Tag: De Lijn

  • Kantelmoment voor de mobiliteit in Antwerpen?

    (toespraak bij herschikking busnetwerk ten noorden van Antwerpen, Jan Palfijnziekenhuis, Merksem)

     

    Samen met de schepen van mobiliteit van Schoten, Brasschaat, Kapellen en Stabroek. Van links naar rechts: Iefke Hendrickx (Schoten), Goele Fonteyn (Brasschaat), Koen Helsen (Kapellen), Sarah Demartelaere (Stabroek), Ludo Reyntjens (2de schepen Stabroek), Stefaan Vandenabeele (De Lijn).

     

    Beste aanwezigen,

    De mobiliteit in Antwerpen zit op een kantelmoment.

    Er is de modal shift die zich doorzet. Meer en meer mensen herbekijken hun mobiliteitsgewoonten. De auto is niet langer de enige optie.

    Multimodaliteit raakt ingeburgerd. ‘Mijn auto mijn vrijheid’ is nu ‘Mijn mobiliteit, mijn vrijheid.’

    Dat heeft wat tijd nodig, dat besef ik. Groeischeuten komen niet zonder groeipijnen.

    Het goede nieuws is: Antwerpen, en de Antwerpse Vervoerregio, lopen voorop in Vlaanderen.

     

    Onze checklist is indrukwekkend.

    Missing links wegwerken: check. Upgrade van bestaande fietspaden: check.
    Aanleg van nieuwe fietspaden: check.
    Nieuwe fietsbruggen: check.
    Nieuwe tramlijnen; check.
    Vervoer over water: check.
    Uitrol deelmobiliteit: check.
    Aanbieders van deelmobiliteit in het gareel doen lopen: check.

    Met het nieuwe busnetwerk hier in het noorden van Antwerpen zullen onze iconische P+R’s alleen maar aan belang winnen. Ik ben ervan overtuigd dat ze future proof zijn.

    Is onze checklist daarmee afgewerkt? Uiteraard niet. Als we Antwerpen en de Antwerpse regio bereikbaar en leefbaar moeten houden, zijn nog meer investeringen nodig.

    De juiste investeringen, op de juiste plek. Daar waar de grootste noden op vlak van openbaar vervoer zijn, moeten de centen ingezet worden. De minister kent mijn wenslijstje.

    Nu is het aan De Lijn.

    Ik citeer graag de website van De Lijn:  ‘Nog slimmer fiets, bus, trein of tram combineren? Samen met de Vlaamse overheid en jouw stad gaan we in verschillende fases voor een efficiënt, duurzaam en flexibel openbaar vervoer. Eentje dat echt inspeelt op jouw noden.’

    Ik reken, samen met de reizigers, dat De Lijn ervoor zorgt dat trams en bussen stipt rijden. Nogmaals: de infrastructuur ligt er. Er is geen stad in Vlaanderen waar meer vrijliggende tram- en busbanen liggen dan in Antwerpen.

    Er is, mede dankzij de stad, veel verbeterd aan de doorstroming. Dat komt door de computer die gebruikt wordt voor de coördinatie van verkeerslichten. Door dat soort van zaken te verbeteren maak je de keuze voor het OV makkelijker.

    De Lijn moet ook een inhaalbeweging maken op vlak van onderhoud. Ik ben blij dat het ziekenhuis Jan Palfijn nu bereikbaarder wordt. Maar ik maak mij zorgen dat aan de andere kant van de stad met Hoboken een volledig district van meer dan 40.000 inwoners niet langer bereikbaar is met de tram. Reden: tekortkomend onderhoud. Zoiets kan natuurlijk niet.

    Dames en heren, ik ben begonnen met te zeggen dat de mobiliteit in Antwerpen op een kantelmoment zit. Ik wil dat het in de juiste richting kantelt.

  • Districtsbestuur Hoboken vraagt aan De Lijn monitoring bereikbaarheid Hoboken

    (persbericht)

     

    Paul De Ranter (districtsschepen voor mobiliteit) en Kathelijne Toen (districtsburgmeester Hoboken) verwachten meer van De Lijn dan enkel ‘pappen en nat houden’.

