Met van links naar rechts: Annemie Plompen (districtsschepen Ekeren), Koen Kennis (schepen voor mobiliteit stad Antwerpen), Koen Palinckx (districtsburgemeester Ekeren) en Mick De Maere (districtsschepen Ekeren)
Stad Antwerpen en district Ekeren hebben een belangrijk onderdeel van de fietsostrade F12 gerealiseerd. In Ekeren ligt er nu een nieuwe fietsverbinding van de Leo Baekelandstraat naar de spoorwegbrug aan de Kloosterstraat. Het gloednieuwe fietspad werd vandaag plechtig geopend.
Het nieuwe stuk fietspad is een comfortabele 4 meter breed, met ernaast een voetpad van 2 meter. Het begint ter hoogte van de Leo Baekelandstraat en loopt tussen de groene berm van de A12 en de beek door. Ter hoogte van Schoonbroek steekt het de beek over en loopt het verder richting Kloosterstraat. Tussen de beek en het fietspad werd een veiligheidsstrook van een halve meter breed aangelegd.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “We zien in het noorden van Antwerpen een stijgend aantal fietsers, niet in het minst voor woon-werkverkeer, zowel richting stad als richting haven. Daar zijn we erg blij mee, want op die manier gaat de modal shift voor Antwerpen de goede kant op. Al die fietsers verdienen comfortabele en veilige fietsinfrastructuur, en dat is precies wat we hier in gebruik nemen.”
Het nieuwe fietspad maakt verbindingen voor fietsers en voetgangers aan de Leo Baekelandstraat, Groot Hagelkruis, Vier Kerkenstraat en Tweekronenstraat naar de Ekerse woonwijken, het basketbalveld en de hondenweide.
Districtsburgemeester Koen Palinckx: “Met de aanleg van dit deel van de fietsostrade langs de A12 realiseren we 1,5 km nieuw comfortabel fietspad en zet het district opnieuw een belangrijke stap in het volmaken van de ‘fietsring’. Ekeren komt zo meer en meer in beeld als fietsvriendelijk district.”
De F12 vertrekt aan de fietsostrade F14, ter hoogte van de Argentiniëlaan in Luchtbal. Via Ekeren, Antwerpen Haven, Berendrecht, Zandvliet, Stabroek, gaat het richting Bergen-Op-Zoom. Het grootste deel van deze fietsostrade is nu befietsbaar.
Bij de aanleg van het fietspad werden zoveel mogelijk bomen behouden, enerzijds als buffer voor de A12, anderzijds als speelbos voor kinderen. Er werden 19 opnieuw aangeplant, evenveel als er noodzakelijk gekapt moesten worden voor de werken. Dat zijn allemaal inheemse bomen, zoals zwarte els, walnoot en zomereik.
Verknoping
De schakel die nu klaar is, sluit aan op het bestaande fietspad langs Rozemaai naar de Ekersesteenweg. In de andere richting stopt het fietspad aan het AWV-project Verknoping Leugenberg/Verlegging Kloosterstraat. Dat project, het enige nog ontbrekende stuk in Ekeren, wordt binnen enkele jaren uitgevoerd.
(speech bij de feestelijke opening van de Krugerbrug als nieuwe fiets- en wandelverbinding tussen Hoboken-centrum en Blue Gate – persbericht onderaan)
Goeiemorgen,
Er zijn zo van die opening waarvan je weet: hier zitten de mensen écht op te wachten. Dit is zo’n opening.
Ik ben hier de afgelopen twee jaar enkele keren op werfbezoek geweest, en heb toen de vibe gevoeld die er hing rond die nieuwe Krugerbrug.
Het is dan ook een heel mooi project.
Een mooi project voor Hoboken – ik verwelkom de districtsburgemeester en de schepen voor openbare werken hier, Katelijne Toen en Carine Leys –
en een mooi project voor de Hobokenaren.
Onlangs schreef ik een stukje op mijn website onder de titel ‘Is Hoboken het meest fietsvriendelijke district aan het worden?’
Ik wil er geen wedstrijd van maken tussen onze 9 districtsburgemeesters. Als schepen voor mobiliteit zie ik alle districten even graag, maar als je ziet wat er hier in Hoboken allemaal gerealiseerd werd de laatste jaren, dan denk ik toch dat we hier een podiumkandidaat hebben.
De voorbije jaren kwamen er in Hoboken fietsstraten bij met de Fodderiestraat, de Antverpiastraat, de Vinkenveldstraat , de Walstraat. Ook de Walstraat is drie weken geleden afgewerkt als fietsstraat.
De werken om van de Karel Duboislaan, de Commandant Van Laethemstraat en de Salesianenlaan fietsstraat te maken starten dit jaar.
Het district kreeg er ook iets meer dan 3 KM vrijliggende fietspaden bij.
En het houdt niet op.
De Sint Bernardsesteenweg zal in 2024 1,9 km nieuw fietspad krijgen, en samen met de vernieuwing van de tramsporen zullen ook op de Antwerpsesteenweg nieuwe fietspaden gerealiseerd worden.
Eerder al kondigden we de omleidingsweg voor UMICORE aan, waar 1,7 km fietspad zal aangelegd worden rond de industriezone.
