(toespraak bij de voorstelling van de Stadskroniek over 150 jaar trams in Antwerpen, Vlaams Tram- en Autobusmuseum)
Goedenavond iedereen, goedenavond vrienden van de tram,
Ik begin graag met de gastheren voor vanavond te bedanken; de vrijwilligers van het Vlaams Tram en Autobusmuseum.
Ik draag dit museum een warm hart toe, zoals ik ook de Strangers een warm hart toe draag, zoals ik ook vind dat Radio Minerva deel uitmaakt van ons erfgoed en de Antwerpse Handjes, het Bolleke, de Sinksenfoor, Elixir d’ Anvers…
En zo is de toon meteen gezet voor vanavond, passend in dit decor: nostalgie troef.
Ook al vloeken we er wel eens op als hij weer eens te laat is, of erger nog: niet komt opduiken, de Antwerpenaar zou den tram niet kunnen missen.
Dat is overigens een bijzondere eigenschap van de tram. Als hij komt aanrijden, kan je hem missen. Als hij niet komt opdagen, mis je hem nog meer.
Als schepen voor mobiliteit, en als voorzitter van de Vervoerregio, heb ik weinig tijd om stil te staan bij de poëzie van de tram.
Als ik met De Lijn samen zit, dan gaat het over de meest efficiënte inzet van mensen en middelen. Daar komt niet veel poëzie aan te pas.
Dat gaat meer over cijfertjes dan over letters.
Vanavond gaat het over de letters: een Stadskroniek over 150 jaar Stadstram.
Niemand van ons die kan zeggen dat hij of zij die hele periode kan overzien, maar dankzij het werk van de auteurs kunnen we nu ook reizen in de tijd, 150 jaar zelfs.
Dames en heren,
Veel zaken zijn veranderd in die 150 jaar. Functies kregen andere benamingen. Tramlijnen andere bestemmingen. Voertuigen een ander uitzicht, aangedreven door andere energiebronnen.
Maar wat aan de basis niet veranderd is, is dat de tram elke dag een belangrijke rol speelt in het leven van duizenden Sinjoren. Op weg naar een geliefde. Naar een examen. Naar een kappersafspraak. Naar het museum, naar het restaurant, naar de cinema.
De tram als rode draad door de geschiedenis van de laatste anderhalve eeuw Antwerpen. Trams die veel gezien hebben, veel meegemaakt. Stakingen. Optochten. Huwelijken. Begrafenissen. Twee oorlogen. Veel vreugde en veel verdriet. Altijd waren ze erbij.
De tramsporen schrijven mee het verhaal van onze geliefde stad.
Het is goed dat dit gedocumenteerd wordt in deze Stadskroniek.
Ere wie ere toekomt:
dank aan het museum, het VlaTAM, en aan de vzw META (MobiliteitsErfgoed Tram en Autobus). Het boek is hun co-creatie.
dank aan iedereen die getuigenissen deelde in het boek.
Bijzondere dank aan Bob Morren en Willem Maes, de twee hoofdauteurs.
(toespraak bij ontvangst diplomaten in dienst van Flanders Investment & Trade, op studiebezoek in Antwerpen)
Ontvangst in cocktailbar TAZU in de Vlaeykensgang.
Goeienavond iedereen,
En welkom in hartje Antwerpen.
Dat is het minste wat we kunnen zeggen van de Vlaeykensgang: écht hartje Antwerpen.
We kunnen ons dat moeilijk voorstellen maar ooit was dit stukje van de oude stad bijna afgebroken.
Het was de jonge Axel Vervoordt die deze parel van de ondergang redde door zowat alle huizen op te kopen.
Ondertussen herbergt de Vlaeykensgang enkele grote namen in de horecasector, de laatste nieuwe toevoeging TAZU, onze gastheer voor vanavond.
Hartelijk dank daarvoor aan het TAZU – team.
