(persbericht)
Op donderdag 1 april schakelt stad Antwerpen over naar een aangepast reglement voor de exploitatie van free-floatingdeelsystemen. Dat zijn deelvoertuigen zonder vaste stalplaats die overal ontleend en achtergelaten kunnen worden. Het reglement breidt voornamelijk uit op vlak van monitoring en evaluatie via mobiliteitsdata. Met deze data-driven aanpak verricht Antwerpen pionierswerk in België. Ook wordt in het reglement plaatsgemaakt voor nieuwe potentiele voertuigtypes zoals (elektrische) rolstoel(fiets)en en speed pedelecs. Door deze voertuigtypes toe te voegen creëert de stad hier ook een duidelijk kader. Verder moeten aanbieders niet meteen in 100% van de vergunde voertuigen voorzien. Zo kan flexibeler worden ingespeeld op de vraag. Ten slotte zal de stad zones specifiek aanduiden als dropzones (aangeraden stalplaats). Daarnaast kan ze ook bepaalde zones definiëren als een ‘no go zone’ (niet rijden) of een ‘no park zone’ (niet parkeren).
Stad Antwerpen stelde in 2018 al een reglement op voor de exploitatie van free-floatingdeelsystemen. Het reglement was toen van toepassing op alle deelsystemen zonder vaste stations met uitzondering van deelauto’s. Het reglement is nodig om de openbare orde en veiligheid te kunnen vrijwaren en tegelijkertijd de nieuwe ontwikkelingen op vlak van mobiliteitsaanbod voor burgers, bezoekers en werknemers ten volle te ondersteunen.
Gisteren keurde de gemeenteraad een geactualiseerde versie van het reglement goed. Evaluatie en monitoring staan daarbij centraal.
Schepen voor mobiliteit Koen Kennis: ‘We hebben veel geleerd uit de nauwe samenwerking die we de afgelopen jaren met de aanbieders uitgebouwd hebben. De drijvende kracht achter die samenwerking is innovatie, en al die vernieuwingen resulteren in meer mobiliteit op maat van de gebruiker.”
Mobiliteitsdata: voor monitoring en evaluatie
Alle deelmobiliteitsaanbieders moeten de stad geografische data (bv. de operationele zone), realtime beschikbaarheden van de voertuigen en geanonimiseerde verplaatsingsgegevens bezorgen. Al deze data worden verwerkt en gedeeld volgens de richtlijnen van de privacywetgeving.
De stad gebruikt die data om te monitoren, mobiliteitsanalyses uit te voeren en de naleving van de exploitatievoorwaarden te controleren. Wanneer aanbieders zich niet aan de regels houden, kan dat leiden tot sancties: gedeeltelijke schorsing, schorsing of de intrekking van een vergunning.
Als een aanbieder aan de hand van de mobiliteitsdata kan aantonen dat de vraag het aanbod overschrijdt, kan hij een vergroting van zijn vloot aanvragen. Omgekeerd kan de stad of de aanbieder ook een inkrimping van de vloot opleggen. Aanbieders moeten verder ook integreren met minstens 3 Mobility-as-a-Service (MaaS) aanbieders in Antwerpen, waarvan minstens 2 MaaS-operatoren met een B2C-aanbod. Met MaaS-apps kunnen gebruikers verschillende voertuigen reserveren en betalen binnen 1 applicatie zoals met Skipr, Whim, Olympus, Tranzer …
Nieuwe potentiele categorieën voertuigtypes
In het reglement worden extra 3 voertuitypes toegevoegd: (elektrische) rolstoel(fiets)en, gemotoriseerde vierwielers en speed pedelecs. De stad kan in de toekomst, indien relevant, zo’n nieuw voertuigtype open verklaren en zo de beste kandidaat selecteren via dit reglement. Bij elke opstart of uitbreiding dient een aanbieder de nodige inspanningen te leveren om de nieuwste voertuigmodellen aan te bieden.
Vergunningsaanvraag en -verlenging
Wanneer er meer aanbieders een vergunning aanvragen dan dat er vrije plaatsen zijn of er een plaats vrijkomt, wordt er een vergelijkende selectie van de kandidaten gemaakt. De vergunningen worden vanaf april voor 5 jaar toegekend in plaats van 2 maal een vergunning van 3 jaar. Al actieve deelmobiliteitsaanbieders krijgen nog een eenmalige verlenging van hun vergunning tot een periode van 6 jaar in totaal.
Exploitanten krijgen vanaf april ook de mogelijkheid om tussen de 50% en 100% van het aantal voertuigen binnen hun vergunning aan gebruikers aan te bieden. Zo kan het aanbod op een flexibele manier groeien en krimpen met de vraag en wordt de druk op het openbaar domein verlicht.
Maatwerk voor stalling en gebruik
Stad Antwerpen kan ten slotte zones specifiek aanduiden als dropzones (aangeraden stalplaats). Daarnaast kan ze ook bepaalde zones definiëren als een ‘no go zone’ (niet rijden) of een ‘no park zone’ (niet parkeren).
In april worden de eerste dropzones gemarkeerd in het historische centrum, op de belangrijkste winkelassen en in de buurt van de stations Antwerpen-Centraal en Antwerpen-Berchem. De zones worden vormgegeven via witte kaders. Het woord ‘dropzone’ en een pictogram van de toegelaten voertuigen zal op de grond en op een infobord naast de dropzone staan.
Stad Antwerpen zal verschillende soorten dropzones voorzien: voor gemend gebruik (step, fiets en/of bromfiets) of per voertuigtype. Bij het bepalen van de locaties wordt rekening gehouden met de nabijheid van een multimodaal knooppunt of belangrijke toeristische trekpleisters.