De buurtfietsenstalling in de Provinciestraat (ter hoogte van huisnummer 225) is voorzien van kleurige graffiti.
Het aantal buurtfietsenstallingen in Antwerpen blijft toenemen. Zonet opende de stad er twee nieuwe: in de Provinciestraat en in de Maria-Theresialei. Dat brengt het huidige totaal op 1618 overdekte fietsstaanplaatsen voor buurtbewoners, verspreid over Antwerpen.
Buurtfietsenstallingen zijn inpandige of externe fietsenstallingen of fietsentrommels op straat, bedoeld voor Antwerpenaren die zelf thuis geen plek hebben om hun stalen ros te plaatsen. Mobiliteit en Parkeren Antwerpen beheert ondertussen 1618 dergelijke staanplaatsen, verdeeld over 32 inpandige stallingen, 29 fietsentrommels en 2 grotere externe fietsenstallingen.
De buurtfietsenstalling in de Provinciestraat bevindt zich in een nieuwbouwproject. De ruimte werd door de projectontwikkelaar casco ter beschikking gesteld aan de stad, die ze vervolgens inrichtte. Bijzonder is dat ze een muurtekening kreeg, gemaakt door de lokale graffiti-artiest Hendrik Robyn. In deze buurtfietsenstalling zijn 30 standplaatsen voor fietsen van standaardgrootte en 3 plaatsen voor cargofietsen.
De buurtfietsenstalling op de Maria Theresialei.
De buurtfietsenstalling in de Maria-Theresialei is een externe buurtfietsenstalling, die zich dus niet in een pand maar in de openlucht bevindt. Het is de tweede van deze soort die door stad werd geplaatst. De afgesloten fietsenstalling staat op de middenberm van de Maria-Theresialei en is bereikbaar via het fiets- en voetpad tussen de Quellinstraat en Rubenslei. Abonnees hebben toegang via een badge of hun smartphone. Er is plaats voor 16 fietsen van standaardgrootte en 1 cargofiets.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ‘Het is fijn om te zien hoe het netwerk buurtfietsenstallingen in Antwerpen steeds dichter wordt. Het is geen wondermiddel, maar het is zeker een deel van de oplossing om het groeiende aantal fietsen in onze stad veilig en comfortabel te parkeren. We blijven op zoek naar geschikte locaties, en ik doe graag een oproep aan de Antwerpenaren om mee te helpen in onze zoektocht.’
Buurtbewoners betalen momenteel 6,55 euro per maand voor een gewone fiets en 13,09 euro per maand voor een cargofiets.
Wie een plaats wil huren, kan contact opnemen met het team Buurtparkeren via buurtparkeren@antwerpen.be. Aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst. Ook wie een suggestie heeft voor een nieuwe locatie voor een buurtfietsenstalling, kan dat altijd laten weten via dat mailadres.
(toespraak bij herschikking busnetwerk ten noorden van Antwerpen, Jan Palfijnziekenhuis, Merksem)
Samen met de schepen van mobiliteit van Schoten, Brasschaat, Kapellen en Stabroek. Van links naar rechts: Iefke Hendrickx (Schoten), Goele Fonteyn (Brasschaat), Koen Helsen (Kapellen), Sarah Demartelaere (Stabroek), Ludo Reyntjens (2de schepen Stabroek), Stefaan Vandenabeele (De Lijn).
Beste aanwezigen,
De mobiliteit in Antwerpen zit op een kantelmoment.
Er is de modal shift die zich doorzet. Meer en meer mensen herbekijken hun mobiliteitsgewoonten. De auto is niet langer de enige optie.
Multimodaliteit raakt ingeburgerd. ‘Mijn auto mijn vrijheid’ is nu ‘Mijn mobiliteit, mijn vrijheid.’
Dat heeft wat tijd nodig, dat besef ik. Groeischeuten komen niet zonder groeipijnen.
Het goede nieuws is: Antwerpen, en de Antwerpse Vervoerregio, lopen voorop in Vlaanderen.
Onze checklist is indrukwekkend.
Missing links wegwerken: check. Upgrade van bestaande fietspaden: check.
Aanleg van nieuwe fietspaden: check.
Nieuwe fietsbruggen: check.
Nieuwe tramlijnen; check.
Vervoer over water: check.
Uitrol deelmobiliteit: check.
Aanbieders van deelmobiliteit in het gareel doen lopen: check.