Dames en heren,
Ik weet dat u van me van chauvinisme zal betichten, maar wat had u anders verwacht van een Antwerps schepen voor toerisme?
Ik noem Antwerpen wel eens een metropool in zakformaat.
We hebben hier alles wat Londen, Parijs of New York heeft, maar dan op kleinere schaal. En op mensenmaat.
Een cocktailbar van wereldniveau zoals TAZU vind je in die steden op de 38ste of 54ste verdieping, bij ons vind je die gewoon op straatniveau, in de Vlaeykensgang.
Groot denken op een kleine plek, dat is iets waar we in de bocht in de Schelde altijd goed zijn in geweest, door de eeuwen heen.
Dames en heren, wat is Antwerpen precies? Is het een verzameling mooie gebouwen? Een bestemming om te gaan winkelen? Een culturele hub, met musea, tentoonstellingen, galerijen? Is Antwerpen een handelsstad? Een haven? Een stad van steentjes, de diamant? Een trendsettende modestad? Een plek waar je heel goed kan tafelen ?
Als u het aan mij vraagt: Antwerpen is dat allemaal en zoveel meer.
Als schepen voor middenstand, toerisme, financiën, mobiliteit geloof ik in het volle potentieel van Antwerpen.
Ik zie hier een grote overlap met jullie opdracht als toekomstig diplomaat voor Vlaamse Vertegenwoordiging in het buitenland.
Jullie zijn mannen en vrouwen van de wereld. Antwerpen is misschien geen wereldstad, wel een stad van de wereld. Het is zéker een venster op de wereld.
We kunnen dus samenwerken en daar kijk ik enorm naar uit.
Ja, dit is een sales pitch voor Antwerpen. Antwerpen is open for business, spread the word.
(toespraak bij de opening van een nieuwe rui en de start van een nieuwe combiwandeling Sint Pauluskerk en de ruien)
Met ruiengids Marc en Paul Bistiaux, voorzitter kerkraad Sint-Pauluskerk.
Dames en heren, beste medewerkers van de pers,
Er zijn zo van die momenten waarvan u later op café kan stoefen: ik was erbij.
Dit is er zo 1.
Vandaag huldigen we immers een nieuwe rui in, ’t is te zeggen, openen we een rui voor het eerst voor bezoek.
Tot nu toe waren de ruien toegankelijk over een afstand van 1 km. Vandaag voegen we daar met de Potagie-gang 200 meter aan toe.
Om dat mogelijk te maken investeerde de stad 40.000 euro in elektriciteit en verlichting, om te zorgen dat bezoekers dat in de allerbeste omstandigheden kunnen doen.
Dat doen we omdat met de ruien een mooie attractie in huis hebben. In 2019 doken meer dan 25.000 bezoekers onder de grond. Na corona zagen we opnieuw een heropleving met meer dan 22.000 bezoekers.
Ik weet ook dat er plannen zijn om een belevingsparcours voor gezinnen op te zetten, dat is ook een mooi vooruitzicht.
Dames en heren,
Bovengronds beweegt de stad, verandert de stad aan een razend tempo, onder de grond is dat veel minder het geval en tikt de tijd trager. En ondergronds druipt, druppelt de geschiedenis van de muren.
Wie de ruien kent, kent de stad.
Dat geldt ook voor de rui die we nu voor het eerst toegankelijk maken voor het publiek.
Deze combiwandeling voert ons doorheen wat ik een ‘spiegelstad’ zou willen noemen, een ‘spiegelstad’ die grenst aan Sint-Paulus:
… langsheen de oude kloostermuur (waarvan in de rui nog een steunbeer te zien is),
…daarna gaat het naar de Potagiegang – dat is de oude doorgang naar het predikherenklooster en zijn groententuin – ,
… de rui leidt ons daarna voorbij de Nosestraat) tot aan het einde van de Koolkaai. Daar kunnen we een kijkje nemen in het verlengde van de Burchtgracht, de oudste en meest authentieke van alle ruien.
