(persbericht)
Het college keurde het schetsontwerp van het Spoorpark goed. Het schetsontwerp laat een eerste beeld zien van de publieke ruimte, die wordt opgedeeld in 5 zones met aandacht voor groen, de geschiedenis van de site, voetgangers en fietsers en zichten op de stad. Ook het stedenbouwkundige kader voor de vastgoedontwikkeling aan de randen is goedgekeurd. Er werd daarbij gekeken naar de aanwezige gebouwen en hoe die ontwikkeld kunnen worden om het Spoorpark te verankeren in de omgeving: de dienstwoning en tramloods, de Brosselloods, het stationsgebouw en het sportcomplex Plantin Moretus. Een definitief ontwerp van de publieke ruimte wordt tegen begin 2022 verwacht.
Het toekomstige Spoorpark ligt op en parallel aan de verhoogde spoorweg tussen de Draakplaats in Antwerpen en het Luitenant Naeyaertplein in Borgerhout. Het Spoorpark bevindt zich deels op de begane grond en deels op hoogte, onder andere op de brug over de Plantin en Moretuslei, en zal op verschillende plekken hoog en laag met elkaar verbinden. Op dit moment is een deel van het projectgebied in gebruik door Infrabel voor spooractiviteiten en dus niet toegankelijk. Het schetsontwerp van het Spoorpark wil 2 buurten op een groene manier met elkaar verbinden, authentieke spoorobjecten zoals de treinsporen in de verf zetten, een wandel- en fietspad op buurtniveau realiseren en de bijzondere zichten op de stad benadrukken.
Schepen voor stadsontwikkeling Annick De Ridder: “Met dit schetsontwerp willen we een bijzonder park in een van de meest dichtbebouwde wijken van de stad creëren. We verbinden de Draakplaats over de Plantin en Moretuslei met het Luitenant Naeyaertplein via een groene corridor, waarin we groen en water combineren met erfgoed en authenticiteit. Door de specifieke ligging van het oude station Oost willen we hier een uniek horizonpark aanleggen met bijzondere zichten op de stad.”
Het schetsontwerp deelt de publieke ruimte op in 5 zones:
- Van de Draakplaats tot de watertorens
Aan de Draakplaats start de ‘Omheining der Statie van Borgerhout’, een kasseihelling met tramspoor. Het ontwerp maakt deze toegang groener door beplanting langs de gevel van de tramloods en de spoorbogen, en voegt in de kasseihelling een comfortstrook van 3,5 meter toe voor fietsers, buggy’s of iemand die moeilijk ter been is. - De buik van het park, van de watertorens tot de brug
De buik is de grootste en breedste zone in het park. Deze plek wordt zo groen mogelijk. De beeldbepalende spoorobjecten zoals de treinsporen en een deel van de Brosselloods blijven bewaard. De beplanting wordt gekozen in functie van het hoger gelegen terrein, dat droog en zongeoriënteerd is. De enige nieuwe verharding wordt het hoofdpad van 3,5 meter breed. Rond de Brosselloods komen zon-, rust- en speelplekken in halfverharding en lage grassen. Aan de grens met de private tuinen van de Tweelingenstraat en het spoordomein met actieve sporen komt er hoger en ruiger groen als buffer. - De brug over de Plantin en Moretuslei
De huidige perrons worden niet meer gebruikt en de sporen tussen perrons 1 en 2 zijn verdwenen. De perrons worden in het schetsontwerp behouden. Het hoofdpad loopt voort op perron 1. Op perron 2 komt er zitgelegenheid. Tussen beide perrons komt lage en dichte beplanting met houten paden erover om de beplanting te beschermen. Het schetsontwerp stelt ook voor om de perronluifels te behouden, als overdekte open ruimte. Er zal echter nog verder onderzoek gebeuren naar de technische en financiële haalbaarheid van de renovatie van de luifels. Op de brug over de Plantin en Moretuslei is een nieuwe borstwering nodig voor de veiligheid. Het schetsontwerp stelt een stijlvolle borstwering voor, om van de brug een toegangspoort over de Plantin en Moretuslei te maken. Dit wordt in de volgende ontwerpfases nog verder onderzocht. - De kop van de Plantin en Moretuslei aan de zijde station Antwerpen-Oost