Districtsschepen Carine Leys merkte onlangs iets heel interessant op: de Hobokenaar kan voortaan zonder ook maar 1 verkeerslicht tegen te komen met de fiets van op de Kioskplaats naar het historisch hart van de stad. Dames en heren, moesten Nello & Patrasche nog leven, ze zouden voor hun dagelijkse tocht naar ’t stad langs de Krugerbrug komen.
Welk district kan dat zeggen?
Dank aan alle bruggenbouwers, voor en achter de schermen, ook dank aan EFRO – het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling – dat bijdroeg voor 1,2 miljoen euro – en ik wens vooral iedereen veel fiets- en wandelplezier.
—
PERSBERICHT
Kruger- en Zuidwegbrug geopend
De Kruger- en Zuidwegbrug werden officieel geopend als fiets- en wandelbruggen. Fietsers en voetgangers krijgen hiermee een nieuwe vlotte, veilige en comfortabele verbinding tussen het district Hoboken en het centrum van Antwerpen.
De eerste nieuwe fietsers- en voetgangersbrug, de Krugerbrug, gaat over de spoorlijn Antwerpen – Puurs en verbindt Hoboken-centrum met het natuurgebied Hobokense Polder, het industrieterrein Blue Gate Antwerp en verderop het stadscentrum. De Krugerbrug heeft een overspanning van meer dan 57 meter, een fietspad van twee meter breed in elke richting en een voetpad van twee meter breed, conform de vandaag gehanteerde normen voor fiets- en wandelverbindingen.
De tweede, kleinere brug is de Zuidwegbrug. Die takt ten zuiden van het spoor dwars aan op de Krugerbrug, en maakt over de Zuidweg de verbinding met het Jef van Lindenfietspad (F13) richting Hemiksem. Ze heeft een overspanning van 20 meter, en ook hier werd een fietspad van twee meter breedte in elke richting aangelegd.
Beide bruggen hebben zachte toegangshellingen voor een hedendaags fietscomfort. Vanaf nu kunnen fietsers dus vanop de Lageweg of de fietsostrade vlot en comfortabel doorrijden richting Schelde en Antwerpen-centrum.
Koen Kennis, schepen voor mobiliteit: “Voortaan is het mogelijk om vanuit het centrum van Hoboken zonder ook maar 1 verkeerslicht tegen te komen tot aan het centrum van de stad te fietsen en wandelen. Hoboken en ’t stad krijgen er met andere woorden een nieuwe volwaardige verbinding bij.”
Ontwerp en specificaties
De Krugerbrug gaat over de spoorweg en de Schroeilaan en weegt 155 ton. De Zuidwegbrug weegt 30 ton. Beide bruggen zijn gebouwd in cortenstaal, dat vooral bekend is omwille van de roestbruine kleur.
Het ontwerp werd gemaakt door studiebureau Ney, de omliggende wegenis werd ontworpen door ontwerpbureau Omgeving. Onderaan de brug plaatste het district Hoboken recent calisthenicstoestellen voor wie wil fitnessen in de openlucht. De directe omgeving van de brug werd ook sterk vergroend.
De afbraak van de oude Krugerbrug en de bouw van de twee nieuwe bruggen nam in totaal 340 werkdagen in beslag. Voor de bouw van deze nieuwe fietsers- en voetgangersbruggen trok stad Antwerpen 4,8 miljoen euro uit, waarvan bijna 1,25 miljoen euro steun van EFRO, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.
Historiek
In 2009 werd de Herenpolderbrug in gebruik genomen als een nieuwe verbinding maken tussen de Emiel Vloorsstraat en de Schroeilaan, met als doel Hoboken-centrum en de Lageweg te ontlasten. In 2016 besliste de stad om geen gemotoriseerd verkeer meer toe te laten op de nog behouden, verouderde Krugerbrug, omwille van veiligheidsredenen. Daarna werd de brug enkel als fiets- en voetgangersbrug gebruikt. Ze was echter in slechte staat en de hellingen en profileringen voldeden niet aan de gewenste fietsnormen. Daarom werd besloten om ze af te breken en te vervangen door een nieuwe.
Eind maart verstuurde het Antwerpse college van burgemeester en schepenen een collegiale brief (zie onderaan voor de volledige tekst) naar minister voor mobiliteit Lydia Peeters, in reactie op een beslissing van de minister om de dienstverlening van het veer tussen Het Steen en Linkeroever te halveren. Sinds 1 april vaart de overzet niet langer om het kwartier, maar om het half uur.
De brief van het stadsbestuur aan de minister laat aan duidelijkheid niets te wensen over, en verklankt de wens van de vele duizenden mensen – niet enkel Antwerpenaren – die dagelijks de veerdienst gebruiken.
De veerboot is een essentieel puzzelstuk geworden van de mobiliteit voor Antwerpen. Neem die weg – of halveer die zoals nu – en je creëert problemen, zoals tv-maker Tom Waes op Instagram terecht opmerkt. Tom Waes reageert daarmee zelf op een sociale media-campagne van de minister, die hij als ongepast ervaart.
