebruik een flinke bijdrage aan de modal shift, met name voor woon-werkverkeer.  De laatste 2 stukken worden tegen de zomer opengesteld: de Kruger-fietsbrug en het stuk fietsostrade langsheen het fort van Hoboken.

    Het district zag ook heel wat fietspaden gerealiseerd worden, zoals op de  Kioskplaats  (350 meter), en meer recent de Krijgsbaan met 960 meter. Aan de grens met het district Antwerpen, in de Hendriklei, gaat het om 780 meter aangelegd vers fietspad, en in de Weerstandslaan om 500 meter. Ook aan het veer naar Kruibeke kwam 500 meter fietspad bij.  Samen maakt dat iets meer dan 3 km nieuw fietspad voor Hoboken.

    De Sint Bernardsesteenweg zal in 2024 1,9 km nieuw fietspad krijgen, dit aan beide zijden van de weg. Samen met de vernieuwing van de tramsporen zullen ook op  de Antwerpsesteenweg nieuwe fietspaden gerealiseerd worden.

    Koen Kennis: ‘En stad en district blijven verder  investeren. Eerder al kondigden we de omleidingsweg voor UMICORE aan, waar 1,7 km fietspad zal aangelegd worden rond de industriezone. De opening van de Krugerbrug dit voorjaar zal goed zijn voor 620 meter nieuw fietspad.’

    Deze legislatuur nog komen er fietspaden bij in de Van Praetstraat (300 meter), de Adolf Greinerstraat (470 meter), de Lenaert De Landrelaan (100 meter), de Leo Bosschaertlaan (200 meter), de Harold Rosherstraat (vernieuwing over 330 meter) , in totaal goed voor1400 meter. In de Boombekelaan / Maccabilaan zullen over 890 meter fietspadmarkeringen en een fysieke scheiding met het gemotoriseerd verkeer voorzien worden.  In de industriezone van de Smallandlaan (Zone 30) gaat het over een afstand van 1 km met fietslogo’s.

    Carine Leys, districtsschepen voor openbaar domein: ‘Als district kunnen we alleen maar trots zijn op deze cijfers. Hier maken we door samenwerking met de stad echt het verschil. De investeringen dragen bij aan de leefbaarheid van Hoboken, en aan de oplossing voor mobiliteitsproblemen, ook buiten onze districtsgrenzen. Na de opening van de Krugerbrug kunnen we zonder verkeerslicht vanuit het centrum van Hoboken naar het Steenplein rijden, zalig toch. Samen met de scholen starten we na de zomer met een fietsproject om nog meer mensen op de fiets te krijgen.’

  • Stad legt twee snellaadpleinen aan langs Singel

    (persbericht)

    Antwerpen krijgt twee snellaadpleinen voor elektrische voertuigen. Die komen er langs de Singel: op de parkings aan de Uitbreidingstraat 180 en aan het einde van de Plantin en Moretuslei. Ze zullen elk acht snelle oplaadpunten hebben en worden gebouwd zodra de vergunning is verleend, ten vroegste dit najaar. De stad onderzoekt momenteel ook bijkomende locaties voor dergelijke pleinen langs de grote verbindingswegen.

    Elektrische voertuigen worden steeds populairder. Stad Antwerpen heeft daarom sinds september 2021 een concessieovereenkomst met TotalEnergies voor de uitbreiding van de publieke laadinfrastructuur.

    De stad zet daarbij in op 3 laadsnelheden:

    • De traagladers ziet de stad vooral op privaat domein: bij mensen thuis en bij bedrijven.
    • Op strategische plaatsen in de stad worden gewone laadpalen voorzien, volgens het paal volgt wagen en paal volgt paal principe. Die zijn vooral gericht op bewoners zonder eigen laadmogelijkheid en mensen die voor een korte periode in de stad verblijven. Hier kan men op een beperkt aantal uren de wagen goed bijtanken.
    • Ten derde zijn er de snelladers. Aan een dergelijke paal kan een elektrisch voertuig (afhankelijk van het type) binnen de 20 à 30 minuten een aanzienlijke hoeveel kWh en dus rijbereik bijladen om verder te kunnen rijden. Dit evenaart het gebruiksgemak van een klassiek tankstation.

    Snellaadpleinen

    Als aanvulling op de gewone laadpalen zal de stad langs de grote verbindingswegen ook dergelijke snelladers plaatsen. Zo kunnen de gebruikers elektriciteit bijtanken zonder extra verkeer in de woonwijken te creëren. Antwerpen kiest er daarbij voor om ‘snellaadpleinen‘ met meerdere palen op één locatie in te richten, zodat er meer zekerheid is.

    De eerste twee van deze snellaadpleinen worden ingericht langs de Singel, op de parking aan de Uitbreidingstraat 180 (district Berchem) en de parking aan het einde van de de Plantin en Moretuslei (Vlijtstraat, district Antwerpen). Op beide plaatsen komen 8 oplaadplekken (vier palen met elk twee oplaadpunten), 16 in het totaal dus. Om elk snellaadplein van voldoende stroom te voorzien, wordt er telkens een hoogspanningscabine geïnstalleerd. Die krijgt een kwalitatieve afwerking met houten bekleding, en fietsnietjes ernaast. Om de herkenbaarheid te vergroten wordt er ook een totem geplaatst.

    Stad Antwerpen onderzoekt momenteel bijkomende locaties voor de installatie van snellaadpleinen.

    “Het is belangrijk dat we de juiste laadinfrastructuur op de juiste plaats inplannen. Publieke ruimte is een schaars goed, en daar springen we zorgvuldig mee om”, stelt schepen voor mobiliteit Koen Kennis.

    Aantal laadpunten in Antwerpen

    In Antwerpen zijn er momenteel 870 gewone laadpunten, waarvan 442 op het openbaar domein, 298 in (buurt)parkings en 130 in de nieuwe park-and-ridegebouwen. Daarnaast zijn er 20 snellaadpunten op het openbaar domein. Gebruikers vinden het overzicht van alle laadpalen op de website van Slim naar Antwerpen.

    Digitale aanvraag gewone laadpaal

    Snellaadpunten worden door de stad strategisch ingepland en kunnen niet door burgers aangevraagd worden.

    De gewone laadpalen voor het openbaar domein worden wel op aanvraag geplaatst, en na goedkeuring. Meer info en de voorwaarden zijn te vinden op www.antwerpenlaadt.be en www.antwerpen.be (> parkeren en mobiliteit > auto, klik hier voor de rechtstreekse link).