De kop van de Plantin en Moretuslei vormt een toegang tot het Spoorpark. Het ontwerp wil samenhang creëren en zorgen dat het park al te voelen en te zien is van op de Plantin en Moretuslei. Het plein voor het stationsgebouw wordt zoveel mogelijk onthard en vergroend, met bomen in volle grond. Als toegang tot het hogere gedeelte van het park, op de brug, stelt het ontwerp een pad tegen de groene helling voor. De bestaande tunnel onder de sporen en trap naar perron 1 kan dienen als extra toegang tot het park, met de sociale veiligheid als belangrijk aandachtspunt. - De zone zwembad en sporthal, van de Plantin en Moretuslei tot het Luitenant Naeyaertplein
In deze zone is er op dit moment een smalle strook groen op hoogte, op de spoorberm, en een smalle strook openbaar domein op de begane grond, met ertussen een ruige, groene berm. Hier is de ambitie om het Spoorpark op 2 hoogtes goed met elkaar te verbinden. De strook op de spoorberm is net breed genoeg om het hoofdpad door te trekken tot aan het Luitenant Naeyaertplein. Er komen 2 trappen die het hoofdpad verbinden met het deel op de begane grond: een trap aan de kop van de Plantin en Moretuslei en een trap aan het Luitenant Naeyaertplein in het verlengde van de Engelselei. Ook komt er een helling tussen het hoger en het lager gedeelte van het park, net zoals aan de Zurenborg-kant van het Spoorpark. De ambitie is om de verbinding en de publieke ruimte op de begane grond veilig en aantrekkelijk te maken.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “De aanleg van het Spoorpark biedt ons de kans om de eerste conflictloze oversteek van de Plantin en Moretuslei te creëren. In de toekomst zullen fietsers en voetgangers van Zurenborg naar Borgerhout geraken zonder een kruispunt te dwarsen.”
Voor de publieke ruimte van het Spoorpark tussen de Draakplaats en het Luitenant Naeyaertplein moet het ontwerpteam een ontwerp maken tot en met de uitvoering van de eerste uitvoeringsfase. Die eerste fase houdt het openbaar domein langs de spoorlijn in. Een definitief ontwerp van de publieke ruimte wordt tegen begin 2022 verwacht.
Stedenbouwkundig kader voor de bebouwing
Ook het stedenbouwkundige kader is klaar. Dat bakent de ruimtelijke mogelijkheden voor bebouwing en dus ook de contour van de publieke ruimte van het Spoorpark af. In de volgende fase zal per gebouw een traject op maat uitgewerkt worden, om een geschikte invulling voor elk gebouw te vinden:
- Dienstwoning en tramloods
Voor de dienstwoning en de tramloods aan de Draakplaats zal een nieuwe invulling gezocht worden. Het gebouw valt binnen het beschermd stadsgezicht en de herbestemming moet in overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed gebeuren. De akoestiek in de loods is een belangrijk aandachtspunt, om de overlast naar de buren van de Dolfijn- en Tweelingenstraat te beperken. - Brosselloods
In het schetsontwerp is de Brosselloods een centrale plek in het Spoorpark. Het voorstel is om de loods deels af te breken en deels te behouden. Voor de nieuwe invulling wordt gedacht aan buurtgerichte functies. - Stationsgebouw
Het stedenbouwkundige kader ziet potentieel in een toekomstige ontwikkeling op de plek van het vroegere stationsgebouw Antwerpen-Oost. Momenteel ligt de focus op een tijdelijke invulling. Ook de mogelijkheid van een groendak wordt onderzocht. - Sportcomplex Plantin Moretus
Er wordt onderzocht hoe het sportcomplex kan aangepast worden zodat er een eenheid ontstaat met het park, door bijvoorbeeld de gevels open te werken. Die pistes worden verder bekeken.
Inspraak
Tijdens de schetsontwerpfase is er veel aandacht besteed aan inspraak met de buurt. Van oktober 2020 tot mei 2021 zijn 3 online bevragingen georganiseerd, wandelingen met het ontwerpteam over het terrein van het toekomstige Spoorpark en focusgesprekken met specifieke betrokken partijen zoals buurtbewoners van wie de woning grenst aan het Spoorpark. Ook tijdens de volgende fases van het ontwerpproces blijft de buurt betrokken.
Meer info
AG Vespa, het autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten Antwerpen, coördineert het Spoorpark met Infrabel en Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) als belangrijke partners. Het ontwerpteam is STRAMIEN architectuur & ruimte cv i.s.m. ZUS [Zones Urbaines Sensibles] en RE-ST bvba. Het project wordt mee mogelijk gemaakt door het Vlaamse Stadsvernieuwingsfonds.