    Het Hobokense districtsbestuur verwacht van De Lijn een strikte monitoring van de frequentie en capaciteit van de pendelbussen die tramlijnen 2 en 4 vervangen naar aanleiding van de geplande werken aan de Antwerpsesteenweg. Het districtsbestuur wijst bovendien ook op de noodzaak van een kwalitatieve afwerking van alle tijdelijke haltes op het traject.

    Vanaf 1 juli 2023 zullen de tramlijnen 2 en 4  richting Hoboken voor langere tijd hun eindhalte kennen aan de Zwaantjes, een gevolg van werken aan de Antwerpsesteenweg. Beide tramlijnen zullen voor langere tijd worden vervangen door pendelbussen die het tramtraject overnemen.

    Het nieuws werd mei laatstleden door de Lijn eenzijdig via de media verspreid, en zorgde meteen voor grote verontwaardiging bij de inwoners van Hoboken, die zich zorgen maken over de bereikbaarheid van hun district. De voltallige Hobokense districtsraad deelde die bezorgdheid van de inwoners, net als het Antwerpse stadsbestuur bij monde van schepen voor mobiliteit Koen Kennis.

    Op 6 september 2022, naar aanleiding van de knip van (toen enkel nog) tramlijn 2, wees het Hobokense districtsbestuur in een collegiale brief aan het stadsbestuur reeds op de tekortkomingen van de dienstverlening door De Lijn. Frequentie van het aanbod, capaciteitsproblemen en slechte communicatie werden toen als pijnpunten aangeduid.

    De eenzijdige bekendmaking door De Lijn dat vanaf 1 juli zowel tramlijn 2 als tramlijn 4 richting Hoboken vanaf de Zwaantjes vervangen worden door pendelbussen leidde meteen tot een reactie van het districtsbestuur. Op 18 mei nam het district contact op met de verantwoordelijke diensten van De Lijn, waarbij die laatsten ingingen op de uitnodiging om tekst en uitleg te geven op de zitting van het districtscollege op 13 juni. De raad was toen duidelijk in het overbrengen van de verwachtingen op het vlak de dienstverlening voor Hoboken op korte en lange termijn.

    Het Hobokense districtsbestuur vraagt expliciet dat De Lijn er alles aan doet om een voldoende frequentie van de pendelbussen tussen de Zwaantjes en het districtscentrum te garanderen. Essentieel daarbij is het behoud van de capaciteit van reizigers die zich nu met tramlijnen 2 en 4 verplaatsen.

    Paul De Ranter, districtsschepen voor mobiliteit in Hoboken: ‘Het moet toch mogelijk zijn om op basis van de bestaande reizigersinformatie inzicht te krijgen in het aantal benodigde pendelbussen, rekening te houden met hun capaciteit, en de inzet van bestuurders, en de dienstverlening daarop aan te passen? Wat De Lijn ons nu voorspiegelt, stelt ons niet gerust.’

    Het districtsbestuur eist bovendien dat de pendeldienst over het gehele traject tussen de Zwaantjes en hun eindhaltes optimaal klantvriendelijk moeten zijn. Bestaande tramhaltes moeten indien nodig aangepast worden aan halterende bussen, en de doorstroming van het busverkeer moet optimaal zijn.

    Kathelijne Toen, districtsburgemeester Hoboken: ‘Het mag niet zijn dat de Hobokenaar het slachtoffer wordt van tekortkomend beleid van De Lijn. Eerst door achterstallig onderhoud, dan door zonder overleg tramlijnen in te korten en vervolgens door niet voor voldoende alternatieven te voorzien. Het district Hoboken moet maximaal bereikbaar blijven voorafgaand en tijdens de werken.’

  • 150 jaar tram in Antwerpen

    (toespraak op het feest n.a.v. de 150ste verjaardag van de tram in Antwerpen, dd. 28 mei 2023)

    Goeiemorgen iedereen,

    Ik ben blij dat ik hier ook even het woord mag voeren op wat toch een belangrijke verjaardag is.

    Vandaag vieren we 150 jaar trams in Antwerpen.

    In feite moeten we hier vandaag ongelofelijk veel mensen bedanken:
    al die mannen en vrouwen en ja ook: alle paarden –
    die er de afgelopen 150 jaar voor zorgden dat we allemaal op ons werk, of in de bibliotheek, of in de cinema, of op de voetbal geraakten.

    Hulde aan al die medewerkers!

    Ik kijk ook  graag naar de toekomst. Geen 150 jaar ver, wel naar de korte en middellange termijn.