Ik heb me laten vertellen dat we daar de Schelde kunnen horen kolken…
Deze eerste combiwandeling met Sint Paulus is ingepland op zondag 07/05.
Ik wil vandaag zeker de mensen van Werkmaat bedanken, die instaan voor beheer en uitbating van de ruien.
Grote dank en mijn appreciatie ook voor het kerkbestuur van Sint Paulus. Wij doen nu slechts een deel van de wandeling, maar de integrale wandeling begint inderdaad in Sint Paulus. Daar wordt de crypte en de archeologische site bezocht, waarna de groepen naar hier komen om de ruien in te duiken.
Als deze wandeling zo rijk aan verhalen, geschiedenis en betekenis is, dat is dat zeker ook dankzij de medewerking van de vrienden van Sint Paulus. Om die reden geef ik graag het woord aan Paul Bistiaux, voorzitter van de kerkraad Sint Paulus.
(speech ter gelegenheid van de 160ste verjaardag van Elixir d’Anvers en de lancering van hun nieuwe likeur, de Elixir d’Anvers Réserve)
Feest in de prachtige distillerie van Elixir d’Anvers in de Haantjeslei, een stuk levend Antwerps erfgoed.
Beste aanwezigen,
Er zijn zo’n paar zaken die onlosmakelijk verbonden zijn met Antwerpen. Het Bolleke, de Velokes, de haven, Rubens, Antwerpse Handjes, de Strangers, de kathedraal, ‘den’ diamant.
Elixir d’Anvers hoort ook in dat rijtje thuis.
En dat al 160 jaar, fenomenaal, en ik wil de familie Nolet hier aanwezig en alle medewerkers hiervoor feliciteren.
Feliciteren met hun zakelijk instinct en hun schitterende product. Een product dat letterlijk naar meer smaakt en, dat de tand des tijds doorstaat.
De gele loper ligt hier terecht uit.
Want dat is toch de gepaste conclusie op een 160ste verjaardag. Smaken veranderen, generaties volgen elkaar op, maar het merk overleeft. Dat is ongelofelijk straf, dames en heren.
Ik sta hier dus in bewondering.
Ik sta hier ook in dankbaarheid, als vertegenwoordiger van de stad.
Dankbaar omdat dit bedrijf de naam van onze koekenstad over de grenzen heen op de kaart zet, over stadsgrenzen, zelfs over landsgrenzen.
De beste reclame is mond aan mondreclame, wél dit is mond aan mondreclame in de meest letterlijke betekenis van de uitdrukking.
Dames en heren,
Ik denk niet dat er veel 160-jarigen zijn die nog innoveren. Dit bedrijf doet dat. We zijn hier ook om een wereldpremière bij te wonen: de eerste Elixir d’Anvers Reserve zal hier vandaag geproefd kunnen worden.
Historisch.
Daarom hip hip hoera voor de jarige, en van mij mag de Elixir er nog eens 160 jaar bij doen.
(speech bij de voorstelling van het programma van Antwerpen Proeft, 18 – 21 mei)
Met van links naar rechts: Claudia Engelen (Antwerpen Proeft), en chef-koks Viki Geunes en Roger Van Damme.
Goeiemorgen iedereen,
Laat me beginnen met PIVA te bedanken voor de gastvrije ontvangst.
Dames en heren,
Ik weet niet de hoeveelste keer ik u mag begroeten op een persvoorstelling van Antwerpen Proeft, maar het is duidelijk dat ik hier telkens naar uitkijk.
Het gaat om een event dat heel veel bijdraagt aan de uitstraling van Antwerpen, en dan met name aan de uitstraling van onze stad als culinaire bestemming.
Wie mij kent, weet dat dit iets is waar we fel op inzetten sinds een aantal jaren, en daar dus ook de vruchten van plukken.
Antwerpen Proeft, gestart in 2007, is wat dat betreft een echte pionier geweest. Ik kan Claudia, Ward en hun team daarvoor niet genoeg bedanken.