De minister slaat de bal mis als ze stelt dat het gaat om een ‘extra’ veer. De gebruikers ervaren de veerdienst niet als een extraatje, maar als een noodzaak. De boodschap van de minister staat haaks staat op wat ze deze week zelf via sociale media verspreidt.
En als minister Peeters diezelfde bal probeert door te spelen naar de Vervoerregio dan schuift ze de verantwoordelijkheid van zich af. De collegiale brief zet wat dat betreft de puntjes op de ‘i’: Vlaanderen kent aan de vervoerregio’s geen budgetten toe voor Scheldekruisende initiatieven.
De stad vraagt heel duidelijk dat de veerdienst tussen Het Steen en Linkeroever behouden blijft met een gegarandeerde dienstverlening om het kwartier. Het is dàt of een groter verkeersinfarct rond Antwerpen.
—-
COLLEGIALE BRIEF
Mevrouw Lydia Peeters
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Graaf de Ferrarisgebouw
Koning Albert 11 laan 20
1000 Brussel
Geachte minister Peeters,
De stad Antwerpen ontving uw antwoord met betrekking tot de (niet) bestendiging van de capaciteit van de veerdienst tussen linker- en rechteroever in Antwerpen.
U verwijst naar de beslissingsbevoegdheid van de vervoerregioraden inzake het openbaar personenvervoer over water (hierna ‘PoW’), zeals bepaald in het decreet basisbereikbaarheid van 12 juni 2019. In dat decreet wordt verduidelijkt dat de vervoerregioraad het vervoer op maat bepaalt (art.a §1 3°) en beslist over het PoW (art.a §1 8°). Die bevoegdheid maakt deel uit van de algemene opdracht van alle Vlaamse vervoerregioraden om werk te maken van het voorbereiden, opmaken, opvolgen, evalueren en, in voorkomend geval, herzien van het regionaal mobiliteitsplan. De Vervoerregioraad Antwerpen is aan die opdracht tegemoet gekomen en heeft daarrond de nodige beslissingen genomen.
Het personenvervoer over water kreeg een volwaardige plaats binnen het regionaal mobiliteitsplan, het Routeplan 2030. De noden inzake PoW werden vervat in de nota personenvervoer over water. Die nota werd goedgekeurd door de Vervoerregioraad Antwerpen op 28 september 2022 en is het resultaat van een grondige voorbereiding vano.a. DMOW, MOK, Lantis, enz.
Art. 32/1 van het decreet basisbereikbaarheid verwijst naar het gegeven dat het PoW bestaat uit een vervoerslaag, namelijk het vervoer op maat. Het budget voor vervoer op maat (hierna ‘VoM’) is toegewezen aan de vervoerregioraden, uitgezonderd het budget voor het PoW. (Neta aan de Vlaamse Regering bij art. 3 van het BVR tot bepaling van de modaliteiten voor het organiseren van het openbaar personenvervoer over water; 2 september 2022).
Dat bleek uit de verdeling van de bijkomende middelen voor vervoer op maat, die u in juni 2020 hebt bekendgemaakt. Daarin werden de exploitatiebudgetten voor DeWaterbus en de Scheldekruisende veren niet mee opgenomen in het VoM-budget.
In de schoot van de Vervoerregioraad Antwerpen werd bijgevolg beslist (nota vervoer op maat van 3 februari 2021) om de toegekende budgetten toe te wijzen aan andere VoM oplossingen die broodnodig zijn om de modal shift te realiseren. De budgetbevoegdheid voor het PoW hoort nog steeds toe aan de Vlaamse Regering, zoals dat ender andere ook het geval is voor het bepalen van het tariefbeleid en de exploitatievoorwaarden (art. 35 decreet basisbereikbaarheid). De verwijzing naar VoM-budget voor deze kwestie is bijgevolg in strijd met uw eigen regelgeving en besluitvorming.
Daarnaast volgt de stad Antwerpen de argumentatie van het onderscheid tussen een ‘basisexploitatie’ en een ‘plus-exploitatie’ niet. Als de Vlaamse overheid stelt dat ze instaat voor de financiering van het veer, lijkt ons het redelijkerwijs logisch dat de Vlaamse overheid ook garant staat voor het voorzien in een voldoende kwalitatief aanbod. Als de Vlaamse overheid, bij wijze van vergelijking, een fietspad aanlegt met minimale maatvoering, kijkt het voor de meerkost van een wenselijke maatvoering ook niet naar de stad Antwerpen.
Tenslotte is het beheer, de organisatie en de exploitatie van het openbaar personenvervoer over water sinds 16 oktober 2020 de bevoegdheid van Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MOK) als unieke exploitant. Het is de verantwoordelijkheid van de exploitant om voorstellen te formuleren aan de vervoerregioraden (art. 3 van het voorgenoemd BVR). Vanuit de stad Antwerpen zullen we dan ook het Dagelijks Bestuur van de Vervoerregioraad Antwerpen vragen om het agentschap MDK uit te nodigen om een operationeel plan voor te leggen voor deze kwestie, zoals van hen verwacht mag warden conform de bepalingen in het BVR.