    Dames en heren,

    ik geloof in de toekomst van de tram in Antwerpen. Mét voorwaarden.

    Ik kan het niet genoeg herhalen: de stad Antwerpen en de Antwerpse regio hebben een performant tramnet nodig. Stipte, veilige, frequente en comfortabele trams, zonder kopzorgen over achterstallig onderhoud, gebrek aan stelplaatsen, tekort aan personeel.

    Het district Hoboken heeft weinig reden om te feesten dit jaar. Ze hebben geen rechtstreekse tramverbinding naar het centrum meer. Voor 40.000 Hobokenaren een ergernis, voor mij een erfenis uit het verleden.

    Trams moet daar rijden waar de reizigersbehoefte het grootst is. In het verleden werden wel eens uitbreidingsplannen voorgesteld, waarbij je dan vaststelde dat de basisvoorwaarden voor de exploitatie voor een optimaal tramnet ontbraken.

    Ik pleit niet voor meer, meer , meer. Ik pleit voor: beter, beter, beter.

    Efficiënter. Dat kan volgens mij perfect. Laat ons vernieuwen, out of the box denken, A-typisch denken.

    Een ondergrondse ringlijn voor Antwerpen, 24/7, onbemand. Zoals in Kopenhagen. Een tram die deels ongebruikte treinsporen gebruikt. Wat in Rotterdam kan, moet hier ook kunnen.

    De tram mag niet achter blijven in het vervoermodel waarmee we Antwerpen klaar maken voor de 2de helft van de 21ste eeuw.

    Ik hef het glas vandaag niet enkel op het verleden, ook op de toekomst.

    Dank u.

     

  • Stadskroniek over 150 jaar trams in Antwerpen

    Tram 1 op het Operaplein in 1912.

    (toespraak bij de voorstelling van de Stadskroniek over 150 jaar trams in Antwerpen, Vlaams Tram- en Autobusmuseum)

    Goedenavond iedereen, goedenavond vrienden van de tram,

    Ik begin graag met de gastheren voor vanavond te bedanken;  de vrijwilligers van het Vlaams Tram en Autobusmuseum.

    Ik draag dit museum een warm hart toe, zoals ik ook de Strangers een warm hart toe draag, zoals ik ook vind dat Radio Minerva deel uitmaakt van ons erfgoed en de Antwerpse Handjes, het Bolleke, de Sinksenfoor, Elixir d’ Anvers…

    En zo is de toon meteen gezet voor vanavond, passend in dit decor: nostalgie troef.

    Ook al vloeken we er wel eens op als hij weer eens te laat is, of erger nog: niet komt opduiken, de Antwerpenaar zou den tram niet kunnen missen.

    Dat is overigens een bijzondere eigenschap van de tram. Als hij komt aanrijden, kan je hem missen. Als hij niet komt opdagen, mis je hem nog meer.

    Als schepen voor mobiliteit, en als voorzitter van de Vervoerregio,  heb ik weinig tijd om stil te staan bij de poëzie van de tram.

    Als ik met De Lijn samen zit, dan gaat het over de meest efficiënte inzet van mensen en middelen. Daar komt niet veel poëzie aan te pas.

    Dat gaat meer over cijfertjes dan over letters.

    Vanavond gaat het over de letters: een Stadskroniek over 150 jaar Stadstram.

    Niemand van ons die kan zeggen dat hij of zij die hele periode kan overzien, maar dankzij het werk van de auteurs kunnen we nu ook reizen in de tijd, 150 jaar zelfs.

    Dames en heren,

    Veel zaken zijn veranderd in die 150 jaar.  Functies kregen andere benamingen. Tramlijnen andere bestemmingen. Voertuigen een ander uitzicht, aangedreven door andere energiebronnen.

     

    Maar wat aan de basis niet veranderd is, is dat de tram elke dag een belangrijke rol speelt in het leven van duizenden Sinjoren. Op weg naar een geliefde. Naar een examen. Naar een kappersafspraak. Naar het museum, naar het restaurant, naar de cinema.

    De tram als rode draad door de geschiedenis van de laatste anderhalve eeuw Antwerpen. Trams die veel gezien hebben, veel meegemaakt. Stakingen. Optochten. Huwelijken. Begrafenissen. Twee oorlogen. Veel vreugde en veel verdriet. Altijd waren ze erbij.