Met het nieuwe busnetwerk hier in het noorden van Antwerpen zullen onze iconische P+R’s alleen maar aan belang winnen. Ik ben ervan overtuigd dat ze future proof zijn.
Is onze checklist daarmee afgewerkt? Uiteraard niet. Als we Antwerpen en de Antwerpse regio bereikbaar en leefbaar moeten houden, zijn nog meer investeringen nodig.
De juiste investeringen, op de juiste plek. Daar waar de grootste noden op vlak van openbaar vervoer zijn, moeten de centen ingezet worden. De minister kent mijn wenslijstje.
Nu is het aan De Lijn.
Ik citeer graag de website van De Lijn: ‘Nog slimmer fiets, bus, trein of tram combineren? Samen met de Vlaamse overheid en jouw stad gaan we in verschillende fases voor een efficiënt, duurzaam en flexibel openbaar vervoer. Eentje dat echt inspeelt op jouw noden.’
Ik reken, samen met de reizigers, dat De Lijn ervoor zorgt dat trams en bussen stipt rijden. Nogmaals: de infrastructuur ligt er. Er is geen stad in Vlaanderen waar meer vrijliggende tram- en busbanen liggen dan in Antwerpen.
Er is, mede dankzij de stad, veel verbeterd aan de doorstroming. Dat komt door de computer die gebruikt wordt voor de coördinatie van verkeerslichten. Door dat soort van zaken te verbeteren maak je de keuze voor het OV makkelijker.
De Lijn moet ook een inhaalbeweging maken op vlak van onderhoud. Ik ben blij dat het ziekenhuis Jan Palfijn nu bereikbaarder wordt. Maar ik maak mij zorgen dat aan de andere kant van de stad met Hoboken een volledig district van meer dan 40.000 inwoners niet langer bereikbaar is met de tram. Reden: tekortkomend onderhoud. Zoiets kan natuurlijk niet.
Dames en heren, ik ben begonnen met te zeggen dat de mobiliteit in Antwerpen op een kantelmoment zit. Ik wil dat het in de juiste richting kantelt.
Met districtsburgemeester Berendrecht-Zandvliet-Lillo Carl Geeraerts en Steven Adriaansen (burgemeester Woensdrecht)
(toespraak bij ontvangst burgemeester en raadsleden gemeente Woensdrecht)
Goeiemiddag beste buren,
Want zo mag ik jullie toch noemen?
Welkom in Antwerpen, welkom in dit recent gerenoveerde stadhuis.
Normaal neem ik altijd ruim de tijd om bij bezoekers op te scheppen over het stadhuis, maar vermits jullie net een rondleiding achter de rug hebben, is dat niet nodig.
Ik vind het altijd leuk om bezoek vanuit Nederland te krijgen. Twee weken geleden kregen we zelfs jullie koningspaar over de vloer, de bloemen staan er zelfs nog, dus we hebben wat napret.
Bart De Wever, onze burgemeester – van opleiding een historicus – heeft toen in geuren en kleuren de historische verwantschap tussen Antwerpen en Nederland. ‘Welkom thuis’ , zei hij.
Hij droeg daarvoor heel wat argumenten aan, waaronder de band die Willem van Oranje had met dit stadhuis. Menig uur heeft die hier gesleten.
Ondertussen wonen in deze stad 25.000 Antwerpenaren met Nederlandse roots. Ik heb met Marjolein een Nederlandse medewerkster.
Met Els van Doesburg hebben we zelfs een Nederlandse schepen / wethouder.
Zelf ben ik schepen voor mobiliteit, middenstand en toerisme. In al die hoedanigheden heb ik te maken met Nederland, Nederlandse ondernemers en Nederlandse bezoekers.
Samenwerking tussen onze landen is logisch. Net zozeer is samenwerking met buurgemeenten logisch.
Bij mij op kantoor staat een charter ‘Fietsbeleid Polder en Noorderkempen’, ondertekend door een aantal gemeenten en bedrijven in de noordelijke regio van Antwerpen.
Samen streven ze naar meer duurzame mobiliteit, van en naar de Antwerpse haven. Ook de handtekening van de Woensdrechtse wethouder voor mobiliteit Thiery de Heer staat onder dat charter.
Een mooi voorbeeld van samenwerking.
Ik ben dan ook ook blij dat de districtsburgemeester van ons Polderdistrict (BeZaLi) , Carl Geeraerts, hier aanwezig is. ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’, zegt het spreekwoord.