Om de actieve Scheldekruisende weggebruiker afdoende te faciliteren , is voor de stad Antwerpen het functioneren op basis van de initiële dienstregeling onvoldoende, gezien de reeds toegenomen en verder toenemende modal shift, zoals de stad Antwerpen reeds in haar vorig schrijven van 13 januari 2023 beargumenteerde.
De stad Antwerpen wenst dat de Vlaamse Overheid de nodige middelen blijft voorzien voor de exploitatie van een hoogkwalitatief veeraanbod. Om die reden verzoekt de stad Antwerpen dat u beslist om het nodige exploitatiebudget te voorzien om het huidige aanbod te behouden aangezien de budgetbevoegdheid voor het PoW toehoort aan de Vlaamse regering en het beheer, de organisatie en de exploitatie de bevoegdheid is van haar unieke exploitant MDK.
(toespraak bij de ingebruikname van de ‘Stadslijner’, een nieuwe tram voor Antwerpen. Persbericht: zie onderaan)
Met Johan Sauwens (voorzitter De Lijn), minister voor mobiliteit Lydia Peeters, Ann Schoubs (directeur-generaal De Lijn)
Goeiemorgen iedereen, welkom hier in stelplaats Deurne. Ik verwelkom ook deze nieuwe tramstellen in onze stad.
We kunnen ze immers gebruiken, die nieuwe trams.
Iedereen heeft de afgelopen dagen kunnen zien welke impact werken op de Antwerpse Ring hebben voor de stad, zelfs voor de ruime regio.
Tot in de Kempen, tot in het Waasland, tot in het havengebied stond het verkeer aan te schuiven.
Een Nederlander die op weg naar Frankrijk langs hier moet en een taalcursus opzet, spreekt vloeiend Frans als hij op z’n camping aankomt.
Die files kosten heel veel mensen heel veel tijd, dat kost de Vlaamse economie bakken geld. Oosterweel zal beterschap brengen, maar we moeten nog door een zware fase heen.
In de modal shift voor onze stad hebben we al veel bereikt. We zien meer fietsers, minder auto’s, we zien meer mensen overstappen van modi, we bouwen stap voor stap aan een nieuw vervoersmodel voor Antwerpen en de Antwerpse regio.
Het is geen geheim: wat betreft het openbaar vervoer moeten we echter nog een tandje bijsteken.
Dat is een nagel waarop ik zal blijven kloppen. (Bijna had ik gezegd: ‘nagel aan mijn doodskist’. )
Frequenter, betrouwbaarder, stipter openbaar vervoer dat ervoor zorgt dat top of mind wordt voor wie in Antwerpen moet zijn.
Vier punten wil ik aanstippen.
1. Nieuwe, ruime trams horen daarbij. Wat dat betreft is vandaag een heugelijke dag.
2. Wat we ook kunnen gebruiken zijn dubbelrichtingtrams, die zien we dubbel zo graag.
Goed dat er bij deze lading zulke dubbelrichtingtrams zitten. We gaan die inzetten, o.a. op lijn 12, tot aan de Oosterweelwerf naast het Sportpaleis.
En mevrouw Schoubs: als er in Gent dubbelrichting PCC’s aan de kant staan: we komen ze desnoods halen.
3. We moeten ook kijken naar de stelplaatsen: de huidige stelplaatsen staan overvol. Ik geef als voorbeeld de ruimte hier achter het depot. We zouden daar trams kunnen parkeren, alleen er liggen geen sporen. Laat ons de komende 3 jaar versneld extra rangeersporen aanleggen.
en
4. Onderhoud. Laat die oude PCC’s maar rijden, we hebben ze nodig. Voor ons moeten ze niet vervangen worden, we willen uitbreiden. Uiteraard moeten ze dan ook onderhouden kunnen worden.
En dan ben ik nu net zo benieuwd als jullie naar de naam die de Lijn bedacht heeft voor de nieuwe trams.
Als het aan mij lag, ik koos Diplodokus: een dinosaurus met een kleine kop, dicht bij de grond en een gigantisch lijf. Alleen is het uiteraard niet de bedoeling dat we hier lucht gaan vervoeren.
(toespraak op het dankmoment voor lokale besturen voor hun medewerking aan de lancering van het netwerk deelfietsen Donkey Republic in de Vervoerregio Antwerpen)
Goeiemorgen iedereen, in het bijzonder aan onze buitenlandse gasten,
a very warm welcome to our visitors from Danmark, Erdem, Chloé, Taco, Arnaud…
En ik begroet ook graag de burgemeester van Beveren, Marc van de Vijver, dank voor de gastvrijheid in dit prachtige gemeentehuis.
Dames en heren, op 9 augustus lanceerden Lantis, Donkey Republic en de Vervoerregio Antwerpen de uitrol van een netwerk deelfietsen op grote schaal.
Een schaal nog niet vertoond in Vlaanderen, in België, en als ik het team van Donkey mag geloven, niet eens in Europa.
32 steden en gemeenten nemen deel, een fijnmazig netwerk van meer dan 2000 fietsen wordt gesponnen.
Vandaag ronden we de eerste fase van die uitrol af. Een logistiek huzarenstuk, en ik wil iedereen die er zijn schouders mee onder gezet heeft van harte bedanken.
