(toespraak bij de bloemenhulde aan het graf van schrijver Lode Zielens op het Schoonselhof in Antwerpen, ter gelegenheid van de Vlaamse feestdag. Tekst van Mathias Danneels en Dirk Vermeiren)
Geachte Dames en Heren, beste Vlaamse vrienden en vriendinnen,
Allen van harte welkom op deze bijzondere feestdag, het Feest van de Vlaamse Gemeenschap. Bij het begin van deze korte toespraak dien ik u de hartelijkste en Vlaamse groeten over te brengen van onze Antwerpse burgemeester Bart De Wever. Hij neemt dezer dagen deel aan de World Cities Summit in het verre Colombia. Een gerespecteerde en invloedrijke bijeenkomst van burgemeesters, ondernemers, beleidsmakers en academici uit alle windstreken van de wijde wereld. Er wordt van gedachten en ideeën gewisseld over de toekomst van de stad, de polis van de 21ste eeuw. Een objectief, een wervend thema dat Antwerpen als gegoten zit. Vlaanderens grootste en belangrijkste stad Antwerpen is in goede handen, en wordt klaar gestoomd om ook in de 21ste eeuw een leidende & inspirerende voortrekkersrol te spelen.
Die voortrekkersrol neemt Antwerpen al op sinds de Gouden Eeuw. In Vlaanderen, België, Europa en in de wereld. En dat willen wij Antwerpenaren blijven doen. Enthousiast, innovatief, gedreven en met vertrouwen in een voorspoedige toekomst die meer welvaart, welzijn en beterschap belooft.
***
Het is een goed en waardig gebruik om 11 juli – sinds 1973 het Feest van de Vlaamse Gemeenschap – niet te versmallen tot een vrije dag of een dag vol toeters, bellen en – wie weet – een polonaise.
*
Het Feest van de Vlaamse Gemeenschap is bij uitstek een momentum om samen aandachtig stil te staan bij de rijke geschiedenis van onze Vlaamse (volks) Gemeenschap
- haar historische overwinningen
- haar maatschappelijk-economische rijkdom
- haar culturele ontvoogding en emancipatie
Het is jammer dat een goed geheugen veel Vlamingen in de steek laat. Velen van ons zijn vergeten dat Vlaanderen op goed 100 jaar tijd van een volk van verknechte aardappelrooiers en schamele keuterboeren de derde best presterende regio van Europa is geworden. Een prestatie die weinigen ons hebben voorgedaan. Een prestatie waar we trots en fier mogen – en moeten – op zijn.
***
Deze plek, deze indrukwekkende dodenakker Schoonselhof, verplicht en dwingt ons ook tot gepaste nederigheid. Hier, onder het groene lover en tussen de monumentale graven van het Schoonselhof worden we herinnerd aan wie ons is voor gegaan. Aan diegenen die Antwerpen en Vlaanderen vorm hebben gegeven. Politiek, sociaal, economisch en cultureel.
*
Onze aandacht mag zich evenwel niet beperken tot de ronkende namen die op het ereperk. Deze ochtend worden wij ook omringd door moeders en vaders, dochters en zonen, zakenlui en onderwijzers, soldaten en dokwerkers.
*
Allen hebben zij, elk op hun manier bijgedragen tot het verhaal van de stad Antwerpen en het Vlaanderen dat wij vandaag ons huis, onze thuis mogen noemen.
***
Dames en Heren,
Wij zijn vandaag bijeen rond het graf van Lode Zielens. Een volbloed Antwerpse schrijver die in de canon van de Vlaamse letteren een heel aparte plaats bekleedt. Het siert onze stad en bij uitbreiding de provincie Antwerpen dat Lode Zielens niet uit ons collectieve geheugen is gewist. Op Linkeroever, in Wommelgem en Rumst is een straat/een laan naar hem genoemd. Een Brugse openbare bibliotheek kreeg de doopnaam Lode Zielens. Boven de pui zijn geboortehuis in de Antwerpse Pompstraat herinnert een naambord aan de plek waar zijn wieg heeft gestaan. Op het pleintje voor de Sint-Andrieskerk staat een beeld dat Moeder Netje heet.
*
Zij is de moeder uit het sleutelwerk in Zielens’ rijke en gevarieerde oeuvre: ‘Moeder waarom leven wij?’. Een in 1932 verschenen roman, een roman uit het leven gegrepen. Ver weg van de plattelandse romantiek van Claes, Streuvels en Timmermans. Natuurlijk blijven deze grote drie hun plek in de literaire geschiedenis van Vlaanderen verdienen. Maar Zielens komt de eer toe een doorleefde, naturalistische zedenschets te hebben geborsteld van het leven in de grote stad, de grote stad Antwerpen. Voor sommigen een onweerstaanbare magneet. Voor anderen een verderfelijk oord van hel en verdoemenis.