Ik weet dat ook uw inwoners, de Woensdrechtenaren, graag naar Antwerpen komen – de dichtbijzijnde grote stad voor hen. Ze zijn meer dan welkom.
We hebben voor hen in Merksem en op de Luchtbal grote P+R’s gebouwd waar ze heel eenvoudig kunnen overstappen op de tram die hen tot in het centrum brengt.
Willen ze toch doorrijden met de auto tot in het centrum, geen probleem. Dat kan. Maar vanaf 1 augustus zullen we hen wel vragen om dan niet langer op straat, maar in de publieke parkings te doen.
Tot slot nog een verzoek aan u.
Als u straks terug in Woensdrecht arriveert, vergeet niet te vermelden dat morgen, zaterdag 1 juli, de zomerkoopjes (‘de solden’) in Antwerpen beginnen.
Opnieuw veel belangstelling voor speelstraten tijdens de zomervakantie
166 Antwerpse straten worden tijdens de zomervakantie voor korte of langere tijd omgetoverd tot speelstraten. Daarmee zijn opnieuw heel wat Antwerpse kinderen verzekerd van sport- en speelplezier voor eigen deur.
Speelstraten zijn straten die tijdens bepaalde uren ingericht worden om maximale speelruimte te creëren voor kinderen. In zo’n speelstraat is doorgaand verkeer tijdens welbepaalde tijdsloten niet toegelaten. De stad voorziet telkens de nodige logistieke ondersteuning voor de inrichting in de vorm van nadarhekken en signalisatie. Op die manier zijn speelstraten door heel de stad uniform herkenbaar.
In aanloop naar de zomervakantie werden tot nu toe 166 aanvragen voor speelstraten goedgekeurd. 47 daarvan zijn zogenaamde ‘korte speelstraten’ (1 tot 2 dagen), 119 daarvan zijn ‘lange speelstraten’ (3 tot 14 dagen). Voor juli gaat het om 51 speelstraten, voor augustus zijn de aanvragen nog niet afgesloten, maar de teller staat daar voorlopig op 115 ingediende aanvragen.
Koploper qua aantal is het district Antwerpen met 47 speelstraten, gevolgd door Berchem met 27, Borgerhout met 26, Deurne met 25, Wilrijk met 18, Ekeren met 13 speelstraten, Merksem 9 en Hoboken 1. Alleen voor het district Berendrecht / Zandvliet / Lillo werden nog geen speelstraten aangevraagd (aanvragen zijn nog mogelijk).
In 2019, het laatste ‘normale’ jaar voor de coronacrisis, lag het aantal speelstraten nog op 116.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ‘Ik ben blij dat we ook dit jaar met de speelstraten heel wat Antwerpse Suskes en Wiskes een vakantiegevoel in eigen stad kunnen bezorgen. Ik wens hen van harte een fijne speelzomer toe.’
(toespraak bij ontvangst stadhuisgidsen naar aanleiding van de eerste verjaardag van de heropening van het stadhuis)
Goeienavond iedereen,
Normaal stoef ik altijd als ik bezoekers ontvang hier op ’t stadhuis, en bombardeer ik hen met historische weetjes over ’t stadhuis en de geschiedenis van ’t stad.
In jullie geval is dat niet nodig. Jullie kennen als stadhuisgidsen beter dan wie ook het belang van dit gebouw, de geschiedenis, de verhaallijnen die hier samenkomen.
Ik zou uit de biecht kunnen klappen en wat sappige politieke verhalen kunnen vertellen, maar ik ga dat toch niet doen.
1 jaar na de heropening kunnen we duidelijk stellen: dit is een erg geslaagd renovatie.
Het stadhuis is een werkplek. Een plek waar beleid wordt gemaakt. Een plek om gasten te ontvangen. Een plek om te rouwen. Een feestplek. Een plek voor Sinterklaas, een plek voor kampioenen. Een plek vol erfgoed. Het stadhuis is van den Antwerpenaar.
Die Antwerpenaar is terecht fier op zijn stadhuis. Jullie weten dat beter dan wie ook, als jullie groepen met Sinjoren rondleiden. Ze hangen aan jullie lippen.
De bezoekcijfers 1 jaar na de opening spreken boekdelen. 1300 groepen kregen al een rondleiding. Meer dan 19.000 mensen zijn dat, afkomstig uit meer dan 20 landen. Met andere woorden; jullie vertellen het verhaal van Antwerpen aan de hele wereld.