Hun concept is erop gestoeld om er Antwerpse ondernemers bij te betrekken. Dat die graag telkens weer opnieuw deelnemen, bewijst dat het een succesformule is.
Een succesformule die een jubileumeditie beleeft, de 15de Antwerpen Proeft: ik kijk er enorm naar uit.
(toespraak bij de boekvoorstelling naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de sir Anthony Van Dijck)
Met Jöran De Backer en Natalie Wuestenbergs, drijvende krachten acthter de Sir Anthony Van Dijck, trots op het jubileum dat ze dit jaar vieren en waarvoor ze een prachtig boek samenstelden met verhalen over de geschiedenis van het restaurant, aangevuld met een aantal recepten.
Dames en heren,
Ik neem u graag even mee naar mijn kindertijd. Ik herinner me nog heel goed dat ‘de sir Anthony van Dijck’ synoniem was voor sjiek dineren in Antwerpen. Het was een begrip in Antwerpen en ver daarbuiten.
In die zin was deze plek – een unieke plek – een voorloper van de reputatie die onze stad vandaag heeft: die van onbetwistbare culinaire hoofdstadvan België.
De jaarlijkse sterrenregen van Michelin en de vermeldingen in de Gault Millaut’s spreken boekdelen.
Antwerpen, waar topchefs thuis zijn.
Allemaal zijn ze schatplichtig aan de ‘sir Anthony’.
Ere wie ere toekomt.
Eer aan Roger Souvereyns en Marc Paesbrugge, die het restaurant op de kaart zetten. Op een unieke, historische locatie.
Onderschat ook niet wat de sir Anthony betekende voor de Vlaaikensgang, dames en heren.
Vandaag mag ik Jöran De Backer en Natalie Wuestenbergs feliciteren voor de 50ste verjaardag van de zaak.
De sir Anthony evolueerde mee met z’n tijd.
Wat bleef was de kwaliteit, de klantenzorg, de passie voor het vak.
Ik spreek uit naam van het volledige stadsbestuur als ik de sir Anthony van Dijck dank voor de enorme bijdrage die de zaak geleverd heeft aan Antwerpen.
Een bijdrage aan onze horeca, aan de reputatie van Antwerpen als culinaire bestemming, aan de uitstraling van Antwerpen als cultuurstad.
De stad Antwerpen wil zich verder profileren als culinaire bestemming en gaat een samenwerking aan met de bekende wijnbouwer / wijnmaker Patrick Nijs (Wijnfaktorij) voor de productie van een eigen stadswijn. De bedoeling is om zoveel mogelijk Antwerpenaren te betrekken om aan voldoende druiven te komen en een gepaste naam te kiezen.
Antwerpen profileert zich al geruime tijd op het vlak van culinaire toerisme met een gerenommeerde restaurantscène en toonaangevende gastronomische evenementen. Ook zijn er ook zoetigheden die ‘Antwerps’ kunnen genoemd worden zoals de Antwerpse Handjes en pralines in de vorm van diamantjes. Daarnaast worden binnen de stad een aantal bieren en sterke dranken gebrouwen die het imago van Antwerpen over de stadsgrenzen heen uitdragen.
Schepen voor toerisme Koen Kennis: ‘Het zou mooi zijn moesten we daar een eigen wijn aan kunnen toevoegen. Ik denk niet meteen aan grote volumes, maar ik zie wel mogelijkheden om een Antwerpse stadswijn aan te bieden als relatiegeschenk of om te serveren op recepties.’
Het stadsbestuur stad ziet in Patrick Nijs de geknipte persoon om het project te begeleiden. Patrick Nijs is eigenaar van de urban boutique winery ‘Wijnfaktorij’ in hartje Antwerpen, en geeft les in wijnbouw en wijnkennis. Zelf produceert hij met ‘Chansaar’ en ‘Kontreir’ twee eigen wijnen.