Als ik zie hoe dit project zich langzaam maar zeker als een olievlek over de regio verspreidt, tot zelfs over provinciegrenzen heen, dan denk ik dat iedereen heel trots mag zijn.
En ik denk nog niets anders…
Dit is de modal shift voor de Antwerpse regio in de praktijk gebracht.
Dames en heren, het is geen toeval dat we hier in Beveren staan. Ook hier in het Waasland is een groot stuk van het woon-werkverkeer in overgrote mate gericht op de Antwerpse haven en stad. Ook hier voelen ze de aantrekkingskracht van de metropool. Ook hier kennen ze de mobiliteitsproblemen van Antwerpen.
Ook hier is het besef doorgedrongen dat de modal shift niet start of eindigt bij een gemeentegrens, niet bij een provinciegrens.
Ik weet wel dat het werken aan een modal shift begint bij samenwerking, over grenzen heen, over instanties heen. Alle neuzen moeten in dezelfde richting staan.
Als voorzitter van de Vervoerregio Antwerpen zag ik het enthousiasme van onze lokale besturen, velen hier vertegenwoordigd, om in te stappen in dit deelfietsennetwerk.
Ik ben ook blij met de interesse van de bedrijvenparken Blue Gate in Antwerpen en het Wetenschapspark in Niel. Ook zij tekenden in.
Als schepen merkte ik de gretigheid waarmee onze districten Ekeren en Berendrecht-Zandvliet-Lillo het netwerk omarmden. Zij hadden immers nog geen deelmobiliteit op hun grondgebied.
Samen vormen deze steden en gemeenten, deze bedrijven het economische kloppend hart van Vlaanderen en België. Logisch dat we hen bereikbaar en leefbaar willen houden.
De Antwerpse Vervoerregio pioniert hier op grote schaal. Onze ervaringen willen ze zeker delen met andere vervoerregio’s, van wie een aantal al signaleerden dat ze eens over het muurtje willen komen kijken.
Samenwerking loont, dat bewijst dit project bij uitstek.
(verwelkoming CEO-event Slim naar Antwerpen in de kantoren van NOKIA aan de Copernicuslaan in Antwerpen)
Beste mensen allemaal,
Welkom hier op het CEO-event van Slim naar Antwerpen. Een mooie traditie, slechts onderbroken door een virus dat we hier niet meer bij naam gaan noemen.
Fijn om te merken dat jullie weer in grote getale aanwezig zijn.
Dit is de 5de editie, een lustrum-editie dus. Ik wil van de gelegenheid het team van SnA bedanken. Ik denk dat dit event bewijst dat hun impact groeit, en dat er geen sleet op hun formule zit.
Antwerpen krijgt internationaal trouwens steeds meer erkenning als een stad die verfrissend, creatief en innovatief met mobiliteitsproblemen omgaat. Een beetje out of the box misschien, maar zo zijn we nu eenmaal: ‘A-typisch’ Antwerpen.
En nu we toch bloemetjes aan het uitdelen zijn…
Dank aan onze gastheer, Nokia, om ons hier in perfecte omstandigheden te ontvangen. Nokia, een partner van SnA, kortom; een slim bedrijf.
Een slim bedrijf netwerkt, een werkwoord dat wat mij betreft actueler en relevanter is dan ooit. Ik netwerk, jij netwerkt, wij netwerken.
Dat is precies wat we hier vandaag gaan doen: netwerken.
De stad Antwerpen is daarbij de facilitator, het platform, de potgrond.
Reeds meer dan 130 werkgevers uit het Antwerpse sloten zich aan bij het SnA-netwerk, een community die ongeveer 70.000 werknemers vertegenwoordigt.
Dat zijn 3 Sportpaleizen + de Lotto Arena vol.
En het is een groeiend netwerk. Sinds 2020 verwelkomden we alweer grote namen. Moet ik ze allemaal opsommen?
Rhenus, het 11de Bataljon Artillerie; Basis: TVM Belgium, Rebel, BDO, Toneelhuis, ACV-Transcom, WeAreOneWorld, Altrad Services, Cronos, AZ Monica; Basis: Pelckmans uitgevers, BMB Bouwmaterialen, Witteveen & Bos, BAM Belgium, Dolmans Landscaping Sevices, De Touter, DEME, Uitgebreid: Basis: Unizo, Sint-Eduardusinstituut, Pleegzorg Provincie Antwerpen, Saxo Bank, Aquafin, Antwerp Maritime Academy
SnA wordt trouwens steeds slimmer. We werken niet alleen op de modal shift. Voortschrijdend inzicht maakt dat we nu ook werken op een Flex Shift, en een Smart Shift . Onze routeplanner is ongeëvenaard.
Het programma voor vanmiddag ziet er veelbelovend uit, met inspirerende onderwerpen, en sprekers om naar uit te kijken.
Onze gastheer Nokia trakteert ons op hun aanpak voor een groener, gezonder en flexibeler mobiliteitsplan (CEO Emmanuelle Pierrard en HR Manager Sabrina Marien zullen het woord voeren)
Daarna staan op de planning een aantal interessante panelgesprekken, waar ik een rode draad in herken: de actualiteit. Thuiswerken, telewerken, woon/werkverkeer, Oosterweel, slim werkgeverschap in tijden van crisis, ….