Daarnaast is er de doorlopende tentoonstelling op de gelijkvloerse verdieping: daar kwamen zo’n 50.000 bezoekers over de vloer.
Daarmee bereikte het stadsbestuur en de architecten precies wat ze wilden bereiken met de renovatie: een open huis voor de wereld creëren, het erfgoed in ere herstellen en een functionerend gebouw zijn ten dienste van de Sinjoren.
Ik wil jullie, alle 50 gidsen in de poule van stadhuisgidsen, uit naam van het college bedanken voor jullie bijdrage om onze stad van haar beste kant aan de wereld te tonen.
Een speciale vermelding wil ik graag doen aan het adres van Mon Bogaert, die ons ontvallen is, en aan Rick Philips, die instond voor de verhaallijnen hier en alle gidsen heeft gebrieft.
Dames en heren,
Ik ben ervan overtuigd dat het stadhuis een magnifieke toekomst tegemoet gaat, en hoop dat ik jullie nog vaak groepen mag zien rondleiden in ons stadhuis.
(toespraak op bedankingsmoment medewerkers horecabeleidsplan)
Goeiemorgen iedereen,
Welkom aan de medewerkers van de pers, maar zeker en vooral welkom aan de vertegenwoordigers van de Antwerpse horeca, hier aanwezig.
Het nieuwe, geactualiseerde horecabeleidsplan maakt Antwerpen klaar voor de toekomst, en dat is mee jullie verdienste.
Dames en heren, Antwerpen is zonder enige twijfel dé horecastad van Vlaanderen, met meer dan 3000 ondernemingen. In 2011 lag dat aantal op dik 2600.
Tijd om te actualiseren dus. Dat is precies wat we doen met dit horecabeleidsplan.
Ik ben nu meer dan 10 jaar schepen voor middenstand en toerisme. Ik weet dus waarover ik spreek als ik stel dat we door samen te werken ver kunnen komen. Dat is precies de rode draad die door dit nieuwe plan loopt: samenwerking.
Het is die samenwerking die ons door de crisissen van de afgelopen jaren heeft geholpen.
Het is diezelfde samenwerking die ons het nu mogelijk maakt de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien.
Wat zijn de krachtlijnen van dit plan?
Krachtlijn 1
Gelijk speelveld: eenvoudige regelgeving, transparantie, een dienende en ondersteunende stad.
Krachtlijn 2
Vitale horeca: een gezonde, levendige horeca is een gezonde, levendige stad. Wie herinnert zich niet de lege straten en pleinen tijdens de pandemie? Toen is bij iedereen de frank gevallen: we hebben de horeca nodig.
Krachtlijn 3
Lokale inzet en bundeling van krachten: iedereen aan boord. De stad moedigt ondernemers aan zich te verenigen. Samen zijn we sterker. Samen zijn we zichtbaarder. Samen zijn we Antwerpen.
Dames en heren,
Ik dank niet alleen de ondernemers hier aanwezig.
Ik dank ook de stedelijke administratie en de stedelijke horecamanagers, onze ogen en oren op de straat. Onze ‘boots on the ground’.
Ik dank ook de leden van de klankbordwerkgroep.
Wat ons bindt? Onderling respect en een grote liefde voor onze stad.
(toespraak op de zomerborrel van Antwerp Hotel Association in Hotel August, Groen Kwartier, Antwerpen)
Goeienavond iedereen,
Wat een mooie locatie om samen te komen!
Dank aan het team van Hotel August,
dank ook aan de Antwerp Hotel Association,
meer specifiek Els da Silva om dit allemaal weer zo pico bello te regelen. Ik weet dat Els hier niet is, wegens op reis. Ik weet ook dat ze afscheid neemt van AHA. Ik wil dan ook aan de voorzitter vragen om haar in mijn naam te bedanken voor de samenwerking de voorbije jaren.
Dames en heren,
De vorige keer dat we elkaar zagen was ter gelegenheid van de nieuwjaarsreceptie.
We zijn zoveel maanden later, en enkele graden warmer en ik mag opnieuw een woordje plaatsen, en dat doe ik met veel plezier.
We hebben nog maar net het nieuwe horecabeleidsplan goedgekeurd, dat weet u.
Ik denk dat we best trots mogen zijn op dat werkstuk.
