De stad Antwerpen en het Gemeentelijk Havenbedrijf maken 350 miljoen euro vrij om de leefbaarheid en mobiliteit van de Antwerpse regio te maximaliseren en te garanderen. Daarvoor worden de bijdragen van stad en haven voor de realisatie van de Oosterweelverbinding geheroriënteerd.
Het vorige Antwerpse stadsbestuur en de voormalige Vlaamse regering beslisten bij de wijziging van brug naar tunnel dat de stad Antwerpen en de haven 350,3 miljoen euro zouden bijdragen; 172,8 miljoen door het Gemeentelijke Havenbedrijf Antwerpen en 177,5 miljoen door de stad Antwerpen. In het verleden werd deze bijdrage gekoppeld aan enkele concrete investeringen. Op het Politiek Stuurcomité van 2 maart werd beslist dat de middelen geheroriënteerd werden naar leefbaarheids- en mobiliteitsmaatregelen. Vandaag beslisten de partners welke principes de basis vormen voor nieuwe overeenkomsten.
Stad en haven lichten 100 miljoen euro uit deze 350,3 miljoen euro om te investeren in snelle, flankerende initiatieven in het kader van de grootschalige werken in de Antwerpse regio. De overige 250,3 miljoen euro wordt ter beschikking gesteld van de intendant voor een overkapping van de Antwerpse Ring/R1.
Investeringen in leefbaarheid en mobiliteit
De komende tien jaar staat Antwerpen voor verschillende grootschalige werken met impact op zowel het hoofdwegennet als het onderliggende wegennet. Een breed flankerend beleid is cruciaal om de hinder hiervan op te vangen en de bereikbaarheid van de Antwerpse regio tussen 2015 en 2022 te waarborgen.
Hiervoor zijn investeringen nodig in enerzijds ‘harde’ flankerende maatregelen – zoals conflictvrije kruisingen voor kwetsbare weggebruikers, fietspaden en overdekte fietsenstallingen – en anderzijds in ‘zachte’ flankerende maatregelen die inzetten op slimme mobiliteit zoals webapplicaties en parkeergeleiding. Voor deze flankerende maatregelen voorzien stad en haven 100 miljoen euro.
Slim naar Antwerpen
Een speciaal team staat in voor de bereikbaarheidscommunicatie voor het geheel van de Antwerpse regio, onder de noemer ‘Slim naar Antwerpen’. Dit team coördineert de communicatie omtrent de bereikbaarheid voor grote bedrijven en grote publiekstrekkende organisaties in de Antwerpse regio, en coördineert flankerende maatregelen zoals trajectbegeleiding en intelligente sturing van vrachtverkeer, parkeergeleiding ter versterking van het gebruik van de diverse P&R’s en een betere bereikbaarheid van de haven voor werknemers door aangepaste multimodale ontsluiting.
Overkappen en benutten van stedelijke ruimtelijke kwaliteit
Hoewel de Oosterweelverbinding een positief effect zal hebben op het verkeer op de R1, blijft de impact van dit verkeer op de omliggende stadskernen reëel, en is er tevens een sterke behoefte aan nieuwe stedelijke ruimte. Om hieraan tegemoet te komen zullen aanzienlijke publieke investeringen nodig zijn, zoals bijvoorbeeld voor een overkapping en een gebiedsgerichte stedelijke vernieuwing.
De stad Antwerpen en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen voorzien 250,3 miljoen euro voor noodzakelijke werken met het oog op een overkapping. De verkeersinfrastructuur wordt bij een overkapping ingetunneld, waarbij de civieltechnische constructies (wanden, dak) aangevuld worden met tunneltechnische installaties en veiligheidsvoorzieningen zoals signalisatie, ventilatie, evacuatie enzovoort.
Een eerste reeks investeringen bouwt verder op de mogelijkheden die de Oosterweelverbinding aanbiedt, en is afhankelijk van de resultaten van het proces dat onder leiding van de intendant voor dit gebied zal worden doorlopen. Bij wijze van voorbeeld zijn dit onder meer :
- de inrichting en afwerking van de overkapping en de onmiddellijke omgeving aan de wijk Dam en Lobroekdok
- het doortrekken van de IJzerlaanfietsbrug over de Slachthuislaan
- de uitbreiding van het Laaglandenpark (Merksem)
- de publieke inrichting ten behoeve van de Ecowijk (Merksem)
Een tweede reeks investeringen is gericht op de realisatie van bijkomende overkappingen als opstap naar een overkapping van de volledige R1. Onder leiding van een intendant zullen de prioritaire gebieden bepaald worden waar bijkomende overkappingen de grootste meerwaarde bieden. Vervolgens zal voor deze gebieden een ruimtelijk masterplan worden opgesteld en wordt het traject naar realisatie (vergunningen, aanbesteding) opgestart. Het is van belang dat de intendant van bij de start op de hoogte is van het budget aan publieke middelen dat voor deze realisaties nu reeds beschikbaar is.
Koen Kennis, schepen voor Mobiliteit en Financiën: ‘Deze middelen ondersteunen de noodzakelijke evolutie naar een nieuw en duurzaam evenwicht tussen grote en noodzakelijke verkeersinfrastructuur enerzijds en een leefbare stedelijke omgeving anderzijds.’