(speech bij de lancering van ‘Antwerpen, stad van handel – biografie van een stad’ van Fred Vanderpoorten – uitgeverij Borgerhoff & Lamberights)
Beste mensen,
Welkom hier in het stadhuis, op het ‘t Schoon Verdiep.
Wat mij betreft kunnen er niet genoeg boeken verschijnen over Antwerpen, en al zeker niet als ze voortgevloeid zijn uit de pen van Fred Vanderpoorten.
Fred is al jarenlang een vaste waarde onder de Antwerpse stadsgidsen. Een monument onder de gidsen.
Wie weet verschijnt er op een dag wel een boek over hém, zou best kunnen…
Dames en heren,
Een stad is een levend organisme, genereert elke dag nieuwe verhalen en ontwikkelingen. Dat geldt zeker voor een handelsstad, dat geldt zeker voor Antwerpen.
Wie het boek openslaat, leert bij de allereerste zin al een levensles: alles komt terug, de geschiedenis herhaalt zich.
Want wat lezen we daar?: de Britse politicus, denker en schrijver Thomas More staat in juli 1515 aan de Linkeroever van de Schelde en stelt zichzelf de vraag: ‘Where is the bridge?’ (hij kwam immers vanuit Londen naar Antwerpen)
Ik zou Thomas More meteen in dienst nemen als adviseur mobiliteit.
De vraag die hij stelde (‘hoe geraak ik aan de overkant?’) is actueler dan ooit in Antwerpen.
Dames en heren, om aan het beeld van de brug vast te houden: met dit boek slaagt Fred Vanderpoorten wonderwel in om een brug te slaan tussen het verleden, het heden en de toekomst van Antwerpen.
Thomas More, schrijver van UTOPIA, zou met Fred graag een pint gedronken hebben, zeker weten.
Als schepen voor mobiliteit heb ik met veel plezier de beschouwingen van Fred over het verkeer in Antwerpen gelezen.
Ik heb al heel wat teksten van zogenaamde verkeersexperten gelezen en ze snappen er minder van dan Fred Vanderpoorten: Antwerpen beweegt, groeit en bloeit op het ritme van haar handelsactiviteiten.
Ik lees in het boek dat in het midden van de 16de eeuw elke week gemiddeld 1000 vreemde ‘vrachtwagens’ aankwamen in Antwerpen – karren die vracht vervoerden.
Ook toen al files, aan de stadspoorten.
Zonder de handel – onze haven in het bijzonder – zou Antwerpen een nederzetting in de bocht van de Schelde gebleven zijn.
Geen metropool zoals nu, maar een dorp.
We zouden deel zijn van de parking! (als dat geen horrorbeeld is voor de Antwerpenaar, dan weet ik het niet).
Als er 1 ding is wat als rode draad door de Antwerpse geschiedenis loopt, dan is het dit wel: het was hier altijd een komen en gaan van mensen, van ideeën en goederen.
En wat mij persoonlijk veel plezier doet is de volgende vaststelling:
in dit boek komen de belangrijkste infrastructuurwerken die ooit in de stad plaats vonden aan bod.
Fred heeft het over de bouw van de Burcht en de kathedraal,
hij heeft het over de werken die Gilbert van Schoonbeke uitvoerde,
schrijft over Napoleon die de kaaien liet rechttrekken,
en ook de bouw van het Centraal Station en de Boerentoren krijgen tekst en uitleg.
Allemaal historische bouwwerken, die van Antwerpen ‘t stad maken.
Dat de Oosterweelwerken ook in dit boek opgenomen worden, vind ik niet meer dan terecht. En toegegeven, het streelt mijn ego een beetje.
Antwerpen mag niet stilstaan, laat staan achteruit gaan.
Fred zal mij gelijk geven: de geschiedenis is nooit af. Antwerpen ook niet.
Ik kijk dus al uit naar zijn volgende boek!