(toespraak bij de inhuldiging van de Noorderlijn, dd. 7/12/2019)
Geachte mevrouw de minister, Lydia,
Beste burgemeester, beste Bart,
en ik verwelkom ook de de heren Kesteloot en Descheemaecker van de Lijn
en mijn collega-schepen De Ridder,
beste mensen van de pers,
Voor u staat een fiere schepen voor mobiliteit. Ik hoef er geen tekeningetje bij te maken om duidelijk te maken hoe belangrijk deze opening is voor Antwerpen. 7 km nieuwe tramsporen, 7 bijkomende haltes, 1 nieuwe tramlijn, …
En die nieuwe tramlijn, is niet zomaar een lijn. Het is de terugkeer van Tram 1. Voor kenners van de tram in Antwerpen, of oudere Antwerpenaren de terugkeer van een monument, zowaar: den Boulevardtram. Ik was niet eens geboren toen die lijn opgeschort werd, dus ik kijk uit naar z’n komst.
Dat zijn de cijfers, maar ik wil ook graag de context schetsen, het belang van de Noorderlijn voor de Antwerpse mobiliteit.
Met de Noorderlijn herstellen we de noord-zuidverbinding van de stad. Niet alleen voor de tram, maar ook voor de voetganger en de fietser. De automobilist krijgt binnen enkele maanden ook zijn verbinding terug.
Wie vanuit het noorden naar Antwerpen wil komen, zal meer opties hebben dan ooit tevoren om makkelijk en snel tot in het stadscentrum te geraken.
De Noorderlijn is een win/win voor alle deelnemers aan de verkeer: de gebruikers van het openbaar vervoer, de automobilisten, de wandelaars en de fietsers. Ook het comfort van de ‘zwakke weggebruiker’ maakte een reuzesprong dankzij de aanleg van de Noorderlijn.
De Noorderlijn maakt duidelijk wat ik al vaker heb aangehaald: mobiliteit is een vliegwiel voor andere beleidsdomeinen.
De ontwikkelingen hier maken dat duidelijk. Niet alleen de bereikbaarheid van wijken zoals de Luchtbal en den Dam gaan erop vooruit, maar ook hun leefbaarheid, de ontwikkeling van het openbaar domein, de middenstand en horeca profiteren ervan.
Ook verderop het traject van de Noorderlijn stellen we dat vast.
Vraag maar eens aan de musea en horeca op het Eilandje hoe blij ze zijn met de Noorderlijn. Het Eilandje maakt nu definitief deel uit van het stadscentrum. De komst van de Noorderlijn is in de ontwikkeling van het Eilandje is de logische, volgende stap.
Maar wie over mobiliteit spreekt, moet ook spreken over de modal shift die we in Antwerpen ambiëren, zo nodig onze stad bereikbaar te houden.
Gisteren nog kreeg ik een mail van de AP Hogeschool, en daar wil ik graag uit citeren: ‘In totaal studeren er 6500 studenten in de campus Spoor Noord. Een heleboel mensen die nu kunnen profiteren van de nieuwe tramlijn en de nieuwe halte Noorderplaats.De nieuwe tramlijn 1 is voor onze hogeschool echt een hele belangrijke mobiliteitsoplossing, we merken nu dat heel wat studenten met de auto naar de campus Spoor Noord komen, met de nodige verkeersoverlast en parkeerproblemen. We hebben immers ook ’s avonds veel lessen in de campus (mensen die een graduaatsopleiding volgen, het vroegere volwassenenonderwijs). AP Hogeschool is dus alvast erg tevreden met de opening van deze verbinding!’
Rondom de stad zullen de komende jaren drie P&R-gebouwen verschijnen. Die op de Linkeroever moet plaats bieden aan 1530 auto’s, die in Merksem aan 674 auto’s en in de Havana-site op de Luchtbal kunnen 1706 auto’s neergezet worden.
Daarom is het belangrijk dat de Noorderlijn naar de Havana-site rijdt, aankomt en vertrekt.
Anno 2019 moet je zo’n P+R trouwens niet zien als een zielloze stapeldoos van auto’s.
Anno 2019 moet een P+R diensten aanbieden die we kennen van luchthavens of treinstations: horeca en services, zoals een postbus, een bankautomaat, een afhaaldienst, hersteldiensten, kleinhandel. En uiteraard: deelmobiliteit.
Kortom, ik verwacht de volgende jaren nog mooie ontwikkelingen op en langs het traject van de Noorderlijn.
Ik dank de mensen die aan de Noorderlijn gewerkt hebben, en ik wens de Noorderlijn drukke dagen toe.