(toespraak bij de 10de verjaardag van de Antwerp Hotel Association)
Dames en heren, op 1 juni 2011 kreeg de Antwerpse pers het volgende persbericht toegestuurd (ik citeer):
01/06/2011 – Antwerpse hotels verenigen zich in Antwerp Hotel Association
Met deze vereniging willen de Antwerpse hotels zichzelf promoten, het imago van de Antwerpse hotellerie in een positiever daglicht stellen en een aanspreekpunt zijn voor iedereen die de Antwerpse hotels nodig heeft. Kortom, één groot pluspunt voor de stad Antwerpen, zijn hotels én de hotelgasten.
De dag nadien kon je dit lezen in de vakpers:
‘De Antwerpse hotels doen nog maar eens een poging tot frontvorming’
en
‘Afwachten of de gemeenschappelijke belangen het ditmaal halen op de individuele.’
(bron; Luc Willemijn in ‘De Vlaamse Ondernemer – www.dvo.be )
Echt enthousiast klonk dat toen niet. Maar kijk, hier staan we dan, 11 jaar later. De mayonaise moet dan toch een beetje pakken.
Dames en heren, beste bestuur en leden van de Antwerp Hotel Association,
Bij een verjaardag horen gelukwensen, zeker bij een 10de verjaardag.
Ik weet dat we 10 + 1 vieren, maar er zijn de afgelopen twee jaar zoveel huwelijken, doopfeesten, communies, nieuwjaarsrecepties en jubilea uitgesteld, dat we de tel kwijt zijn.
Dat maakt niet uit, zolang we straks de weg naar huis maar vinden. Want het is feest.
We hebben samen al heel watertjes doorzwommen, het stadsbestuur en AHA. Dat geldt zeker voor de afgelopen twee jaar. Maar uit zo’n crisis ontstaan ook kansen om onszelf te verbeteren. Zo kijken we reikhalzend uit naar een versterkt convention bureau, ik wil ook mijn dank uitspreken voor jullie inzet en visie hierin.
We zijn het af en toe oneens, dat spreekt voor zich. Dat is in elk huwelijk zo.
Als we elkaar dan toch telkens weer vinden, dan is dat omdat iets verenigt; de liefde voor onze stad. Het bindmiddel voor de mayonaise.
Daarom wil ik met u het glas heffen én op AHA én op Antwerpen.
Hip Hip Hoera voor de Antwerp Hotel Association. Hip hip hoera voor Antwerpen.