De reacties, binnen en buiten de sector, zijn positief. Het horecabeleidsplan geeft blijk van optimisme, van geloof in gezonde groei, van het belang van deze sector, waarin bijna 8500 mensen werk vinden.
Wat de logiesnota betreft: mede op jullie vraag zijn we strenger in onze adviezen geworden voor ontwikkelaars die ons niets unieks te bieden hebben. We stimuleren innovatieve orojecten en hebben begrepen dat we onze destination marketing scherp moeten houden, om er zo mee voor te zorgen dat jullie business genereren.
Economisch een belangrijke sector dus, en tegelijk een sector die enorm bijdraagt aan het imago van Antwerpen.
Om die reden investeert dit stadsbestuur ook veel in het aantrekkelijk maken van het openbaar domein. Ik geef als voorbeeld het nieuwe parkeerregime dat vanaf 1 augustus ingevoerd wordt in de historische binnenstad. De stad blijft bereikbaar, iedereen is welkom, maar we verwijzen bezoekers graag naar de publieke parkings.
Daarmee creëren we een grotere leefbaarheid voor de bewoners, en finaal ook voor UW bezoekers. Een aangenamere, makkelijk bewandelbaar oud-Antwerpen zal het resultaat zijn.
De verwoonerving van de historische binnenstad wordt een kwaliteitsinjectie voor Antwerpen. U mag ook al beginnen uitkijken naar de heraanleg van de Schuttershofstraat, op maat van de premiumreiziger. Dat wordt een winkelstraat grand cru.
Met Didier Boehlen, voorzitter Antwerp Hotel Association.
JA, je kan goed doen voor én bewoners én bezoekers.
En dan moet het mij van het hart hoe ik me de laatste tijd weer gestoord heb over bepaalde berichtgeving in onze media. Alsof het toerisme in Antwerpen vooral een bron van ergernis en overlast is.
Cruisetoerisme, klimaatproblematiek, files, parkeeroverlast, nachtbrakerij, zelfs mensenhandel: alles wordt op 1 pot gegooid.
Ik neem aan dat wanneer u dat leest ook even met de ogen knippert, u afvraagt of het wel over Antwerpen gaat.
Beste vrienden,
Ik ga daar niet in mee. Dat is negativisme dat ruikt naar het begrip ‘degrowth’ – het valse idee dat we de planeet gaan redden door te schrappen en verbieden.
In Antwerpen zeggen we: ‘Niet met mij!’. Niet met mij als schepen voor toerisme en middenstand.
Ik wil ook even stilstaan bij de recente berichtgeving over een overaanbod van private logies, de recente berichtgeving over verhuring via AirBnB.
Antwerpen wil een aantrekkelijke stad zijn om te leven én te werken, te ondernemen. Dus ja: natuurlijk wij willen niet dat woonhuizen massaal omgebouwd worden tot logiesadres. Wij treden daar ook tegen op, uiteraard binnen onze bevoegdheden. We onderzoeken momenteel of we dat team kunnen versterken om die handhaving scherper te voeren. Een uitbater moet in regel zijn met het logiesdecreet maar ook met de stedenbouwkundige vergunningen. PUNT.
Komen we daarvoor soms ogen en oren te kort? Zonder twijfel. Maar daarom is het ook goed dat we met jullie samenwerken, dank aan diegenen die de moeite doen om meldingen te maken. Zoals overal zullen er altijd wel ergens cowboys tussen zitten, maar we gaan voor een level playing field tussen de hotelsector en de aanbieders van private logies.
Voor ogen en oren en de bestraffende vinger is er natuurlijk ook Vlaanderen, want Vlaanderen stelt de spelregels voor logies op.
Het is met andere woorden een gedeelde verantwoordelijkheid, en de stad neemt daarin uiteraard de bezorgdheden van de Antwerpse hotelsector mee, net zoals die van de bewoners – want ook zij zijn onze ogen en oren.
Laat ons hiervoor samenwerken zoals we dat op andere dossiers doen,
én focussen op de opportuniteiten die er voor de hotelsector in Antwerpen zijn, zoals het aantrekken van meer zakentoerisme, congrestoerisme – dingen die bij Antwerpen als handels- en havenstad horen.
Antwerp & Partners Convention Bureau is bezig zichzelf te profileren op de MICE-markt door aanwezig te zijn op handelsbeurzen, reisbeurzen, internationale sales events.