*
Anno 1993 bewerkte de Vlaamse Televisie Maatschappij ‘Moeder waarom leven wij?’ tot een prestigieuze dramareeks. Els Dottermans, Hilde Van Mieghem, wijlen Dora van der Groen en Jan Decleir – ik beperk me tot de Antwerpse toppers – kluisterden Vlaanderen aan het scherm. Het werk, de ziel, de taal en het engagement van Lode Zielens bleek nog altijd springlevend. Terecht, volkomen terecht.
***
Dames en Heren,
Lode Zielens was een kind van het Sint-Andrieskwartier. Vandaag een gegeerde buurt tussen het historische centrum en het hippe Zuid en – straks – Nieuw Zuid. Nu is het een proefterrein voor innovatie, ons stedelijk laboratorium voor Antwerpen als ‘smart city’.
Maar toen Lode Zielens anno 1901 werd geboren was Sint-Andries een parochie van miserie. Zoals er in die dagen wel meer parochies in Antwerpen waren. Krothuizen. Bordelen. Kroegen waar meer jenever werd gedronken dan goed is voor een mens. Vechtpartijen. Rondvliegend serviesgoed. En overal ‘kinders’. Van voorbehoedsmiddelen of de pil had nog niemand gehoord. Vijf, acht of meer ‘koters’ per gezin was de norm. Velen groeiden op voor galg en rad. Anderen vonden de weg naar een goeie baan in de haven. Nog anderen zagen hun kans schoon om aan de socio-culturele predestinatie te ontsnappen. Van ‘parochie van miserie’ naar ‘smart city’; ik vind het een mooi beeld om vandaag op te roepen op deze feestdag, om aan te tonen welke weg Vlaanderen heeft afgelegd.
***
Lode Zielens was één van de mensen die begeesterd werd door de idealen van de Vlaamse Beweging die na de Eerste Wereldoorlog een hele generatie aanstormende intellectuelen en kunstenaars zou inspireren. Wereld Oorlog I mocht dan veel dromen en mensenlevens hebben kapot gemaakt, vier jaar ontbering, bloed, dood en ellende waren de motor en het voedsel van het pacifisme, de militaire ontwapening en de internationale broederschap.
NOOIT MEER OORLOG.
*
Toch zou Lode Zielens nooit of te nimmer zijn bescheiden komaf verloochenen. Integendeel. Hij was een van de eerste Vlaamse schrijvers die met empathisch mededogen naar het geploeter en gescharrel van de kleinste mensen keek. Hij oordeelde, noch veroordeelde. Hij keek. Hij keek nog eens. En schreef natuurgetrouw op wat hij zag. Zielens bleef deel uitmaken van zijn land van herkomst: Sint-Andries. Hij las veel, en vond zijn weg naar de krant, de socialistische en (toen althans) Vlaams voelende Volksgazet. Het woord entertainment bestond nog niet. Volksverheffing was het grote, inspirerende ideaal. Lode Zielens sprak in Antwerpen en ver daarbuiten voor volle zalen en Volkshuizen.
*
Tijdens het interbellum gold zijn werk als baanbrekend en vernieuwend. Marnix Gijsen en Willem Elsschot schreven Lode Zielens het pantheon van de Vlaamse letteren in.
*
Maar Lode Zielens bleef bij de les, bij de praktijk, bij het leven van elke dag.
Met lede ogen moest hij toezien hoe fascisme, nazisme en Jodenhaat vanaf 1935 overal in Europa opflakkerden. Met lede ogen moest hij toezien hoe een deel van de Vlaamse Beweging in de collaboratie sukkelde.
*
Lode Zielens heeft na de Tweede Wereldoorlog van de herwonnen vrijheid en nieuwe vergezichten niet meer mogen proeven. Hij werd op 28 november 1944 door een vliegbom op Antwerpen geraakt. Hij stond te wachten op de tram. De romantitel ‘Moeder waarom leven wij?’ krijgt er een wrange, onderliggende betekenis door.
Dames en Heren,
Leven en werk van Lode Zielens ademen empathie, strijdlust, solidariteit, vooruitgangsgeloof en broederschap.
Ook en vooral met de allerkleinsten, de zwaksten, de vertrappelden, de radelozen.
*
Woorden die in onze haastige, niet zelden oppervlakkige en narcistische tijd aan betekenis hebben ingeboet.
Daarom is het goed en zinvol op deze plek, op dit Feest van de Vlaamse Gemeenschap te herinneren aan de literaire, morele en maatschappelijke erfenis van Lode Zielens.
- Kind van het Sint-Andrieskwartier.
- Een grote Antwerpenaar.
Ik dank u.