(persbericht)
Antwerpen vraagt om de handhaving van toegangsbeperkingen tot stedelijke centra op Europees vlak coherenter te maken. Aanleiding zijn lopende onderhandelingen over de uitbreiding van een EU-richtlijn om verkeersovertredingen over de grenzen van de lidstaten heen te beboeten. Volgens Antwerpen moet vermeden worden dat die richtlijn resulteert in een ongelijke behandeling van burgers en bedrijven van verschillende lidstaten. De stad onderschrijft in die zin een open brief van een heel aantal steden, gericht aan de Raad van Europa en het Europees Parlement.
De Europese instanties buigen zich op dit moment over de uitbreiding van een richtlijn die het sanctioneren van verkeersovertredingen tussen lidstaten regelt. Met die richtlijn (Cross-Border Enforcement, afgekort CBE) wil de Commissie de straffeloosheid van bestuurders die overtredingen begaan buiten het land waar ze gedomicilieerd zijn, wegwerken.
Stad Antwerpen is voorstander van een dergelijke grensoverschrijdende aanpak.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: “Iedereen gelijk voor de wet. Het kan niet zijn dat iemand bij ons met een Belgisch kenteken een bekeuring oploopt, terwijl iemand met een Nederlandse nummerplaat met diezelfde overtreding wegkomt.”
In maart zal de bestaande CBE-richtlijn uitgebreid worden met updates die de verkeersveiligheid ten goede moeten komen. Antwerpen vindt dat de richtlijn ook oog moet hebben voor de handhaving op stedelijke toegangsbeperkingen, de ‘Urban Vehicle Access Regulations’ (UVARs) voor gebieden zoals lage emissie-zones (LEZ), autoluwe zones, schoolstraten, voetgangersgebieden. Antwerpen heeft ook dergelijke zones.
De Europese Commissie wijst er op dat UVARs een belangrijke rol kunnen spelen in het verbeteren van de luchtkwaliteit in de binnensteden en in het creëren van een verkeersveiligere omgeving.
Schepen Kennis: “Europa verwacht van stedelijke autoriteiten dat ze in naam van leefbaarheid en verkeersveiligheid toegangsbeperkingen uitvaardigen. Dan verwacht ik ook dat de EU-regelgeving ons bijstaat in de handhaving van die maatregelen. Als Antwerpenaren zien dat een voertuig met een vreemde nummerplaat zonder gevolgen een zone kan binnenrijden en een voertuig met een Belgisch kenteken niet, dan verliezen we draagvlak, en dan hebben die maatregelen trouwens minder zin.”
Antwerpen registreerde in 2023 ongeveer 470.000 bewegingen van voertuigen met buitenlandse nummerplaat (andere dan Nederlandse), tegenover 6,5 miljoen unieke voertuigen. Van twee derde van de voertuigen met buitenlandse nummerplaten is niet geweten of ze al dan niet voldoen aan de LEZ-voorwaarden, omdat de stad niet beschikt over hun voertuiggegevens. Omdat ze zich niet geregistreerd hebben, worden ze allemaal beschouwd als overtreder. Met verschillende landen bestaan uiteenlopende samenwerkingsverbanden voor de uitwisseling van persoonsgegevens om een boete te kunnen verzenden. Vaak blijkt het voertuig in kwestie dan toch wel LEZ-conform te zijn.
Schepen van leefmilieu Tatjana Scheck: “ De opname van de LEZ in het toepassingsgebied van de CBE-richtlijn zou ertoe leiden dat buitenlandse voertuigen automatisch kunnen gecheckt worden of ze voldoen aan de voorwaarden om de LEZ binnen te mogen. Die integratie zou én de stad Antwerpen én bezoekers heel wat administratie uitsparen, en zorgen voor een directe, juiste toepassing van de regels.”
Om het Antwerpse standpunt kracht bij te zetten, onderschrijft stad Antwerpen een brief van een aantal vertegenwoordigers van Europese steden en regio’s, samen met Eurocities, Polis en het CLARS-platform. Antwerpen is lid van alle drie deze instanties. In de brief, gericht aan de Europese Raad en de leden van het Europese Parlement, wijzen de ondertekenaars op de nood aan een coherente aanpak over grenzen en aard van overtredingen heen.
Het EUCARIS-systeem (Europese Vehicle and Driving Licence Information System), dat het nu al mogelijk maakt om bekeuringen op het vlak van bijvoorbeeld snelheidsovertredingen en door rood licht rijden grensoverschrijdend te innen, kan hierbij helpen. EURCARIS garandeert dat de steden de administratie zonder tussenkomst van derde partijen kunnen afwikkelen, zonder bijkomende kosten en met respect voor privacyregels.