Ik hoor van Tadeja Pivic van Antwerp & Partners Convention Bureau dat de belangstelling voor Antwerpen als reisbestemming voor congrestoerisme groeit, te meten aan het aantal RFP’s (requests for proposal).
APCB werkt ook aan een B2B-luik, met ambassadeurs die mee kunnen helpen onze stad nog meer te profileren.
Dat klinkt mij als muziek in de oren.
Dames en heren,
Ik hef graag met jullie het glas op een succesvolle zomer. Voor mij is het glas in Antwerpen altijd half vol.
Paul De Ranter (districtsschepen voor mobiliteit) en Kathelijne Toen (districtsburgmeester Hoboken) verwachten meer van De Lijn dan enkel ‘pappen en nat houden’.
Het Hobokense districtsbestuur verwacht van De Lijn een strikte monitoring van de frequentie en capaciteit van de pendelbussen die tramlijnen 2 en 4 vervangen naar aanleiding van de geplande werken aan de Antwerpsesteenweg. Het districtsbestuur wijst bovendien ook op de noodzaak van een kwalitatieve afwerking van alle tijdelijke haltes op het traject.
Vanaf 1 juli 2023 zullen de tramlijnen 2 en 4 richting Hoboken voor langere tijd hun eindhalte kennen aan de Zwaantjes, een gevolg van werken aan de Antwerpsesteenweg. Beide tramlijnen zullen voor langere tijd worden vervangen door pendelbussen die het tramtraject overnemen.
Het nieuws werd mei laatstleden door de Lijn eenzijdig via de media verspreid, en zorgde meteen voor grote verontwaardiging bij de inwoners van Hoboken, die zich zorgen maken over de bereikbaarheid van hun district. De voltallige Hobokense districtsraad deelde die bezorgdheid van de inwoners, net als het Antwerpse stadsbestuur bij monde van schepen voor mobiliteit Koen Kennis.
Op 6 september 2022, naar aanleiding van de knip van (toen enkel nog) tramlijn 2, wees het Hobokense districtsbestuur in een collegiale brief aan het stadsbestuur reeds op de tekortkomingen van de dienstverlening door De Lijn. Frequentie van het aanbod, capaciteitsproblemen en slechte communicatie werden toen als pijnpunten aangeduid.
De eenzijdige bekendmaking door De Lijn dat vanaf 1 juli zowel tramlijn 2 als tramlijn 4 richting Hoboken vanaf de Zwaantjes vervangen worden door pendelbussen leidde meteen tot een reactie van het districtsbestuur. Op 18 mei nam het district contact op met de verantwoordelijke diensten van De Lijn, waarbij die laatsten ingingen op de uitnodiging om tekst en uitleg te geven op de zitting van het districtscollege op 13 juni. De raad was toen duidelijk in het overbrengen van de verwachtingen op het vlak de dienstverlening voor Hoboken op korte en lange termijn.
Het Hobokense districtsbestuur vraagt expliciet dat De Lijn er alles aan doet om een voldoende frequentie van de pendelbussen tussen de Zwaantjes en het districtscentrum te garanderen. Essentieel daarbij is het behoud van de capaciteit van reizigers die zich nu met tramlijnen 2 en 4 verplaatsen.
Paul De Ranter, districtsschepen voor mobiliteit in Hoboken: ‘Het moet toch mogelijk zijn om op basis van de bestaande reizigersinformatie inzicht te krijgen in het aantal benodigde pendelbussen, rekening te houden met hun capaciteit, en de inzet van bestuurders, en de dienstverlening daarop aan te passen? Wat De Lijn ons nu voorspiegelt, stelt ons niet gerust.’
Het districtsbestuur eist bovendien dat de pendeldienst over het gehele traject tussen de Zwaantjes en hun eindhaltes optimaal klantvriendelijk moeten zijn. Bestaande tramhaltes moeten indien nodig aangepast worden aan halterende bussen, en de doorstroming van het busverkeer moet optimaal zijn.
Kathelijne Toen, districtsburgemeester Hoboken: ‘Het mag niet zijn dat de Hobokenaar het slachtoffer wordt van tekortkomend beleid van De Lijn. Eerst door achterstallig onderhoud, dan door zonder overleg tramlijnen in te korten en vervolgens door niet voor voldoende alternatieven te voorzien. Het district Hoboken moet maximaal bereikbaar blijven voorafgaand en tijdens de werken.’
