(persbericht)
Het Hobokense districtsbestuur verwacht van De Lijn een strikte monitoring van de frequentie en capaciteit van de pendelbussen die tramlijnen 2 en 4 vervangen naar aanleiding van de geplande werken aan de Antwerpsesteenweg. Het districtsbestuur wijst bovendien ook op de noodzaak van een kwalitatieve afwerking van alle tijdelijke haltes op het traject.
Vanaf 1 juli 2023 zullen de tramlijnen 2 en 4 richting Hoboken voor langere tijd hun eindhalte kennen aan de Zwaantjes, een gevolg van werken aan de Antwerpsesteenweg. Beide tramlijnen zullen voor langere tijd worden vervangen door pendelbussen die het tramtraject overnemen.
Het nieuws werd mei laatstleden door de Lijn eenzijdig via de media verspreid, en zorgde meteen voor grote verontwaardiging bij de inwoners van Hoboken, die zich zorgen maken over de bereikbaarheid van hun district. De voltallige Hobokense districtsraad deelde die bezorgdheid van de inwoners, net als het Antwerpse stadsbestuur bij monde van schepen voor mobiliteit Koen Kennis.
Op 6 september 2022, naar aanleiding van de knip van (toen enkel nog) tramlijn 2, wees het Hobokense districtsbestuur in een collegiale brief aan het stadsbestuur reeds op de tekortkomingen van de dienstverlening door De Lijn. Frequentie van het aanbod, capaciteitsproblemen en slechte communicatie werden toen als pijnpunten aangeduid.
De eenzijdige bekendmaking door De Lijn dat vanaf 1 juli zowel tramlijn 2 als tramlijn 4 richting Hoboken vanaf de Zwaantjes vervangen worden door pendelbussen leidde meteen tot een reactie van het districtsbestuur. Op 18 mei nam het district contact op met de verantwoordelijke diensten van De Lijn, waarbij die laatsten ingingen op de uitnodiging om tekst en uitleg te geven op de zitting van het districtscollege op 13 juni. De raad was toen duidelijk in het overbrengen van de verwachtingen op het vlak de dienstverlening voor Hoboken op korte en lange termijn.
Het Hobokense districtsbestuur vraagt expliciet dat De Lijn er alles aan doet om een voldoende frequentie van de pendelbussen tussen de Zwaantjes en het districtscentrum te garanderen. Essentieel daarbij is het behoud van de capaciteit van reizigers die zich nu met tramlijnen 2 en 4 verplaatsen.
Paul De Ranter, districtsschepen voor mobiliteit in Hoboken: ‘Het moet toch mogelijk zijn om op basis van de bestaande reizigersinformatie inzicht te krijgen in het aantal benodigde pendelbussen, rekening te houden met hun capaciteit, en de inzet van bestuurders, en de dienstverlening daarop aan te passen? Wat De Lijn ons nu voorspiegelt, stelt ons niet gerust.’
Het districtsbestuur eist bovendien dat de pendeldienst over het gehele traject tussen de Zwaantjes en hun eindhaltes optimaal klantvriendelijk moeten zijn. Bestaande tramhaltes moeten indien nodig aangepast worden aan halterende bussen, en de doorstroming van het busverkeer moet optimaal zijn.
Kathelijne Toen, districtsburgemeester Hoboken: ‘Het mag niet zijn dat de Hobokenaar het slachtoffer wordt van tekortkomend beleid van De Lijn. Eerst door achterstallig onderhoud, dan door zonder overleg tramlijnen in te korten en vervolgens door niet voor voldoende alternatieven te voorzien. Het district Hoboken moet maximaal bereikbaar blijven voorafgaand en tijdens de werken.’