    De tramsporen schrijven mee het verhaal van onze geliefde stad.

    Het is goed dat dit gedocumenteerd wordt in deze Stadskroniek.

    Ere wie ere toekomt:
    dank aan het museum, het VlaTAM, en aan de vzw META (MobiliteitsErfgoed Tram en Autobus). Het boek is hun co-creatie.
    dank aan iedereen die getuigenissen deelde in het boek.
    Bijzondere dank aan Bob Morren en Willem Maes, de twee hoofdauteurs.

    En daar mag gerust een applausje bij!

    Paardentram in de Grotehondstraat (voor 1900).

     

     

  • Welkom aan de ‘Stadslijner’, een nieuwe tram voor ‘t stad

    (toespraak bij de ingebruikname van de ‘Stadslijner’, een nieuwe tram voor Antwerpen. Persbericht: zie onderaan)

    Met Johan Sauwens (voorzitter De Lijn), minister voor mobiliteit Lydia Peeters, Ann Schoubs (directeur-generaal De Lijn)

    Goeiemorgen iedereen, welkom hier in stelplaats Deurne.
    Ik verwelkom ook deze nieuwe tramstellen in onze stad.

    We kunnen ze immers gebruiken, die nieuwe trams.

    Iedereen heeft de afgelopen dagen kunnen zien welke impact werken op de Antwerpse Ring hebben voor de stad, zelfs voor de ruime regio.

    Tot in de Kempen, tot in het Waasland, tot in het havengebied stond het verkeer aan te schuiven.

    Een Nederlander die op weg naar Frankrijk langs hier moet en een taalcursus opzet, spreekt vloeiend Frans als hij op z’n camping aankomt.

    Die files kosten heel veel mensen heel veel tijd, dat kost de Vlaamse economie bakken geld. Oosterweel zal beterschap brengen, maar we moeten nog door een zware fase heen.

    In de modal shift voor onze stad hebben we al veel bereikt. We zien meer fietsers, minder auto’s, we zien meer mensen overstappen van modi, we bouwen stap voor stap aan een nieuw vervoersmodel voor Antwerpen en de Antwerpse regio.

    Het is geen geheim: wat betreft het openbaar vervoer moeten we echter nog een tandje bijsteken.

    Dat is een nagel waarop ik zal blijven kloppen. (Bijna had ik gezegd: ‘nagel aan mijn doodskist’. )

    Frequenter, betrouwbaarder, stipter openbaar vervoer dat ervoor zorgt dat top of mind wordt voor wie in Antwerpen moet zijn.

    Vier punten wil ik aanstippen.

    1. Nieuwe, ruime trams horen daarbij. Wat dat betreft is vandaag een heugelijke dag.

    2. Wat we ook kunnen gebruiken zijn dubbelrichtingtrams, die zien we dubbel zo graag.
    Goed dat er bij deze lading zulke dubbelrichtingtrams zitten. We gaan die inzetten, o.a. op lijn 12, tot aan de Oosterweelwerf naast het Sportpaleis.
    En mevrouw Schoubs: als er in Gent dubbelrichting PCC’s aan de kant staan: we komen ze desnoods halen.

    3. We moeten ook kijken naar de stelplaatsen: de huidige stelplaatsen staan overvol. Ik geef als voorbeeld de ruimte hier achter het depot. We zouden daar trams kunnen parkeren, alleen er liggen geen sporen.  Laat ons de komende 3 jaar versneld extra rangeersporen aanleggen.

    en

    4. Onderhoud. Laat die oude PCC’s maar rijden, we hebben ze nodig. Voor ons moeten ze niet vervangen worden, we willen uitbreiden. Uiteraard moeten ze dan ook onderhouden kunnen worden.

    En dan ben ik nu net zo benieuwd als jullie naar de naam die de Lijn bedacht heeft voor de nieuwe trams.

    Als het aan mij lag, ik koos Diplodokus: een dinosaurus met een kleine kop, dicht bij de grond en een gigantisch lijf. Alleen is het uiteraard niet de bedoeling dat we hier lucht gaan vervoeren.


    PERSBERICHT
    Lees hier.