Patrick Nijs: ‘Het is een feit dat de wijngrens steeds meer naar het noorden opschuift. Dat is ook de reden waarom wijnbouw in ons land steeds populairder wordt, met steeds betere wijnen. De Wijnfaktorij kreeg recent zelfs een overnamebod vanuit China. Ik zie een Antwerpse stadswijn als een sterk tegensignaal.’
Schepen Kennis roept de Antwerpenaren dan ook op om het initiatief te steunen: ‘Ik denk dat dit kans op slagen heeft als we daar zoveel mogelijk Antwerpenaren bij betrekken. Ik roep bij deze de Antwerpenaren die denken plaats te hebben voor een druivelaar op om zich te melden. We zijn ook nog op zoek naar een naam. Suggesties zijn welkom op koen.kennis@antwerpen.be’
De naam van de Antwerpse stadswijn zal bekend gemaakt worden op het wijnfestival dat de Wijnfaktorij op 2, 3 en 4 juni organiseert in de Vleminckstraat.
(toespraak bij de jaarlijkse Semini-viering aan Het Steen)
Goeiemorgen iedereen,
En welkom terug, op een jaarlijks weerzien met Semini en met elkaar.
Mooi dat we deze traditie in leven kunnen houden. Alle lof daarvoor voor de vrijwilligers van de vzw Aksie.
Ook felicitaties aan de Antwerpse Stadstrommelaars die dit jaar hun 125ste verjaardag vieren.
Dames en heren, Semini leeft!
Hier, onder deze poort en onder Semini, passeerden in 2022 maar liefst 300.000 bezoekers.
Al die mensen zien het beeldje hier boven de poort, ze zien ook het kunstwerk van Sharon Van Overmeiren.
Ik heb horen waaien dat Semini in september aansluit bij Open Monumentendag, ook zo’n gelegenheid om een nieuw publiek aan te boren, ook van buiten Antwerpen.
En ook van horen waaien; het idee om misschien een glasraam in de wandelzaal van het stadhuis aan Semini te wijden.
Semini op ’t Schoon Verdiep, wie weet?
En nu citeer ik graag uit de Aksie Nieuwsbrief, het voorwoord van de voorzitter, Philippe Van den Heuvel:
‘Onze Semini-viering groeide uit tot een vaste waarde in de Antwerpse folklore en haar cultureel immaterieel erfgoed. Vaste waarde waar steeds meer en meer met respect naar wordt gekeken.’
En de voorzitter schrijft dan het volgende:
‘Respect dat bv in 1993 niet aanwezig was; toen onze viering niet mocht plaatsvinden wegens niet passende in de culturele hoofdstad van onze stad Antwerpen. Respect dat nu wel ervaren. Bij de renovatie van Het Steen, bij onze stadsgidsen, bij het lokaal bestuur in Antwerpen.’
Dames en heren, JA!, tradities zijn er om in ere te houden.
We leven in tijden waarin dat niet vanzelfsprekend is.
Tijden waarin portretten van grote Antwerpenaren, die de geschiedenis van onze stad schreven, zonder boe of ba in de kelder geparkeerd worden omdat ze blijkbaar niet passen in de tijdsgeest. Op basis van huidskleur, stel u voor.
Ik zou zeggen: Godjumenas!
Iedereen hier aanwezig weet dat Semini ooit ook slachtoffer was van zeloten, die vonden dat ze de zuiverheid in eigen persoon waren.
Vorig jaar zei ik het reeds in het woordje dat ik hier uitsprak; en ik herhaal het heel graag: Semini brengt ons samen.
Semini brengt ons de lente. De krans boven de poort van het Steen past in een verhaal van vruchtbaarheid en voorspoed.
Stad Antwerpen voerde in 2022 opnieuw een gedetailleerde horecameting uit en bevestigt haar toppositie als horecastad. Het terreinonderzoek dat de stad uitvoerde brengt het aanbod aan horeca in Antwerpen in kaart en vergelijkt het met de vorige metingen in 2010, 2013 en 2017. Het rapport toont sterke cijfers, met een uitbreiding van horecagebieden die lokaal verankerd zijn, een groeiende dichtheid en een vernieuwing van het aanbod door nieuwe trends en horecaketens.