Kortom, heel wat te vertellen, heel wat op te steken van elkaar.
(toespraak bij de start van het Antwerpse luik van de campagne ‘De strafste ploeg’, waarin werkzoekenden opgeroepen wordt voor Infrabel te gaan werken)
Goeiemorgen iedereen, in het bijzonder aan de heer Benoit Gilson, CEO Infrabel, welkom in Antwerpen,
Dames en heren,
In feite sta ik hier uit eigenbelang.
Ik ben schepen voor mobiliteit. Samen met onze medewerkers werk ik elke dag samen om onze stad bereikbaar en leefbaar te houden.
Dat is in een stad als Antwerpen, met heel wat mobiliteitsuitdagingen, geen sinecure.
Maar ons doel is duidelijk: een 50/50-modal shift voor Antwerpen en de omliggende regio.
De laatste jaren zagen we al een grote toename in het aantal fietsers in onze stad, zowel recreatief als voor woon-werkverkeer. Voor hen investeren we stevig in veilige en comfortabele fietspaden en fietsverbindingen.
Maar meer is nodig om die modal shift te bereiken en te verankeren.
De rol van het openbaar vervoer is daarbij 1 van de bouwstenen.
Ook het spoorvervoer.
En dan denk ik zowel aan vervoer van goederen als van passagiers.
Vervoer over spoor moet en zal deel uitmaken van de multimodale mix in Antwerpen.
Ik wil het kort houden, en zal daarom 2 zaken toelichten die het belang van het spoor voor de mobiliteit in Antwerpen aantonen. 1: vervoer van goederen.
Stedelijke logistiek is een zeer actueel aandachtspunt in alle mobiliteitsdebatten. Dat is zeker zo in een havenstad als Antwerpen. Een nieuwe spoorontsluiting van de haven is belangrijk om vrachtwagens van de weg te houden – u weet wel, de vrachtwagens waar u tussen staat als u vast zit op de Ring.
2: passagiersvervoer.
Ik verwijs naar wat ins bestuursakkoord staat.
De voorstadsbediening per trein, zeker over de Schelde, is voor ons zeer belangrijk. De verhoogde treinverbinding richting Zuidrand en Puurs resulteerde meteen in een forse toename van het aantal reizigers.
De omliggende stations moeten verder uitgebouwd worden tot multimodale hubs.
We werken ook graag samen met de NMBS en Infrabel aan de uitrol van fietsostrades van en naar Antwerpen.
En tenslotte: het is geen geheim dat we graag een EUROSTAR-halte in het Centraal Station willen.
En daarmee keer ik graag terug naar de oproep van Infrabel en de VDAB: wie komt werken bij de strafste ploeg, komt werken aan de toekomst van Antwerpen.
Ik eindig dus zoals ik begonnen ben: welkom in Antwerpen.
Vierde aanbieder van commerciële deelwagens voor stad
De erkenningsaanvraag van de commerciële autodeelorganisatie Miles Mobility is goedgekeurd door stad Antwerpen. De deelwagens zullen er later dit jaar neerstrijken.
Miles Mobility is een autodeelbedrijf dat in 2017 startte in Berlijn en ondertussen de grootste Duitse aanbieder van autodelen is geworden. Ze willen graag uitbreiden naar België en bieden sinds vandaag deelwagens aan in Gent. Later dit jaar, zodra er voldoende voertuigen beschikbaar zijn, zullen ze ook uitbreiden naar Antwerpen en Brussel.
Gebruik
Miles Mobility rekent een prijs per gereden kilometer, in plaats van per minuut, om tijdsdruk bij bestuurders te voorkomen. Ook alternatieve formules zijn mogelijk, zoals uur- en dagtarieven. Zodra de uitbreiding naar Antwerpen en Brussel is afgerond kunnen ook city-to-city trips plaatsvinden: enkele reizen van de ene stad naar de andere.
Deze nieuwe vloot deelwagens vormt een uitbreiding op de reeds bestaande autodeelsystemen in Antwerpen, met als andere commerciële aanbieders Cambio, Poppy en GreenMobility. Sinds 2017 is dit aanbod fors toegenomen in de stad. Een groter aanbod aan deelauto’s werd steevast gevolgd door een hoger aantal gebruikers. Momenteel zijn er 752 commerciële deelwagens met 47.348 gebruikers in Antwerpen.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Welkom Miles Mobility! Elke deelwagen haalt particuliere wagens van de weg, en dat is dus een goede zaak. Ze zijn ondertussen een vertrouwd beeld in Antwerpen, zeker voor jongeren, van wie we vaststellen dat de aankoop van een eigen wagen minder vanzelfsprekend is geworden. Op die manier spelen ze ook een rol in de modal shift in onze stad.”
(tekst uitgesproken op de ondertekening van het Charter Fietsbeleid Polder en Noorderkempen)
De fiets verdient absoluut een prominente plek op de openbare weg. Met name de komst van de elektrische fiets, de speed pedelec, nieuwe accenten in het mobiliteitsbeleid van bedrijven en recent aangelegde fietsinfrastructuren hebben die ontwikkelingen versneld.