  • Gewijzigde reisweg van lijnen 20 en 21 in Antwerpse wijk Zurenborg

    (persbericht)

    Vanaf maandag 28 juni volgen de Antwerpse stadslijnen 20 (Borsbeek – Berchem – Rooseveltplaats) en 21 (Neerland – Middelheim – Rooseveltplaats) een nieuwe reisweg. Met deze aanpassing speelt De Lijn in op de vraag van het stadsbestuur en buurtbewoners om de buslijnen door Zurenborg beter te spreiden.

    Stadsbuslijnen 20,21  en 30 rijden in de wijk Zurenborg. De Lijn laat lijnen 20 en 21 via een nieuw lijnschema rijden, de aangepaste reiswegen zorgen zo voor verminderde busdruk in de wijk. Lijn 30 behoudt haar huidige reisweg.Vanaf maandag 28 juni zijn de nieuwe reiswegen als volgt:

    • lijn 20 zal tussen Berchem Station en het Centraal Station rijden via de Guldenvliesstraat, Cuperusstraat en Mercatorstraat;
    • lijn 21 zal tussen Berchem Station en het Centraal Station rijden via de Singel en de Plantin Moretuslei;
    • lijn 30 blijft onveranderd, ze behoudt de reisweg door Zurenborg.

    De bussen rijden dan door straten die op wandelafstand liggen van de huidige route, en ze blijven ook Berchem Station en het Centraal Station bedienen, net als enkele attractiepolen verderop beide lijnen.

    Koen Kennis, Antwerpse schepen voor Mobiliteit: “De Lijn herschikt deze buslijnen om de druk op een aantal straten in Zurenborg te verlichten, en tegelijk staan de nieuwe routes garant voor een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer. Samen met de gewijzigde in- en uitrijroutes van de bussen naar de stelplaats Zurenborg komt dit de leefbaarheid van de wijk ten goede.”

    Meer info

    Reizigers kunnen terecht op delijn.be/antwerpen of op de routeplanner van De Lijn.

  • Elektrische bussen van De Lijn starten in Antwerpen

    Met Lydia Peeters (minister voor mobiliteit), Ann Schoubs (directeur-generaal De Lijn), Johnny Van der Straeten (gedelegeerd bestuurder UZA).

    (persbericht)

    Dinsdag, 11 mei 2021 – Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Lydia Peeters, heeft vandaag het startschot gegeven voor volledig emissievrije e-bussen in Antwerpen. Vanaf vandaag rijden 2 elektrische bussen op lijn 17 (Brouwersvliet – Centraal Station – UZA) tussen het stadscentrum en het Universitair Ziekenhuis Antwerpen in Edegem. De inzet van deze bussen is een bijkomende stap van De Lijn naar emissievrij rijden in stadskernen, om uiteindelijk tegen 2035 het volledig Vlaams grondgebied met uitstootloze bussen te bedienen.

    In het vergroeningsproject van De Lijn is het grootstedelijk gebied Antwerpen een cruciale component. De Lijn wil zo snel mogelijk de luchtkwaliteit verbeteren in de meest dichtbevolkte gebieden van Vlaanderen.

    Voor minister Lydia Peeters is dit project een logische verderzetting van de vergroening van het openbaar vervoer: ‘Het regeerakkoord legt de lat hoog wat duurzaam, aantrekkelijk en klantgericht openbaar vervoer betreft. Na Leuven kunnen ook reizigers in Antwerpen een voorsmaakje krijgen van wat emissievrij rijden in de praktijk betekent. Niet alleen zorgen deze e-bussen ervoor dat er geen stikstof of fijn stof uitgestoten wordt, en zo de directe luchtkwaliteit zal verbeteren. Bovendien houdt het wegnemen van de dieselmotor in dat deze bussen haast geruisloos door de stadskern en het stedelijk gebied rijden.’

    ‘Dit project past naadloos in ons plan om tegen 2035 emissievrij te rijden in heel Vlaanderen,’ zegt Ann Schoubs, directeur-generaal van De Lijn. ‘Sinds 2019 kopen we alleen groene bussen. De ervaring uit dit proefproject met e-bussen in Antwerpen nemen we mee wanneer we de meest vervuilende bussen in onze vloot vervangen met emissievrije e-bussen of emissiearme e-hybrides.’