‘De meting van de Antwerpse horecakernen 2022’ is een terreinonderzoek naar het aanbod in de horecakernen van de stad. Het onderzoek brengt dit aanbod in kaart en vergelijkt het met de vorige metingen in 2010, 2013 en 2017. Aan de hand van de cijfers uit dit rapport ziet men wat de dichtheid is en of de mix in evenwicht is. Die inzichten gebruikt de stad om haar beleid optimaal vorm te geven.
Horecakernen
In de meting van 2022 is de stad opgedeeld op in 15 horecakernen, dat zijn gebieden die aan enkele voorwaarden voldoen. Er moeten minstens 10 actieve horecapanden gevestigd zijn, meer dan 30 % van de commerciële panden moet horeca zijn en van alle panden moet in meer dan 20 % een horecafunctie gevestigd zijn.
De 15 horecakernen zijn:
Historisch Centrum
Centraal Station
Zuid
Eilandje
Theaterbuurt
Sint-Jansplein
Schipperskwartier-Koepoort
Zurenborg
Bolivar-Troonplaats
De Coninckplein
Studentenbuurt
Lange Lobroek-Dam
Boomgaardstraat-De Koninck
Sportpaleis
Sint-Anneke
Ten opzichte van vorige metingen zijn er in 2022 drie nieuwe horecakernen toegevoegd aan het onderzoek: De Coninckplein, Bolivar-Troonplaats en Boomgaardstraat-De Koninck.
Het grootste horecagebied blijft het Historisch Centrum. De metingen tonen aan dat dit gebied zelfs nog blijft groeien, met ondertussen al 326 gevestigde horecazaken. Op de tweede en derde plaats volgen omgeving Centraal Station en het Zuid.
Stijging horecadensiteit
De dichtheid, het aantal horecazaken tegenover het totaal aantal panden, stijgt over alle kernen heen met 1.5%. Die gunstige evolutie toont aan dat de clustering van horeca in de kernen groeit.
Lokale verankering
Het rapport toont aan dat horeca zich verspreidt doorheen de stad en zo vaker een lokaal publiek bereikt, zoals het geval is bij de nieuwe kern Boomgaardstraat-De Koninck. Het lokale aanbod zorgt voor een goede commerciële mix, maar ook voor sociale controle in sommige wijken.
Een positief neveneffect zijn de vele samenwerkingsverbanden met plaatselijke winkels die hieruit voortvloeien. In de kernen Eilandje en Schipperskwartier-Koepoort bijvoorbeeld geven de cijfers aan dat een stijging van het aantal horecazaken gepaard gaat met een stijging van het aantal winkels in de buurt.
Schepen voor horeca Koen Kennis: “Ik heb dat al vaker gezegd, ik geloof in kruisbestuivingen tussen verschillende sectoren. Wat goed is voor de horeca, is goed voor de retail, en vice-versa, en is finaal goed voor Antwerpen. In heel wat van die horecakernen verenigen de ondernemers zich ook en dat maakt het ook makkelijker om met de stad in dialoog te gaan bij een heraanleg of wanneer zij samen iets willen organiseren.”
Nieuwe trends
Het klassiek horeca-aanbod, zoals café’s of tavernes, maakt plaats voor enkele nieuwe trends. Zo is er de opkomst van ‘fast casual’, met een groeiend aantal takeaway zaken. In 11 van de 15 kernen stijgt dit type in aantal, in de Lange Koepoortstraat bijvoorbeeld is die evolutie duidelijk merkbaar. De nieuwe trends spelen in op de huidige noden van de consument: meer trendgevoelig, snel en goedkoop, maar daarom niet per definitie ongezond.