Ook de huidige energiecrisis en de dure brandstofprijzen doen ons nu en zeker en vast in de toekomst meer en meer naar de fiets grijpen. Om het grote fietspotentieel in woon-werkverkeer in en rond de haven aan te boren, te blijven aanmoedigen en het fietsaandeel in de modal split op korte termijn sterk te vergroten en zo de belangrijkste economische draaischijf van Vlaanderen bereikbaar en veilig te houden én te versterken, zijn er nog veel werkpunten
In 2021 lanceerden de bedrijven Evonik en BASF samen met het district Berendrecht – Zandvliet – Lillo, de lokale besturen van de gemeenten Woensdrecht, Essen, Kalmthout, Wuustwezel, Stabroek, het idee om samen met de provincie Antwerpen, Port of Antwerp-Bruges en werkgeversorganisatie Voka – Kamer van Koophandel Antwerpen-Waasland – de krachten te bundelen voor meer duurzaam woon-werk(school)verkeer in de noordelijke regio van de provincie Antwerpen, met focus op de fiets.
Om deze samenwerking tussen industriële ondernemers en lokale besturen kracht bij te zetten, ondertekenen we vandaag het charter “Fietsbeleid Polder en Noorderkempen” waarin we ons engageren om samen de fiets- en verkeersveiligheid integraal aan te pakken voor zowel de werknemers in de haven als voor de inwoners rond het havengebied.
We gaan met dit charter SAMEN, met alle ondertekenaars, een lange termijn engagement aan om de fiets- en verkeersveiligheid in het noorden van Antwerpen in het kader van woon-werk(school)verkeer en dagelijkse verplaatsingen te verbeteren, en we streven naar ‘0’ ongevallen… want elk ongeval is er één teveel!
Dit engagement houdt in dat wij als initiatiefnemers, over de gemeentegrenzen en zelfs landsgrenzen heen, ons zullen inzetten op de 5 pijlers van de verkeersveiligheid.
Voor de pijler ‘beleid en organisatie’ is het ondertekenen van dit charter een eerste concrete actie. Dit charter betekent een startschot om na te gaan welke bijdragen de partners samen kunnen leveren aan de uitwerking van concrete acties voor de overige pijlers: ‘educatie en communicatie’, ‘infrastructuur’, ‘handhaving’ en ‘monitoring en evaluatie’.
Via samenwerking en afstemming kunnen we immers meer bereiken.
W zijn allen ervan overtuigd dat doordacht investeren in fietsbeleid bijdraagt aan een betere bereikbaarheid en daarmee aan de economische slagkracht van onze regio, aan een verhoogde verkeersveiligheid, en een positieve impuls geeft aan het welzijn en de gezondheid van werknemers.
Door bij te dragen aan de modal shift helpen investeringen in fietsbeleid eveneens bij het behalen van de klimaatdoelstellingen.
(toespraak bij start van netwerk elektrische deelfietsen van Donkey Republic in de Vervoerregio Antwerpen – persbericht zie onderaan)
Met Erdem Ovacik, CEO van Donkey Republic (locatie: Zoo Antwerpen).
Goeiemorgen iedereen, zeker aan mevrouw de minister, en aan alle vertegenwoordigers van de lokale besturen in de Antwerpse Vervoerregio, hier aanwezig,
and a warm welcome especially to our visitors from Denmark,
Dames en heren, ladies and gentlemen,
Just last month we witnessed a succesful Danish-Flemish collaboration. By combining their talent, their skills and forces, Wout van Aert and Jonas Vingegaard dominated the Tour de France. Wout the green jersey, Jonas the yellow jersey.
Today we are launching a new Flemish – Danish collaboration. Een Vlaams-Deense tandem, met Lantis en de Antwerpse Vervoerregio, op een fiets van Donkey Republic.
De uitdaging is groot: de modal shift die we in de stad zien, uitbreiden naar de regio.
Enkele cijfers over die regio:
1,1 miljoen inwoners
duizenden grote, middelgrote en kleine bedrijven
32 steden en gemeenten
en een aantal steden en gemeenten in de rand die zich aansluiten
Samen vormen deze steden, gemeenten en bedrijven de economische motor van Vlaanderen en België.
Om die reden is het essentieel dat we regio bereikbaar en leefbaar houden.
De Antwerpse Vervoerregio wil bewijzen dat bereikbaarheid en leefbaarheid geen communicerende vaten zijn. Integendeel: ze versterken elkaar. Een bereikbare regio is een regio waar het goed leven is. Een bereikbare regio is een regio waar het goed investeren is. Deze regio heeft meer mobiliteit nodig, niet minder.
Dames en heren, vandaag leggen we een belangrijk stuk in de puzzel van de mobiliteit in de Antwerpse regio.
Als ik zeg ‘we’, dan heb ik het over het team van Lantis en de vertegenwoordigers van de lokale besturen, beiden hier aanwezig.
Ik wil hen bedanken voor de samenwerking, die maakt dat we dit project van de grond krijgen, en die maakt dat de Vervoerregio Antwerpen voorop loopt in Vlaanderen. Of moet ik zeggen: voorop fietst?
In het kader van het Routeplan 2030 werkt die regio aan een ambitieuze modal shift.