De buurtfietsenstallingen zijn populair bij de Antwerpenaren. Om aan die vraag te kunnen blijven voldoen opende er op 1 juni een nieuwe in de Lodewijk Van Berckenlaan in Berchem, goed voor 45 extra plaatsen. Daarvan zijn 40 standplaatsen voor fietsen van standaardgrootte en 5 plaatsen voor cargofietsen. Dat brengt het huidige totaal op 1566 overdekte fietsstaanplaatsen voor buurtbewoners, verspreid over Antwerpen.
Buurtfietsenstallingen zijn inpandige of externe fietsenstallingen of fietsentrommels op straat, bedoeld voor Antwerpenaren die zelf thuis geen plek hebben om hun stalen ros te plaatsen. Mobiliteit en Parkeren Antwerpen beheert ondertussen 1566 dergelijke staanplaatsen, verdeeld over 31 inpandige stallingen, 29 fietsentrommels en 1 grotere externe fietsenstalling.
Blinde vlek weggewerkt
Het nieuw in gebruiken genomen pand is een voormalige wasserette, gelegen in een wijk met veel rijhuizen zonder fietsenberging. Deze buurt was tot nu toe nog niet bedeeld op het vlak van buurtfietsenstallingen.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: ”We helpen mensen hun fietsen veilig te stallen, en maken tegelijk meer ruimte vrij op de straat. Een win-win voor buurt en fietsers.”
Buurtbewoners betalen momenteel 6,55 euro per maand voor een gewone fiets en 13,09 euro per maand voor een cargofiets.
De stalling is gelegen in de Lodewijk Van Berckenlaan 93. Wie een plaats wil huren, kan contact opnemen met het team Buurtparkeren via buurtparkeren@antwerpen.be. Aanvragen worden behandeld in volgorde van ontvangst. Ook wie een suggestie heeft voor een nieuwe locatie voor een buurtfietsenstalling, kan dat altijd laten weten via dat mailadres.
(toespraak op het feest n.a.v. de 150ste verjaardag van de tram in Antwerpen, dd. 28 mei 2023)
Goeiemorgen iedereen,
Ik ben blij dat ik hier ook even het woord mag voeren op wat toch een belangrijke verjaardag is.
Vandaag vieren we 150 jaar trams in Antwerpen.
In feite moeten we hier vandaag ongelofelijk veel mensen bedanken:
al die mannen en vrouwen en ja ook: alle paarden –
die er de afgelopen 150 jaar voor zorgden dat we allemaal op ons werk, of in de bibliotheek, of in de cinema, of op de voetbal geraakten.
Hulde aan al die medewerkers!
Ik kijk ook graag naar de toekomst. Geen 150 jaar ver, wel naar de korte en middellange termijn.
Dames en heren,
ik geloof in de toekomst van de tram in Antwerpen. Mét voorwaarden.
Ik kan het niet genoeg herhalen: de stad Antwerpen en de Antwerpse regio hebben een performant tramnet nodig. Stipte, veilige, frequente en comfortabele trams, zonder kopzorgen over achterstallig onderhoud, gebrek aan stelplaatsen, tekort aan personeel.
Het district Hoboken heeft weinig reden om te feesten dit jaar. Ze hebben geen rechtstreekse tramverbinding naar het centrum meer. Voor 40.000 Hobokenaren een ergernis, voor mij een erfenis uit het verleden.
Trams moet daar rijden waar de reizigersbehoefte het grootst is. In het verleden werden wel eens uitbreidingsplannen voorgesteld, waarbij je dan vaststelde dat de basisvoorwaarden voor de exploitatie voor een optimaal tramnet ontbraken.
Ik pleit niet voor meer, meer , meer. Ik pleit voor: beter, beter, beter.
Efficiënter. Dat kan volgens mij perfect. Laat ons vernieuwen, out of the box denken, A-typisch denken.
Een ondergrondse ringlijn voor Antwerpen, 24/7, onbemand. Zoals in Kopenhagen. Een tram die deels ongebruikte treinsporen gebruikt. Wat in Rotterdam kan, moet hier ook kunnen.
De tram mag niet achter blijven in het vervoermodel waarmee we Antwerpen klaar maken voor de 2de helft van de 21ste eeuw.
Ik hef het glas vandaag niet enkel op het verleden, ook op de toekomst.