Schepen voor horeca Koen Kennis: “Dit soort zaken zorgen voor beleving en kleur in onze straat. Antwerpen is dus niet enkel een stad van sterrenrestaurants en bekende chef-koks. Streetfood uit Zuid-Korea; sandwichbars met eigen gepekelde groenten of suikervrije zoetigheden, we hebben het hier allemaal.”
Horecaketens
De stad telt de laatste jaren een groeiend aanbod van horecaketens en nieuwe concepten in Antwerpen. Het bedrijfsmodel van dergelijke ketens speelt in op de markt door een betaalbaar en belevenisvol aanbod te voorzien. Het openen van meerdere filialen is voor eigenaars vaak ook een kostenefficiëntere manier van bedrijfsvoering.
(woordje ter gelegenheid van de verkoop van de 20 miljoenste diamant praline van chocolatier Del Rey – persbericht zie onderaan)
Met de familie Proot, de drijvende krachten achter het merk Del Rey.
Beste aanwezigen,
Er zijn zo’n paar zaken die onlosmakelijk verbonden zijn met Antwerpen. Het Bolleke, de Velokes, de haven, Rubens, Antwerpse Handjes, de Strangers, de kathedraal, den Beerschot en natuurlijk ook diamant.
Er zijn ook een aantal Antwerpse handelszaken die een begrip zijn in de stad en ver daar buiten. Ze blinken uit in hun vakgebied, zijn uniek in hun aanbod en uitstraling.
Del Rey is daar 1 van.
Dit soort zaken moeten we koesteren, en zeker familiezaken – want ook dat is een kenmerk van Del Rey.
Dat we hier nu te gast zijn in deze salons heeft een goede aanleiding: de verkoop van 20 miljoen chocolade diamanten, 15 miljoen alleen al in Japan.
Fenomenaal, en ik wil de familie Proot hiervoor feliciteren en danken.
Feliciteren met hun zakelijk instinct en hun schitterende product. Een product dat letterlijk naar meer smaakt. Zo meteen zal u horen dat de productlijn nog uitgebreider wordt.
Ik ben ook dankbaar. Dankbaar omdat Del Rey de naam van onze koekenstad wereldwijd op de kaart zet.
De beste reclame is mond aan mondreclame, wél dit is mond aan mondreclame in de meest letterlijke betekenis van de uitdrukking.
Ik hoor ook dat de opvolging al klaar staat, en dat is geweldig nieuws.
Daar doet u mij, en met mij zovele klanten, een groot plezier mee.
Dank!
PERSBERICHT
Chocolatier DelReY maakt 20 miljoenste diamant praline
Op dinsdag 28 februari om 13u heeft zal chocolatier DelReY in aanwezigheid van schepen van middenstand van de stad Antwerpen Koen Kennis de 20 miljoenste diamant praline vervaardigd.
Nadat DelReY Japan veroverde met zijn diamant pralines, zijn ze ervan overtuigd dat ook de Antwerpenaar “zot” zal zijn van hun nieuwe diamant pralines.