    De Antwerpse schepen Koen Kennis is in zijn nopjes met de komst van de elektrische bussen: ‘Dit is een belangrijke stap in de vergroening van het openbaar vervoer in Antwerpen, met een grote meerwaarde voor de leefbaarheid in onze stad. Ik kijk samen met alle Sinjoren uit naar verdere elektrificatie van De Lijn-vloot.’

    Ook het proefproject in Antwerpen heeft, net zoals het project in Leuven, een dubbele laadtechnologie. De e-bussen worden ’s nachts geladen op de stelplaats en laden overdag bij met een pantograaf tijdens hun stop bij het Universitair Ziekenhuis Antwerpen in Edegem. De batterijtechnologie is intussen zo snel geëvolueerd dat de volgende generatie e-bussen een autonomie haalt van 250 km zonder bijladen. Dankzij deze technologische evolutie wordt laden met pantograaf overbodig. Deze nieuwe e-bussen komen vanaf eind 2022 in de vloot.

    Aan het inschakelen van de e-bussen ging een groot opleidingstraject vooraf. Vanwege de aard van het netwerk in Antwerpen leerden 380 chauffeurs rijden met de elektrische bussen, die een andere rijstijl nodig hebben. Bovendien moesten ze vertrouwd raken met het opladen aan de eindhalte aan het UZA. Er wordt gestart met 2 e-bussen. Na een positieve evaluatie wordt dit aantal uitgebreid naar 4-5 e-bussen.

    Dit project werd gerealiseerd dankzij de uitstekende samenwerking tussen De Lijn, het UZA, het stadsbestuur van Antwerpen en het gemeentebestuur van Edegem.

  • Omgevingsvergunning busstelplaats Zurenborg voor maximaal 3 jaar verlengd als overgangsperiode naar nieuwe busstelplaats

    (persbericht)

    Stad Antwerpen heeft vandaag de omgevingsvergunning voor busstelplaats Zurenborg van de Lijn in de Krugerstraat te Berchem voor maximaal 3 jaar verlengd. Er zijn aan deze beperkte verlenging ook een aantal bijzondere exploitatievoorwaarden gekoppeld. Zo moet de site op een andere manier ontsloten worden voor de autobussen en het busverkeer verspreid worden om de wijk te ontzien. Dit om tijdens deze overgangsperiode de hinder voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken.

    De Lijn is volop bezig met plannen om een nieuwe stelplaats uit te baten aan de luchthaven van Deurne. Om de dienstverlening van het openbaar vervoer in en rond Antwerpen te garanderen is de omgevingsvergunning voor de bestaande stelplaats aan de Krugerstraat voor een overgangsperiode van maximaal 3 jaar verlengd. Zeker met de Oosterweelwerken in het vizier is het vlotte functioneren van het openbaar vervoer in de stad belangrijker dan ooit.

    Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: “De stad wordt binnenkort eigenaar van de busstelplaats in Zurenborg. We rekenen dan ook op de goede samenwerking met De Lijn om een vlotte verhuis te garanderen, vandaar de verlenging voor maximaal drie jaar. Zo kunnen we hier in de toekomst van start gaan met de ontwikkeling van Nieuw Zurenborg, een terrein van 10 hectare groot dat naast de busstelplaats ook het terrein van de vroegere gasfabriek omvat. De site heeft een enorm potentieel om in te spelen op huidige en toekomstige noden en wensen op wijk- en stadsniveau. Ook de nabijheid van het toekomstige spoorpark is een extra troef.”

    Alternatieve ontsluiting van de busstelplaats

    Om de hinder voor de omwonenden zo veel mogelijk te beperken gedurende deze overgangsperiode zal De Lijn binnen de 3 maanden na het verlenen van de vergunning in een alternatieve ontsluiting voor de vertrekkende en aankomende autobussen moeten voorzien. Zo zullen de autobussen van en naar de site een zo kort mogelijke route volgen tussen de site en de Singel. Voor de autobussen die een exploitatieroute door de wijk volgen, wordt er een spreidingsplan opgemaakt waarbij ze zo min mogelijk doorheen de aanpalende woonwijken of schoolomgevingen rijden.

    Verder zorgt De Lijn ervoor dat autobussen die het vroegst moeten vertrekken zo ver mogelijk van de woonwijken opgesteld staan.

    Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “We hebben in deze tijdelijke vergunning uitdrukkelijk rekening gehouden met de bezorgdheden van de buurtbewoners.”