Die modal shift is er reeds in de stad, en die willen we nu ook gerealiseerd zien in de regio. Dit e-bikenetwerk zal pas echt renderen als het kan rekenen op voldoende infrastructuur. Om die reden doe ik hier graag een oproep richting minister om de engagementen aangegaan in het kader van het Fietsfonds te honoreren.
Aan het enthousiasme van de lokale besturen in onze Vervoerregio zal het niet liggen.
Als ik zie hoe massaal zij intekenen op dit project, dan weet ik dat zij modal shift onderschrijven. De baseline van het Routeplan 2030 is niet toevallig ‘Samen vooruit’.
Met Velo heeft de stad Antwerpen al bewezen een performant deelsysteem te kunnen ontplooien. Ook dat netwerk hebben we stapsgewijs uitgerold, elke dag maken duizenden fietsers in stad en districten daarvan gebruik. Met deze samenwerking ambiëren we hetzelfde op grotere schaal.
Mevrouw de minister, laat Antwerpen en de Antwerpse Vervoerregio gerust de Wout Van Aert onder de Vervoerregio’s zijn. De andere Vervoerregio’s mogen zich gerust in ons wiel zetten.
PERSBERICHT
Nieuw elektrisch deelfietsensysteem van start in Vervoerregio Antwerpen
Basisnetwerk van 1650 elektrische fietsen in 32 gemeenten
Uitbreiding mogelijk op individuele vraag van bedrijven, organisaties of gemeenten
Vanaf vandaag kan je in Antwerpen op een Lydia, een Koen of een Erdem fietsen. Dat zijn de namen van de eerste drie elektrische deelfietsen van Donkey Republic die vandaag officieel werden voorgesteld door Vlaams Minister van Mobiliteit Lydia Peeters, Koen Kennis, voorzitter van de Vervoerregio Antwerpen en Erdem Ovacik, CEO van Donkey Republic. De officiële voorstelling betekent meteen ook de aftrap van de uitrol van dit gloednieuwe deelfietsensysteem waarbij 1.650 deelfietsen zullen verspreid worden over 32 Antwerpse en enkele Wase gemeenten. Als alles volgens plan verloopt, zullen in november de laatste fietsen worden geplaatst in Sint-Niklaas.
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Lydia Peeters: “De elektrische deelfietsen van Donkey Republic zullen een belangrijk aandeel hebben in de realisatie van de modal shift richting duurzame verplaatsingen. De (elektrische) fiets is voor steeds meer mensen een valabel alternatief voor de auto omdat langere afstanden haalbaar worden. Maar uiteraard blijft het ook nodig om te investeren in veilige en comfortabel infrastructuur en dat doen we ook met Vlaanderen: deze legislatuur investeren we meer dan een miljard in fietsinfrastructuur.”
Van Velo tot Donkey
De stad Antwerpen en de districten kennen al sinds jaren het Velo-systeem dat bijzonder succesvol stadsfietsen aanbiedt op 305 stations. De Velo’s lenen zich perfect voor korte verplaatsingen binnen de stad. Ook in de ruime regio rond Antwerpen is er potentieel voor een systeem van deelfietsen. Voor bijvoorbeeld een verdere verplaatsing richting de stad, maar ook voor je dagelijkse woon-werkverkeer in combinatie met het openbaar vervoer. Alleen zijn elektrische fietsen gezien de vaak langere afstanden voor deze verplaatsingen comfortabeler, sneller en dus aantrekkelijker. In 2020 plaatste Lantis daarom een oproep op de Europese markt naar aanbieders van systemen voor elektrische deelfietsen.
Het Deense Donkey Republic, dat in ons land al actief is in Gent en Kortrijk, won uiteindelijk het pleit. De opdracht die Lantis aan Donkey Republic gaf, gaat in de eerste plaats over de uitrol van een basisnetwerk, goed voor 1.650 elektrische deelfietsen voor de ganse regio, en dit voor een periode van minstens 10 jaar. Afhankelijk van de interesse vanuit de verschillende gemeenten uit de Vervoerregio kan het basisnetwerk verder aangevuld worden. Gemeenten, bedrijven of organisaties krijgen namelijk de mogelijkheid om het basisnetwerk, op hun vraag, verder uit te breiden met gewone en/of elektrische deelfietsen.
Koen Kennis, voorzitter Vervoerregio Antwerpen: ‘Wat hier vandaag voorgesteld wordt, is de vrucht van een lange en intensieve samenwerking en gedeelde ambities over 32 steden en gemeenten heen. De Vervoerregio Antwerpen wil een modal shift op grote schaal realiseren, in een gebied met 1,1 miljoen inwoners. Dat is ongezien in Vlaanderen. Ik ben ervan overtuigd dat andere vervoerregio’s van onze ervaringen zullen kunnen leren.’
Erdem Ovacik:“Donkey Republic is excited to expand to Antwerp, for the special project of regional bike sharing. It is the first of its kind that we know about, where bike sharing is taken to a regional level. We hope to create a comfortable, enjoyable and affordable ride with the Donkey e-bikes for all citizens in the region. Our e-bikes have a long range and are designed for durability and comfort. Our app and pricing are designed to make sure we can cater for different types of transport needs.”