Big in Japan
DelReY verkoopt 900.000 diamant pralines per jaar in Japan, het merendeel daarvan tijdens de Valentijnsperiode. Ze hebben 2 winkels in uptown Tokio, maar tijdens de Valentijnsperiode komen daar 75 pop ups bovenop verspreid over heel Japan. Dat is DelReY in Japan in cijfers. Maar de anekdotes die Bernard Proot weet te vertellen over Japan spreken nog veel meer tot de verbeelding. “Op een gebouw in Tokio hing plots een banner van 6 verdiepingen hoog waarop een model onze diamanten aanprees. En het was niet eens onze banner maar reclame voor de Chocolat Promenade in de Valentijnsperiode.” De Japanners zijn echt gek op de DelReY diamantjes en de chocolatiers genieten er een sterrenstatus. Als Bernard of zijn zoon Jan de filialen in Japan bezoekt in de periode van Valentijn, wordt er een grote foto van hen in de etalage gezet met het tijdstip erop dat zij aanwezig zullen zijn. Dan staan de mensen in een lange wachtrij aan te schuiven om hun doosje diamant pralines te kopen, te laten handtekenen en een foto met één van hen te nemen. Het succesrecept
Wat is het geheim van het succes van DelReY in Japan? Japanners zijn dol op Belgische chocolade en houden van kwalitatieve luxe. Dat DelReY een zeer hoogstaande kwaliteit van pralines aanbiedt in de vorm van een diamant, wellicht wereldwijd hét opperste symbool van luxe, is voor hen het summum. Toch is dit eerder een ‘toevalstreffer’ geweest, want de vorm, de diamant, werd niet speciaal voor de Japanse markt ontwikkeld. Die diamantvorm heeft Bernard Proot bedacht in 2003, de smaken werden op punt gezet door chef Gunther van Essche. Bernard en zijn echtgenote Anne Seutin, die verantwoordelijk is voor de verkoop, vonden dat die vorm van praline niet kon ontbreken in het ruime praline assortiment van DelReY omdat de winkel en het atelier sinds het ontstaan van DelReY midden in de diamantwijk van Antwerpen gevestigd zijn. “Toen de diamant pralines een jaar later geïntroduceerd werden via onze eerste winkel in Japan bleek het daar meteen een schot in de roos. Daarop hebben we gretig ingespeeld met aangepaste verpakkingen en smaken voor de Japanse markt met het huidige succes tot gevolg. Doorheen de jaren hebben we heel wat smaken ontwikkeld voor de Japanse markt want daar verkopen we elk jaar 4 andere smaken dan het jaar ervoor.”
Diamantstad Antwerpen
Vorig jaar besloot Bernard om een selectie te maken uit die succesvolle recepten van de verschillende diamant pralines die ze ooit hadden ontwikkeld voor Japan. Die uitgebreide Diamant Collectie werd door Anne voorzien van een aangepaste luxeverpakking in diamant vorm en gelanceerd in hun thuisbasis, diamantstad bij uitstek! Dit viel meteen in de smaak bij vele diamantbedrijven in de buurt en zo komt het dat de 20 miljoenste diamant praline hier in Antwerpen zal gemaakt en geconsumeerd worden! Na de gekte in Japan, hoopt DelReY de Antwerpenaar even zot te krijgen van hun diamantjes.
Zot van A
Of de liefde wederzijds is, zal blijken, maar dat de familie Proot, de zaakvoerders van DelReY “zot zijn van Antwerpen”, dat staat vast. Toen zich jaren geleden een schaalvergroting opdrong van het atelier en de winkel, had het wellicht makkelijker geweest om buiten het centrum een grotere locatie te kopen, maar Bernard en Anne verkozen om te blijven waar DelReY ontstaan is en geduld te oefenen tot ze daar konden uitbreiden. DelReY is een monument en dat moet daar blijven, vinden ze. En ook met de toekomst van dat monument lijkt het snor te zitten, want inmiddels worden zoon Jan en dochter Julie klaargestoomd voor de opvolging. Jan heeft zijn vakkennis inmiddels meer dan bewezen en is sinds 2018, net als zijn vader, lid van Relais Desserts, het selecte clubje van de honderd beste patissiers ter wereld. Jan neemt de operationele leiding voor zijn rekening, Julie en mama Anne Seutin zorgen voor het vermarkten van de producten en papa Bernard overschouwt het geheel. De fans kunnen op hun 2 oren slapen: DelReY is future proof!
‘Als Antwerpse schepen voor middenstand en toerisme kan ik alleen maar trots zijn op zulke succesverhalen’, klinkt het uit de mond van Koen Kennis. ‘DelRey is een geweldige ambassadeur voor Antwerpen, en voor wat onze stad bekend maakt. Dat het bovendien om een familiebedrijf gaat en de opvolging klaar staat, maakt het verhaal extra waardevol. Kwaliteit drijft altijd boven.’